Ik beluisterde dit album voor het RYM top-250 review topic – anno augustus 2022 was dit RYM #217
Met Jorge Ben was ik vanuit verschillende spelletjes op deze site zijdelings bekend, waarbij ‘Oba, Lá Vem Ela’ in bescheiden tijdsbestek een (niet eens meer zo) bescheiden klassieker voor mij is geworden.
Fôrça Bruta had ik dan ook al een tijd op de radar (en Spotify-download), maar tot een fatsoenlijke beluistering was het tot vorige week niet gekomen. Een week later ziet - zoals dat eigenlijk alleen in de muziek kan, en precies dat maakt muziek zo leuk - de wereld er heel anders uit, een stuk kleurrijker, en voelt het alsof ik deze plaat al jaren ken.
Sommige mensen hebben een zangerige praatstem, maar Jorge Ben heeft een zangerige zangstem. Zelfs zijn vlakkere stukken zitten vol met melodie en onderscheidbare teneur. Ik versta niet wat hij zegt en toch heb ik het gevoel beter te begrijpen wat hij bedoelt dan de meeste artiesten door zijn enorme bereik aan klankkleuren en sferen, waarbij het geheel nooit sentimenteel aanvoelt maar juist heel dichtbij lijkt. Ik verwonder me over hoe hij dit doet. Zelfs als hij in de theatrale modus gaat blijft het subtiel en zachtzinnig. Daarbij wordt hij ondersteund door zachte, sensitieve en vooral kleurrijke muziek. Vergeleken hiermee klinkt veel angelsaksische popmuziek zo grof en grauw. Er zijn maar weinig albums die voelen als een klein knus huis en niettemin het hele spectrum aan teneuren verkennen, als een ontdekkingstocht in de achtertuin van je oma terwijl je 3 jaar oud bent. Elke track wordt begonnen met een aftastend gitaartje, als een soort ankerpunt, en waaiert vervolgens in nog geen halve minuut open tot een superkleurenspectrum. ‘O Telefone Tocou Novamente’ is daar nog wel het mooiste voorbeeld van: is dit een meewarig, wiegend liedje? Wil je er op dansen? Het mooiste is als muziek totaal op zichzelf staat, een hele directe uitdrukking is van een kleur, een gevoel, een mensenleven eigenlijk.
Fôrça Bruta komt daar heel dichtbij.
Met weinig platen lukt het me om zo snel een band op te bouwen met de sound, terwijl ze tegelijkertijd blijven verrassen. Ik herken dit van slechts een handvol andere artiesten, waaronder (het verder overigens totaal onvergelijkbare) Boards of Canada. Wat ze gemeen hebben: de warme, kleurrijke klanken voelden al na de tweede beluistering vertrouwd, als een behaaglijk nestje met dekentje om je in te wikkelen, waar je al jaren woont. En tegelijkertijd die enorme afgebakende ruimte waar je in kunt blijven ontdekken: wat is de teneur hier precies? Hoe sluit mijn eigen gevoel hier vandaag bij aan? En dat gevoel kan dan doorlopend veranderen, door ontwikkelen – tijdens beluistering maar ook tussen verschillende beluisteringen. Deze plaat duurt amper 40 minuten maar daarin wordt zoveel geboden, een coherente waaier van kleur.
Dat deze plaat op MuMe ten tijde van dit schrijven een luttele 32 stemmen heeft verzameld is haast absurd gegeven zijn iconische en tegelijkertijd supertoegankelijke geluid. Jorge Ben houdt nooit in, gaat eigenlijk doorlopend all-in, en maakt ondertussen toch zo’n kleine, lieflijke en kleurrijke plaat. Ik geloof zijn stem, kom tot rust, en hoef nergens heen bij het horen van dit album. Ik heb hem afgelopen week zeker 10 keer gedraaid. Het is nog wat vroeg om tot grootse gebaren over te gaan, maar ik het komende jaar nog maar 10 albums zou kunnen luisteren zo vaak als ik wil, zou deze op de shortlist gaan.
Wat een openbaring – 4.5* met verdere groeipotentie.