Wat ik in 2013 hiervan vind, vond ik ervan ook in 1987. Het is matige muziek van een stel matige muzikanten. In 1987 leerde ik kennismaken met Wehrmacht en consoorten door een aantal vrienden die de oude hardcore / skatecore / wat-nog-allemaal-core begonnen op te pikken in het Mosh-kot van het O.H.K. (Oostendse Hobby Club) in de Christinastraat. Pintjes aan 15 BEF
.
Waar men vroeger broederlijk naast elkaar al eens de nekspieren testte in jeans en leer, kwamen ze opeens op je afgestormd in lelijke t-shirts en nog lelijkere shorts. Dat heette “moshen” en ik haatte het, ook al omdat ik sinds mijn twaalf jaar al een bril moet dragen. Ik heb trouwens één van die mannekes ooit een vlammende voenk op zijn bakkes gegeven omdat hij mijn bril raakte, hij bleef wel uit mijn buurt daarna. Eens strak aankijken was nadien al voldoende. Wat hadden sommige lelijke witte benen. Een kloof groeide tussen de “metalheads” en de “crossover dudes”, ik moest toen weinig van dergelijke muziek hebben, nu nog laat het me onverschillig buiten een schaarse glimlach hier en daar. Dit rammelt en rommelt aan alle kanten, geen noemenswaardige composities, geen noemenswaardige muzikale hoogtepunten.
Met medeplichtigheid van de plaatselijke dj heb ik mijn eerste wetenschappelijk muzikaal experiment ooit daar gedaan, we draaiden het zelfde snelle rommelige nummer vijf keren na elkaar voor die stoere moshers, buiten ons tweeën had niemand het door. Ik geef één voorbeeld van loodzware, supersnelle metal die Shark Attack uit het water blaast: Darkness Descends van Dark Angel uit 1986. Dat is pas snel, hard, strak en quasi onnavolgbaar!