Recensie voor
Super Tip-Topper.
Ambient. Een genre waar ik de laatste paar jaar een enorm zwak voor heb gekregen. Dit met grote dank aan met name Gas. Ik kon bij de kringloper voor een spotprijsje z'n verzamelaar Gas - Nah und Fern (2008) scoren. Daarna bleef ik z'n albums maar draaien en draaien, nacht na nacht, voor en tijdens het slapengaan.
Ik wou buiten Gas en The Disintegration Loops van William Basinksi, jullie waarschijnlijk welbekend en ook bloedmooi, meer ambient gaan ontdekken, maar daar kwam lang niks van in huis. Enter this topic. Ik kreeg een intrigerende tip van Koen en de klik was er al meteen na de eerste luisterbeurt. Visioenen van mistige landschappen gevuld met verlangens die ik niet kan beschrijven en de -cliché incoming- nostalgie naar dingen die ik niet eens heb beleefd. Een zeldzaam brokje talent, dit album en deze vrouw. Ik was hier zo van onder de indruk dat ik 'm bijna meteen in de bestelling heb geplaatst.
Vorige week heb ik AO ontvangen, en as we speak tijdens het typen van dit stukje zit het album nu z'n rondjes te draaien in m'n CD-speler. Dit is echt zo'n album dat je moet horen terwijl je hier een beleving probeert bij te schetsen. Het toffe aan het fysiek in bezit hebben van dit album is dat je er het zusteralbum
Grouper - A I A : Dream Loss (2011) gratis en voor niets -knipoog natuurlijk- bijkrijgt, en dat die niet eens heel veel onderdoet in kwaliteit.
AIA: A.O. opent met 'Moon Sharp', en hoewel Koen het niet graag zal horen, doet dit nummer me wel heel sterk denken aan de IJslandse band Sigur Rós. Eén van m'n favoriete bands ooit nota bene, zeker en vast m'n favoriete band na 2000. Dan komen de vocalen van het titelnummer inzetten en verlies ik mijn shit, om te janken zo mooi. Wat een engelengezang die boven de muziek lijkt te zweven. Ik kan hier wel proberen dit nummer tot in detail te gaan beschrijven zoals mijn voorgangers dat zo mooi lijken te kunnen, maar ik moet jullie hier teleurstellen. Ga dit gewoon luisteren, wat een pracht. Misschien wel het sleutelnummer van het album. Het nummer dat het best blijft hangen, dat alvast wel.
Na de snelle afloop van het titelnummer krijgen we de langste brok van Alien Observer, een bloedmooi stukje genaamd 'Vapor Trails'. Dromeriger krijg je ze toch niet vaak. Die fluwelen stem ook weer, begraven onder een dikke laag ambient synths, phoeh, raap me op hoor. Simpel misschien, of doch zo lijkt het, maar zo effectief. Het vliegt werkelijk voorbij, tijd lijkt even niet te bestaan.
En dan val ik misschien in herhaling, maar ook het daaropvolgende nummer 'She Loves Me That Way' is weer wonderschoon. De reverb en drones vliegen je om de oren, maar wat hou ik ervan. Dit is echt een nachtplaatje, of op z'n minst laatavondmuziek. Ik heb er ook even de tekst bijgenomen, maar die is van ondergeschikt belang op deze plaat. Het draait 'm hier voornamelijk om sfeer en gevoel. En deze dame maakt iets los hoor, jeetje. Ondertussen hebben de belletjes van 'Mary, on the Wall (For Betre Jackson)' m'n oorschelp bereikt en loopt Alien Observer helaas al weer bijna op z'n einde.
'Come Softly (for Daniel Dalzell)' is de gedroomde afsluiter, haar stem lijkt hier ook ietwat anders, duidelijker en helderder ofzo. Een spookachtig mooie stem die eerder een onderdeel van de muziek is, een extra instrument als het ware. Een soortgelijke ervaring heb ik ook met ( ), voor mij het mooiste album ooit gemaakt. Wat een vergelijking zul je misschien denken, ik kan dat alleen maar als een heel groot compliment opvatten.
Ik kan hier maar moeilijk genoeg van krijgen en besluit dan ook om Dream Loss hierna ook nog maar eens te draaien.