Uit mijn tweewekelijkse Popcorn-nieuwsbrief over de beste nieuwe popmuziek (
aanmelden kan hier):
Er verscheen dit jaar al genoeg goede muziek van eigen bodem (VanWyck, Rosemary & Garlic, Johan, Lewsberg en Scram C Baby) en op de valreep is daar nu ook een ijzersterk Nederlandstalig popalbum, dat ik de afgelopen dagen helemaal heb grijsgedraaid: Wat een cirkel is van The Avonden.
The Avonden begon als soloproject van zanger Marc van der Holst (ook tekenaar van Spekkie Big en schrijver van proza voor o.a. De Volkskrant), waarbij hij gedichten van Gerard Reve bewerkte. Het eerste bandalbum Nachtschade (2016) kreeg weliswaar vier ballen van Menno Pot in De Volkskrant (“muziek die klinkt alsof The Velvet Underground zachtjes aan doet, voor de buren”), maar bleef verder toch wat onopgemerkt - wat optredens in het clubcircuit daargelaten.
Hun nieuwe plaat, die pas opgenomen kon worden na een crowdfundingactie op Voordekunst, verdient een veel groter publiek. Liefhebbers van Spinvis, Meindert Talma en Boudewijn de Groot (daar doet de dictie van Van der Holst mij aan denken) opgelet, want Wat een cirkel is staat vol pakkende, soms melancholische gitaarpop met spitsvondige, vaak droogkomische teksten.
Neem de pakkende opener Laat de kerken branden, waarin Van der Holst, die in meerdere andere bands speelde, uitgelaten zingt:
Dit godvergeten kutdorp / Er gebeurt hier nooit iets / Ik word hier gek / Ik haat het hier / Ik haat iedereen hier / Ik haat mezelf ook / Ik wou dat ik dood was / Ik draai platen achterstevoren / moet je horen/ hee, moet je horen
Waar gaat deze tekst over? Gelukkig lezen we het antwoord in een uitgebreid interview op 3voor12: Katwijk, waar een grote “zwartekousengemeenschap” is, maar ook een levendige metalscene en waar Slayer in 1985 een optreden gaf. De tekst verwijst naar een geheime boodschap op een achterstevoren afgespeelde plaat van de Noorse black metalband Darkthrone: ‘In the name of God, let the churches burn’. In de eerste secondes van het nummer van The Avonden valt die boodschap te horen.
Van der Holst toont zich op veel meer nummers een originele tekstschrijver, die verhaalt over zijn middelbare schooltijd in de jaren negentig (6 lange jaren, het vrolijke Je bent maar 1x17 ) en een korte periode dat hij op de crisisopvang zat. Zo geeft hij op De Tweede deur gaat pas open (als de eerste deur gesloten is) de routebeschrijving naar de GGZ in Voorhout vanuit Noordwijk.
Als je dit jaar maar een Nederlandstalige plaat koopt (of luistert), laat het dan Wat een cirkel zijn.