Well, friends, Bob Dylan is back with us again. I don't know how long he intends to stay, but I didn't ask him. Didn't figure it was any of my business.
Zo begint de tweeëntwintigjarige Ed Ward zijn recensie van
New Morning in
Rolling Stone. Het is 26 november 2016, in New York City is het rond het vriespunt, maar op het hoofdkantoor schijnt de zon: Ward beloont het nieuwe album van Bob Dylan met vijf sterren.
Bijna vijftig jaar later schijnt in Utrecht ook de zon. Ook ik word vrolijk van dit album (hoe kan je anders?), al gaat een maximumscore me iets te ver. Sterker nog, ik vind het erg lastig om een sterrenwaardering toe te kennen. Want wat valt er te zeggen over New Morning? Dat het lekker weg luistert, dat zeker. Dat het wat smoelloos is, misschien. Er staan geen kanonskogels of geslepen scheermessen op deze plaat. Bob maakt muziek en dat doet hij goed. Zelfs de vrolijke - soms zelfs olijke - hoogtepunten op deze plaat zijn geen nummers die je direct bij de strot pakken;
If Not for You,
New Morning,
The Man in Me, het zijn allemaal fantastische nummers zonder iemand voor het hoofd te stoten, behalve misschien de fans die in Bobs protestfase zijn blijven hangen en wat meer venijn hopen.
Ik heb deze plaat vaak moeten beluisteren om hem te kunnen doorgronden: vaak was
New Morning alweer voorbij voor ik er erg in had, omdat ik niet echt goed geluisterd had. Aan de andere kant: staan er, behalve
One More Weekend, slechte nummers op? Nauwelijks, en dat is toch ook een prestatie. Is dit een album vol middelmatige opvullertjes, of een album vol verborgen schoonheid? Bob zelf trekt zich op de hoes terug in de schaduwen van zijn huis in Woodstock, New York. "Zoek het zelf maar uit", lijkt hij te willen zeggen.
New Morning is geen ijkpunt in Dylans carrière, geen kantelpunt, geen vuurwerk, maar ook absoluut geen dieptepunt. En als je goed luistert, ontdekt je dat juist op de ingetogener momenten van de plaat de parels zich prijsgeven:
Sign on the Window is een mooi voorbeeld van hoe je een goed liedje schrijft, en afsluiter
Father of the Night blaast je met anderhalve minuut toch mooi nog van de sokken. En dat, om met Zuster Klivia te spreken, zonder te schreeuwen en zonder te gillen.
Mijn score gaat misschien nog met een halfje omhoog, voor nu laat ik het hierbij.