Nadat ik toevallig tegen twee platen van het Amerikaanse Shooting Star was aangelopen, beviel het
debuut mij goed. Tijd voor die andere.
III Wishes is de derde van deze aor-band. Het haalde in de Billboard albumlijst #82, hun hoogst genoteerde, zij het met negen weken notering een stuk korter dan de voorganger. De band was uitgedund tot een kwintet, één van de drie (!) toetsenisten had de band verlaten.
Op streaming staat dat de plaat uit 1980 stamt, maar mijn vinyl noemt 1982. Wikipedia meldt dat het in juli 1982 is verschenen. Maakt dat uit? Jazeker: op twee nummers hoor ik invloeden van AC/DC, dat in de tussentijd in de Verenigde Staten was doorgebroken. Kennelijk waren dat soort hoekige riffs plotseling invloedrijk in cowboyland.
Wat ook opvalt: de droge sound van het debuut is drie jaar later vervangen voor een vollere, beter passend bij de muziek; geproduceerd door Kevin Elson.
Opener
Are You Ready is zoals de titel zegt geschreven om concerten mee af te trappen. Energiek en aangenaam, met solo’s op zowel gitaar als viool. Dat laatste instrument komen we op slechts één ander nummer tegen.
In de nummers die volgen, blijken de melodieën blijken aardig tot fraai, net als de arrangementen waarin bovendien afwisseling wordt geboden. Al op het vierde nummer
Where You Gonna Run klinkt voor het laatst de viool.
Dan tweemaal zo’n gitaar in de geest van Wisselstroom/Gelijkstroom. De A-kant sluit af met
Do You Feel Alright, gebouwd rond een scherpe riff. Hier zingt volgens mij tweede leadzanger Gary West, die met zijn rauwere stem de zwaardere composities waarneemt. Wederom blijkt dat de gitaarsolo’s op het album dik in orde zijn.
Turn it On opent kant B. Vierkante riffs als deze passen niet goed bij deze band, maar net als in het vorige nummer trekken de vijf spoedig het lied naar zich toe met meerstemmige zang.
Toch hoor ik liever de melodische muziek van
Weary Eyes met zijn fraaie gitaar- en toetsenpartijen. Na de degelijke ballade
Couldn’t Get Enough volgt met
Let it Out het laatste uptempo nummer, bewijzend dat de band geen Australische invloeden nodig had om het tempo omhoog te gooien.
Afsluiter
Whole World’s Watching is helaas een nachtkaarsje met zijn eenvoudige pianobasis, ondersteund door synthesizers en percussieaccenten. Hier had een vioolpartij voor een extra laag moeten zorgen.
Duidelijk is dat de band radiovriendelijk dacht, gericht op de Amerikaanse stations die dit format draaiden. Het levert een aangenaam album op, dat net te weinig spettert. Ik waarder het met een 3,5 oftewel een 7, waar een 7,5 passender was geweest; een naar boven afgeronde viersterrenscore zou echter teveel zijn.
Laat ik nou gisteren hun
tweede album in een bak met tweedehands vinyl tegenkomen. Wordt vervolgd, joechei!