menu

Via deze pagina blijf je op de hoogte van recente stemmen, meningen en recensies van deric raven. Standaard zie je de activiteiten in de huidige en vorige maand. Je kunt ook voor een van de volgende perioden kiezen: januari 2023, februari 2023, maart 2023, april 2023, mei 2023, juni 2023, juli 2023, augustus 2023, september 2023, oktober 2023, november 2023, december 2023, januari 2024, februari 2024, maart 2024

Adrian Crowley - The Watchful Eye of the Stars (2021) 4,5

29 april 2021, 21:51 uur

De uit Dublin afkomstige Adrian Crowley is de laatste jaren erg spaarzaam met het uitbrengen van nieuw materiaal. De vorige plaat Dark Eyed Messenger dateert alweer uit 2017 en is een wat behoudende opvolger van zijn meesterwerken I See Three Birds Flying en Some Blue Morning. Adrian Crowley brengt het beste van de grote singer-songwriters samen in zijn prachtige verstilde songs.

Ierland ademt muziek uit, en het residu van de traditionele pub songs als Bread and Wine heeft zich zo in de poriën en het grondwater vermengt dat het onmogelijk is om de muziekbeleving en het dagelijkse bestaan los van elkaar te koppelen. Dit vormt ook de basis van de hechte familieband en is te herleiden tot Crow Song; het sleutelnummer van The Watchful Eye of the Stars, welke geheimen Adrian Crowley tekstueel al eerder vrij geeft. Hij opent zijn persoonlijke dagboek en neemt de luisteraar mee naar de vroegere jeugdherinneringen die hij deelt met zijn broer.

Crow Song is het verhaal van een pijnlijk verwonde kraai, wiens vleugel gebroken is. Het wezentje wordt na een verontrustende stormachtige nacht zwaar getroffen gered van de dreigende ondergang. Ondanks de liefdevolle verzorging, het zichtbare opknappen en het gedeelde geluksmoment van vrij laten wordt de vogel later toch nog dood onder een hek terug gevonden.

De nostalgische vertelling laat ons stil staan bij de onvoorwaardelijke broederliefde om samen iets moois op te bouwen. Maar we gaan ook terug naar die vroege jaren tachtig, de periode dat de vijftiger zijn jeugdjaren beleefde. Crow Song is een melancholische opbouwende track met een trieste ondertoon, een avondvertelling welke de songs op The Watchful Eye of the Stars centraliseert. Als een groot verhalenverteller neemt Adrian Crowly de positie in van een begeleidende gids die je door de duisternis heen leidt.

Wat zou dit een prachtige albumopener zijn geweest, maar Adrian Crowly begint bescheiden met het net zo mooie Northbound Stowaway. Een nachtelijke boottrip waarbij de zwartgrijze schaduw van de poëet observeert, consumeert en reproduceert. Het krachtige samenspel tussen de mysterieuze Crash Ensemble strijkers, het ritme van de dirigerende golven en de voorgedragen gesproken woorden, waarna de troostende echo van Nadine Khouri op de achtergrond hem bij staat. Deze zangeres is geen vreemde voor de Ierse zanger, tijdens de Dark Eyed Messenger tournee in 2018 mocht ze al voor hem openen. De andere gastrol in het woest voort wiegende startpunt is weggelegd voor de uit Wales afkomstige singer-songwriter Katell Keineg.

Het is John Parish die deze duistere zelfkant zo treffend vorm geeft in zijn productie en die schemerige zijde zo beeldend naar de oppervlakte toe trekt. Het sluit zich als een verharde tweede huid om de kwetsbare ziel van de voortreffelijke vocalist heen die zijn zware verbitterende zang afwisselt met hemelse hoge uithalen. John Parish koppelt de David Lynch achtige mystiek aan licht vibrerende eighties dreampop romantiek. Een puurheid die om gewaagde ritmische begeleiding vraagt en waarbij juist de minder gangbare instrumenten als de harp, piano, hobo, viool en cello de zachtheid en hardheid van het bestaan vertegenwoordigen, en prominenter aanwezig zijn als de ronddobberende gitaar.

The Watchful Eye of the Stars bestaat uit hedendaagse nocturnes. Een nachtelijk vaarwel voor weer een afgesloten dag welke nooit meer in die hoedanigheid terug zal keren en het verlangen om dat heimelijke gevoel in de toekomst te herbeleven. Adrian Crowley kent de draagkracht van zijn vocale vermogen en herplaatst deze sterk in die rijk vervulde sterrenhemel waarachter bij elke glinstering een berustend slaapliedje als A Shut-In’s Lament zich verschuilt.

