Er heersen onzekere zware tijden in de wereld. Het milieuvraagstuk met de plastiksoep en hevige natuurbranden, escalerende relaties tussen machtige landen en de steeds verdere differentiatie van culturen, en men kan daar nu het vernietigende om zich heen slaande Corona virus aan toevoegen. Een voedingsbodem voor de verontrustende postpunk, die zich openbaart als een oude opengereten wond en al snel nieuwe dolende zieltjes wint.
Zo is deze opleving in broeinest Los Angeles allang ondergronds gaande, en krijgen ze publiekelijk alleen maar steeds meer navolging. Moaning liet die bewuste scene al twee jaar geleden kennis maken met het oorverdovende gelijknamige doemdebuut. Bij Uneasy Laughter verleggen ze het agressieve krassende gitaargeluid naar een lichtere synthesizersound. Met een muzikale omlijsting welke een stuk luchtiger over komt dan de gure herfstlawine die op het eerste album heerst.
Hierdoor kan Sean Solomon zich meer richten op de tekstuele overdracht, en vult Pascal Stevenson de ruimte op met zijn toegankelijke elektronica, nu de frontman zijn gitaarspel een minder prominente rol toedeelt. Het neigt allemaal veel sterker naar de pop gerichte new wave. De romantische hunkering naar een beter leven voert de boventoon.
De galmende zang van Sean Solomon verlaat zijn claustrofobische inlevingsgevoel en staat nog meer oog in oog met de in verval rakende aarde. Het egocentrische karakter heeft plaats gemaakt voor een meer maatschappelijk kritische inkijk. “Narcissism is not empathy”, zoals hij het zelf treffend weet te verwoorden in openingstrack Ego. Een immens contrast met de gedachtegang van twee jaar geleden.
De stoffige gruis die Andrew MacKelvie over zijn opzwepende drumspel weet op te roepen, vormt hierbij de basis voor de mistige klanken die Pascal Stevenson uit de toetsen tevoorschijn weet te toveren. Om niet direct frontaal in het daglicht te verschijnen voegt hij daar de nodige zorgelijke donkere baspartijen aan toe. Nog eventjes is daar die volle klap in het gezicht met het smerige huiveringwekkende gitaarspel van Sean Solomon. De alarmerende onvrede fase kan niet beter geaccentueerd worden.
Doordrenkt in shoegazer en dreampop is het broedgebied nog steeds gitzwart en deprimerend, maar volgt er stapsgewijs wel een voelbare wending die alles aanpakt om het positivisme een kans te geven. Een luchtigheid die dwars tegen het eerdere rauwe pessimistische werk ingaat met zwevend wollig breiwerk en vluchtige verdwalende gitaarakkoorden.
Met militaristische drillende precisie dendert Fall in Love door de speakers. Een evenwichtig sleutelnummer welke de tweedeling van Uneasy Laughter aankondigt. Vanaf nu lijkt de new wave zich met een overduidelijk vaarwel af te splitsen van de postpunk. Het is allemaal stukken aanstekelijker, met heerlijk pompende tracks die de sprankeling opzoeken waar men ook in het Koude Oorlog tijdperk naar verlangde. Veel meer eighties gebonden en dus minder late seventies, zonder afbreuk te doen aan de principiële kernbeginselen.
Het bezwaar op Uneasy Laughter is dat de band zich teveel laat leiden door invloedrijke bands uit de eerste postpunkgolf van rond de introductie in de jaren tachtig, en de herwaardering die zich vooral rond het startpunt van deze eeuw aankondigde. Messcherp wordt de balans tussen beide periodes halverwege de plaat iets te duidelijk benadrukt. Hierdoor missen ze net dat tikkeltje eigenzinnigheid wat ze uniek zou kunnen maken. Buiten dit gegeven leveren ze op muzikaal vlak geen missers af, al is het niet zo overrompelend en urgent als het naar de band genoemde eersteling Moaning.
Moaning - Uneasy Laughter | Rock | Written in Music - writteninmusic.com