Na het succes van hun tweede lp en de twee hitsingles daarvan, ging het altijd cruciale derde plaatje volkomen aan de Nederlandse album- en hitlijsten voorbij. En dus ook aan de radio op mijn zolderkamer.
Black and White stond bovendien niet in de fonotheek in mijn dorp en bleef een mij onbekend album, al kwam ik later via concerten en live-cd’s wel enkele nummers tegen.
Februari 2020 ging ik met mijn museummaatje naar een tentoonstelling over Vikingen in het Fries Museum in Leeuwarden. We kenden de stad niet en belandden eerst in de voormalige gevangenis Blokhuispoort. Daarin bevinden zich allerlei kleine winkeltjes, waaronder eentje met platenbakken. U raadt het al: deze elpee stond daar ook. Ik had geen zin om de rest van de dag met een elpee te sjouwen, maar het maatje haalde deze aartsluie Viking over om ‘m toch te kopen.
Dat bleek een meer dan goed advies. Vanaf het moment dat ik ‘m thuis opzette, werd deze vijftiger als een dertienjarige omver geblazen. Kant A bevat allemaal volledige buitencategorie topsongs, meestal op hoog tempo, waarbij Dave Greenfields toetsenlijnen raasden als op het debuut, zij het nu nóg heftiger. Dit dankzij het gebruik van een nieuwe set synthesizers, een instrument dat in die jaren aan een snelle ontwikkeling bezig was. Het levert een fascinerende botsing op tussen grommende bassen en nieuwe geluiden, een sound hun tijd ver vooruit. Bizar goed, die kant A.
De B-kant opent even furieus met
Curfew, waaruit de albumtitel is gehaald. In de coupletten hoor ik een 7/4 maat, tijdens de toetsensolo zelfs 9/4. Altijd zó fijn als deze band met oneven maatsoorten stoeit! Daarna kakt de plaat enigszins in. Niet vanwege de furie, die blijft; de composities echter doen mij minder.
Op afsluiter
Enough Time na dan. Hier klinkt een bliepende synthesizer, geluiden die twee albums later prominent terugkeerden op het eigenaardige
Themeninblack, een plaat die ik wél kort na uitgave hoorde. Leuk om hier al een hint daarnaar te horen, mede omdat opnieuw een 7/4 maat in de coupletten wordt gebruikt en het solodeel uit morsecode bestaat.
De teksten zijn donker, maar gelukkig is het mannelijk snobisme verdwenen.
Enough Time bevat een apocalyptische waarschuwing:
“What’s gonna happen when the sky goes black, what you do when the sea comes back?” Past goed bij de huidige klimaatcrisis.
Op streaming check ik de drie non-albumsingles en bijbehorende B-kanten. Ze zijn aardig, met als topfavoriet
Sweden van de A-kant, nu als het Zweedstalige
Sverige. Leuk is de pubrock op
Mean to Me en vooral
Old Codger, met op zang de mij onbekende George Melley en op mondharmonica de vorig jaar overleden Lew Lewis van Eddie and the Hot Rods. Ik hoor iets van The Stranglers vóórdat punk losbarstte.
In 2013 plaatste
bastens op pagina 1 bij deze plaat een zeer bruikbare link naar bassist JJ’s herinneringen bij deze songs, waarvoor ik u hartelijk dank. Tjonge, dat
Nice ‘n’ Sleazy over het home van de Hell’s Angels bij de Bijlmerbajes gaat, vanuit de trein heb ik dat vele malen gezien! Fijne anekdotes lees ik hier.
Conclusies: de A-kant,
Curfew en
Enough Time krijgen zeven *, het totaal inclusief bonustracks een 4,5, Leeuwarden moet je minimaal éénmaal bezocht hebben en luister naar het wijze advies van vrienden.