Adrian Crowley - The Watchful Eye of the Stars | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Crumb - Ice Melt (2021) 3,0

29 april 2021, 21:49 uur

Wat ooit begon als een vrijetijdsbesteding om de verveling tegen te gaan, groeit uit tot het vijfkoppige indie gezelschap Crumb. Vanuit de campus van de Tuffs Universiteit in Boston vullen eensgezinde scholieren de uren buiten de college op met het in elkaar zetten van licht verteerbare popsongs.

Na een tweetal veelbelovende lo-fi EP’s verschijnt in 2019 het debuut Jinx. Het straalt vooral de eeuwigheid van het lazy studentenleven uit. Toekomstperspectieven staan nog niet op de voorgrond en alles draait om de relaxte houding van de jongelingen, een hangcultuur waarbij je de indruk krijgt dat de wandeling naar de koelkast om een blikje bier te pakken hun enige beperkte dagelijkse lichaamsbeweging is.

De dromerige stem van Lila Ramani zweeft letterlijk door de ongrijpbare songstructuren heen, en vormt het rustgevende raamwerk in die aangename mix van jazzy dreampop en hypnotiserende retro psychedelica. De dominante aanwezigheid van de zwoele vocalen drukken net iets te prominent de stempel op Jinx. Of het hierdoor een bewuste keuze is om juist op Ice Melt dat strakke samenspel tussen bassist Jesse Brotter en drummer Jonathan Gilad op de voorgrond te plaatsen, zou goed mogelijk kunnen zijn. Helaas zijn de muzikanten en zangeres wat beperkt in hun uitvoering, waardoor ze telkens weer vrijwel dezelfde basis neerzetten.

Het gekristalliseerde ijs is op Ice Melt ontdooit en daaronder ligt ruimte om te relativeren, waardoor de band een veel donkerder volwassener en aardser geluid laat horen. Na het spookachtige intro van Up & Down komt die heerlijke afwisseling tussen dansbare uptempo funk en stroperige noise. De verlokkingen van L.A. zitten verscholen in het nachtmerrie luilekkerland intro en creëren een bewustwording die verder kijkt dan de veilige vier muren van een saaie studentenflat. Hierbij blijft de dreiging echter onderhuids en wil het zich niet ontplooien tot de grimmigheid die wel voelbaar is, maar ingekapseld wordt door de ritmische tandem en het abrupte einde.

Juist die gevaarlijke verleidingen van de Los Angeles scene weet de van Foxygen bekende Jonathan Rado perfect op te roepen. Het bruisende nachtleven van deze wereldstad lijkt samen te komen in het gejaagde Retreat! en Trophy, waar ver op de achtergrond postpunk invloeden hoorbaar zijn. Ongelofelijk hoeveel overwicht deze nieuwe werkplek en de producer hebben op het geluid van Crumb. Met zijn eigenzinnige talent dirigeert en kleurt Jonathan Rado weer heerlijk buiten de lijntjes in het afwijkende maar oh zo gedurfde discotrack Balloon.

Toch houdt de producer zich gruwelijk in en had ik graag wat meer verknipte freakende dance invloeden tussen de klassieke seventies georiënteerde triphop elementen terug gehoord. Vaak komt het net te fragmentarisch tot uiting. Maar misschien is er op dit moment gewoon simpelweg niet meer uit Crumb te halen.

Crumb - Ice Melt | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Die Welttraumforscher - Wir Arbeiten Für die Nächste Welt (2021) 4,0

Alternatieve titel: Die Jahre 1991 - 2012, 26 april 2021, 14:44 uur

stem geplaatst

» details  

Die Welttraumforscher - Die Rückkehr der Echten Menschheit (2021) 4,0

Alternatieve titel: Die Jahre 1981 - 1990, 26 april 2021, 13:53 uur

stem geplaatst

» details  

Guided by Voices - Earth Man Blues (2021) 4,0

25 april 2021, 15:04 uur

Het lijkt wel alsof Guided By Voices volgens het u vraagt, wij spelen principe werkt. Gooi er twintig cent in en de meest onwaarschijnlijke prachtige nummers komen tevoorschijn. De band is niet genre gebonden, maar wordt al snel onder de noemer indie geplaatst. En als je dan toch tijdens de pandemie thuis zit kun je de tijd het beste benutten door restmateriaal door te pluizen. Naast de honderden tracks die de afgelopen tien jaar verschenen zijn blijkt nog een schat aan afdankertjes te bestaan, welke nu dienst doen als een volwaardige afgerond geheel.

Want laten we duidelijk zijn; Earth Man Blues is een rasechte Guided By Voices plaat geworden, die niet onder doet voor het overige aanbod. Sterker nog, voor een thuis in elkaar geknutselde plaat voelt het totaal niet lo-fi aan. Robert Pollard is zorgvuldig te werk gegaan en heeft weer wat moois afgeleverd. Guided by Voices staat erom bekend dat ze zich niet aan stromingen of hypes koppelen, dus die logische lijn ontbreekt ook nu. Het zijn inwisselbare songs, maar dan wel met een gouden gelabelde kwaliteitsstempel erbovenop.

