Met: Miles Davis (trompet); John Lewis (piano) en
Op track 1-4: Zoot Sims, Al Cohn (tenorsax); Sonny Truitt (trombone); Leonard Gaskin (bas); Kenny Clarke (drums)
Op tracks 5-9: Sonny Rollins (saxofoon); Bennie Green (trombone); Percy Heath (bas); Roy Haynes (drums)
Deze plaat verzamelt de allereerste sessie van Miles Davis voor Prestige, meteen één van zijn rommeligste, samen met juist een van zijn meest netjes gearrangeerde sessies voor het label. Beide komen wat tekort om tot zijn meest interessante werk te worden gerekend.
Prestige krijgt veel kritiek van jazzfans als label dat alles zo goedkoop mogelijk wilde doen, muzikanten niet de tijd gaf te repeteren, ze liet betalen voor hun eigen studiotijd, etc. Tegelijkertijd gaf het label een thuis aan veel van de lastigste muzikanten (en lastigst te verkopen muzikanten) uit die tijd. Zo was labelbaas Bob Weinstock de enige die het op dat moment aandurfde Miles Davis een platencontract te geven, toen een jongen met een flink drugsprobleem die nog niet veel had bereikt.
Zijn eerste sessie voor het label werd opgenomen op 17 januari 1951, en behelst de tweede helft van deze verzamelaar. De opnames werden achter een sessie van Charlie Parker van dezelfde dag gepropt, waar Davis ook op meespeelde.
Later beweerde hij dat hij daardoor moe was, en niet goed speelde. De rest is ook niet geweldig, naar mijn mening, al is het lastig oordelen over de ritmesectie vanwege de matige geluidskwaliteit. Sonny Rollins, die, toegegeven, nog niet veel ervaring had in de studio, klinkt op sommige momenten als een onzeker groentje. Het idee blijft vooral hangen dat in eigen tracks als ‘Morpheus’ (Lewis) en ‘Down’ (Davis) meer had gezeten, als de band er wat meer tijd voor had genomen.
De eerste vier tracks op
And Horns zijn het andere uiterste: vier door vakman Al Cohn gecomponeerde en gearrangeerde nummers, alles tot in de puntjes uitgewerkt. Drie zijn er speciaal voor de sessie geschreven. Cohn houdt rekening met zijn doelgroep: de nummers klinken als blauwdrukken van
Birth of the Cool, met een extra scheutje Ellington. Hij komt zelf ook meespelen en neemt zijn vriendje Zoot Sims mee. Reuzegezellig!
Maar: ook wel een beetje saai. Davis zou later klagen dat hij zich gedwongen voelde om deze veilige muziek op te nemen, nadat zijn vorige sessie voor Prestige nogal in de soep was gelopen. Die sessie, met een behoorlijk bezopen Charlie Parker, vinden we op
Collectors' Items, en is inderdaad een stuk minder verzorgd. Maar eerlijk gezegd luister ik liever naar die opnames, dan deze weinig spannende deuntjes.