Nadat Kansas in mei 1979
Monolith uitbracht, volgde in januari 1980
Schemer-Dreamer, de eerste soloplaat van een bandlid. Op mijn exemplaar zit een sticker met de tekst ‘The first solo album by the lead singer of Kansas.’ Ik kwam ‘m voorjaar 2022 tegen in Aarle-Rixtel, bij die fijne platenzaak die tevens speciaalbiertjes verkoopt.
De uitdaging voor Walsh was uiteraard om niet te sterk als Kansas te klinken. Hij deed dat door minder gecompliceerde muziek te maken, al deed hij dat al eerder in die band. In dat opzicht is de plaat dan weer niet verrassend.
Vanaf 1987 had ik een baan waarbij ik op vrijdagochtenden in een klein magazijn moest werken. Daar stond een platenspeler met in de kasten diverse elpees die nog niet op cd verkrijgbaar waren; muziek die met de teloorgang van vinyl zeldzamer werd. Daarbij stond ook dit solodebuut en gedurende de drie jaar dat ik er werkte, draaide ik deze het meest.
Vijfendertig jaar later is
Schemer-Dreamer dus weer terug in mijn muziekbubbel en ik vind ‘m nog iets beter dan toen.
Arjan Hut opperde bij Kansas’
Monolith dat die plaat wellicht enigszins leed onder de naderende soloplaten van de twee hoofdcomponisten. Hij zou best wel eens gelijk kunnen hebben, want
Schemer-Dreamer is voor het grootste deel een sterke plaat, die zich grotendeels het labeltje ‘adult oriented rock’ laat opplakken. Op de hoes herken ik enkele (live)foto’s, die door een kunstschilder zijn “vertaald” naar het imago van de gebruinde man in korte broek, zoals Walsh in die tijd ook op de podia was te zien.
Meteen wordt duidelijk dat hij prima op eigen benen kon staan. Sterke en gevarieerde composities met de fenomenale stem van Walsh: je hebt mij bij de lurven. Hij schreef alle songs zelf op twee uitzonderingen na. Het tweede deel van de titelsong bevat het refrein van
That’s All Right van Elvis Presley, zo nam ik ten onrechte aan. Had ik indertijd de binnenhoes beter bekeken, dan had ik kunnen zien dat het origineel uit 1947 stamt en
Wikipedia vertelt me dat het nummer van Arthur Crudup geënt is op blues van dertig jaar eerder. Het past echter wonderwel bij het denderende
Schemer-Dreamer, waarop Kansasgitarist Rich Williams gitaar speelt.
Ook
Get Too Far is sterk met onder meer een fluitsolo (Jeff Lux), waardoor onmiddellijk de associatie met Jethro Tull ontstaat. Het ingetogen
So Many Nights is een fraaie liefdesballade, het is Walsh zelf die hier de drumstokken vasthoudt.
De kant eindigt met het vlotte
You Think You Got it Made, geschreven met echtgenote Marie Walsh die ook de fotootjes op de binnenhoes maakte. Het lied is niet onaardig, al pakt het me minder dan de vorige drie, ondanks dat Kerry Livgren van Kansas hier gitaar speelt.
Op de B-zijde staan slechts drie nummers.
Every Step of the Way is een midtempo shuffle, die mij met zijn dikke acht minuten te lang duurt. Wel heb ik de indruk dat we met de tekst een beeld krijgen van de mens Walsh en zijn historie; ook leuk om hem iets lager te horen zingen, hetgeen in het eerste deel het geval is. Daarbij zet Skip Lane een knallende saxsolo neer, terwijl ik eigenlijk binnen dit genre niet van dat instrument houd.
Just How it Feels is een schitterende ballade met een eveneens prachtige tekst, één van de (vele) uitmuntende composities van Walsh gedurende diens carrière.
Pas op het afsluitende
Wait until Tomorrow is daar volop de progressieve, gecompliceerde Kansasstijl, echter zonder de viool van Robbie Steinhardt, die niet op dit album is te horen; wel klinkt hier Kansasdrummer Phil Ehart. Het lied opent met gedragen pianospel, waarbij Walsh de hese registers van zijn stem vindt. Hierna wordt het uptempo en komen diverse thema’s voorbij, waarbij de gitaar van de latere Kansas- en Deep Purplegitarist Steve Morse een hoofdrol vervult.
Tenslotte nog een eervolle vermelding voor drummer Tim Gehrt, die ik in 1987 inmiddels kende van Walsh' latere band Streets. Hij speelt op vijf nummers. Zijn stijl valt misschien niet op, maar wat hij doet is klasse, altijd in dienst van het lied.
Het album is makkelijk op streaming vinden, fijn dat ie zo voor een breder publiek beschikbaar is. Bonustracks zijn in latere jaren nooit verschenen. Aanbevolen voor progrockfans én degenen die houden van melodieuze (hard)rock, specifieker de liefhebbers van adult oriented rock. Walsh bewees opnieuw wat hij als zanger, toetsenist en componist waard was.