Sun Kil Moon is hierbij toch echt verworden tot Mark Kozelek solo. Dat de plaat geheel en alleen Mark en acoustische nylon-string gitaar is, klopt niet helemaal, maar toch zeker bijna. Een klein strijkersarrengement valt te ontdekken, maar de hoofdmoot is toch echt Kozelek, wie ook voor tweede stem zorgt (alhoewel er bij het statige
Church Of The Pines volgens mij een andere stem te onderscheiden is...
). Dit was al bekend, en maakte het toch wel spannend of dat de 60 minuten niet te eentonig zouden worden. Mijn antwoord daarop is bij deze: Neen! Zeker niet. De composities zijn Kozelek-eigen, maar wat kan de man prachtige nummers maken waarbij een ogenschijnlijk uitgesponnen herhaling van zetten, niet saai is, maar onder de huid kruipt en avontuurlijk is. De plaat als geheel is rustig, en zacht en melodieus. Dit maakt hem in mijn beleving wat toegankelijker dan April, maar goed, voor velen zal het wellicht een lange eentonige zit blijven.
Bij twee luisterbeurten ben ik vooral overdonderd door het prachtige werk en ik ben benieuwd hoe dit over een paar weken is. Dus later meer ... en even de LP afwachten.