Sinds het album In Requiem uit 2007 was ik weer gaan geloven in het Paradise Lost-verhaal, nadat ik ze jarenlang redelijk uit het oog verloren was. Sinds het album Host had ik het idee dat ze erg zoekende waren naar hun sound, wat i.m.o. ten koste ging van het imponerende en sombere karakter van hun stijl die ik t/m Draconian Times zo'n beetje verafgode.
Mijn twijfels sloegen toe met One Second. Ja, ik hoor nog steeds tot op de dag van vandaag dat het een goede plaat is (Paradise Lost zal ik nooit betrappen op het schrijven van matige tot slechte songs), maar het klonk in één keer allemaal zo soft en gladgestreken. Wáár was in vredesnaam die donkere gitaarmuur gebleven, die dramatische gitaar-uitspattingen van Greg Mackintosh?? Nick Holmes die spontaan veranderd was in een wel érg goede zanger, waar alle rauwe randjes van afgestroopt bleken te zijn?? Mheeehhh!!!!
Die lijn werd doorgetrokken met Host, de plaat waarmee ik afhaakte toentertijd. Believe in Nothing ging vervolgens als een zucht in de wind aan me voorbij.
Het was pas met Symbol of Life dat ik het weer probeerde, alleen imponeerde die plaat me toen ook niet.
Met dit titelloze tiende studio-album hoorde ik destijds dat de band weer langzamerhand op het goede spoor waren beland. Echter vond ik ook deze plaat het net niet hebben: te poppy, te glad, te netjes.
Nu, zo'n slordige tien jaar later, kan ik het allemaal veel beter hebben. De afgelopen tijd zijn vooral dit album, maar ook voorganger Symbol of Life me veel beter gaan bevallen. De nummers klinken stuk voor stuk lekker in het gehoor, blijven hangen en iets van die druilerige Paradise Lost-dramatiek die de albums van weleer zo indrukwekkend maken, is op een weliswaar ietwat bescheiden, maar toch ook vertrouwde manier heerlijk door de nummers heen verweven. Overigens mag ook de heldere, puike, maar vooral knallende productie van Rhys Fulber (hij tekende ook al voor Symbol of Life) ook zeker niet onvermeld blijven.
Qua sound staat dit album toch ook een stuk dichter bij Draconian Times dan bijvoorbeeld One Second. Als album klinkt deze persoonlijk ook veel lekkerder in het gehoor dan One Second en zou stiekem eigenlijk voor de opvolger van Draconian Times door kunnen gaan. Niet dat dit album dan ook maar het niveau van Draconian Times bereikt, maar zo'n plaat is ook eigenlijk niet te overtreffen.
Dat hoeft dus ook niet. Als het maar goed en degelijk klinkt. En het moet gezegd...zo klinkt dit album gewoon. OK, de zang van Nick Holmes is goed, maar braafjes. Echter staan de songs toch wel als een huis. Vooral de eerste helft knalt er goed in, met "Don't Belong", "Grey", "Redshift" en "Forever After".
Naarmate de plaat vordert, kakt ie wel een beetje in. Gelukkig wordt het algehele niveau toch weer opgekrikt met afsluiter "Over the Madness", waar ook eindelijk de huilende gitaar van Mackintosh weer mag schitteren als vanouds. Het zijn overigens wel zijn kenmerkende gitaar-partijen die ik redelijk mis op deze plaat. Waren die prominenter aanwezig geweest, was deze plaat nog beter geweest.
Van de twee bonustracks is vooral "A Side You'll Never Know" best goed, waarmee de band ook bewijst dat in veel gevallen die extra tracks / B-kantjes degelijk de moeite waard zijn.
Anyway, mij hoor je niet meer klagen. Deze Paradise Lost heeft me na al die jaren dan toch weten te raken en dat had ik eigenlijk niet meer verwacht. Het heeft me zelfs zo ver gebracht ook de rest van de 'mindere' platen weer een kans te geven. Ja, zelfs Host en Believe in Nothing zullen niet aan mij ontkomen.
Gelukkig is het het mooiste nog, dat het i.m.o. vanaf In Requiem het weer allemaal écht beter zou worden.
In ieder geval waren ze met deze plaat weer op de goede weg.