Speldenprikjes als acupunctuur. Talluze duwtjes die je tot 21 opgeteld hard tegen de grond gooien. Puntige nummertjes met to-the-point gitaarspel. Dat is hoe
Pink Flag voor mij aanvoelt. Wire speelt hier strak, nergens pathetisch of over de top maar hard en functioneel. Niet hard als schreeuwerig, maar hard als een harde Citroën DS. Zoals het chassis van een goed exemplaar daarvan na 50 jaar amper roest, roest het geluid van Wire na 45 jaar ook nog amper. En voor een gitaarleek als mijzelf: volgens mij spelen ze ook gewoon ijzersterk ondanks het non-virtuoze of zelfs anti-virtuoze genre waarbinnen ze opereren. Je denkt bij het horen van deze plaat toch instantaan dat je hier met een mooi stel gasten te maken hebt? Gasten die hun tijd ver vooruit geweest moeten zijn, want alle referenties die bij het luisteren door mijn hoofd zweven (The Fall, Minutemen, Sonic Youth, ...) hadden ten tijde van Pink Flag helemaal nog niets uitgebracht.
Pink Flag voelt als een hele doelgerichte plaat van een jeugdig maar tegelijk doordacht stel muzikanten. Artiesten die zichzelf niet te serieus nemen, maar hun muziek wel. 21 keer harde kwaliteit zonder cliches, waarbij losse nummers niet de aandacht opeisen, maar met mathematische precisie hun plaats innemen: 1 goedgeplaatste stomp elk. Voor een echt hele hoge score beroert de muziek me vooralsnog te weinig, maar evengoed een ontzettend smaakvolle plaat.
Dikke 4*