Er wordt flink afgeweken van die basissound van de indiepop uit de jaren tachtig. De surfpunker Made Man mag toepasselijk het startsein afgeven en herplaatst zich naar de vooravond van de Amerikaanse gitaarrock invasie welke begin jaren negentig de muziekmarkt overspoelt. Heerlijke rammelende gitaren, blikken drumpartijen en een doordenderende bas en halverwege nog eventjes die dwarse gekte met een orkestrale knipoog naar The Fab Four. Het mag duidelijk zijn dat The Beatles hierin een grote rol vervullen, hun experimentele vernieuwingsdrang drukt een overduidelijke stempel op Earth Man Blues.

Robert Pollard haalt de inspiratie vooral uit zijn jeugd. De gekte herplaatst zich naar de zwaar rockende jaren zeventig. Earth Man Blues balanceert tussen een hedendaagse parodie op een orkestrale rockopera en een gefrustreerde afgewezen schoolmusical song als het duister croonende How Can a Plumb Be Perfected?. Lekkere verknipte op het randje muziek.

Sentimentele uitgerangeerde Las Vegas rock and roll sterallures in The Disconnected Citizen, van een voormalig idool die elke avond datzelfde podium betreedt. Lights Out in Memphis Egypt opent als een zware grunge track om vervolgens met die kronkelende wendingen alle kanten uit te schieten. Dan weer lomp basic rock stampend in Sunshine Girl Hello en onberekend afwijkend in het retro Ant Repellent. Heerlijk!

Ondanks die tevens tekstuele onnavolgbare uitspattingen overheerst het rauwe gitaargeluid van een eigenzinnige indieband die zich ontwikkeld heeft tot een gedreven powerpop gezelschap. Een scherpe rockmachine die met het nodige krachtvoer een explosieve indruk achterlaat en nog lang niet uitgespeeld is. Afgewezen nummers? Daar doet Guided By Voices dus niet aan!

Guided by Voices - Earth Man Blues | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Erika Dohi - I, Castorpollux (2021) 3,5

24 april 2021, 23:19 uur

stem geplaatst

» details  

ViVii - Mondays (2021) 4,0

24 april 2021, 20:11 uur

stem geplaatst

» details  

Roedelius / Czjzek - Weites Land (1987) 4,0

24 april 2021, 18:50 uur

stem geplaatst

» details  

Michel Banabila - Wah​-​Wah Whispers (2021) 3,5

24 april 2021, 18:08 uur

stem geplaatst

» details  

P!OFF? - P!OFF? (1982) 4,0

24 april 2021, 16:33 uur

stem geplaatst

» details  

Der Plan - Save Your Software!! (2021) 4,0

24 april 2021, 11:53 uur

Het is altijd zonde als een project ten onder gaat in onhaalbare ambities. Sterker nog bij het Duitse krautrock en Neue Deutsche Welle gezelschap Der Plan betekende het zelfs uiteindelijk de definitieve ondergang van deze idealistische band. Save Your Software had een geslaagde voortzetting moeten worden van het idee achter Die Mensch Maschine van Kraftwerk. De mensheid is vervangbaar door machines die hun rol op het podium eenvoudig kunnen overnemen.

Er lagen kant en klare uitgewerkte plannen op tafel en het Japanse robotbedrijf Fanuk had de papieren en creativiteit om de ideeën vorm te geven. Het ambitieuze plan groeide uit tot een kolossaal monster, en zorgde voor een niet te lijmen breuk binnen Der Plan. Om het groepsverband te redden worden de opnames veilig opgesloten in een kluis, de poging om een doorstart te maken komt uiteindelijk niet meer van de grond. Vervolgens is het in minder goed ontvangen Die Peitsche Des Lebens hun laatste wapenfeit. In de loop der jaren krijgt het Fanuk project zowat een mythische waarde toegekend. Is er echt nog ergens beschikbaar materiaal terug te vinden, of hebben we hier te maken met een fabeltje om die cultstatus levendig te houden.

Dan duikt in 2020 in de uitgezochte archieven van het Ata Tak label opeens het bijna afgeronde album van Der Plan op. De drie kernleden Moritz Reichelt, Kurt Dahlke en Frank Fenstermacher van de laatste Der Plan setting worden opgetrommeld om de geluidsregistratie te recyclen en te herdefiniëren. Aangevuld met drie nieuwe tracks ontstaat uiteindelijk Save Your Software. Om de plaat in zijn waarde te laten worden deze nummers niet specifiek benoemt, maar zijn ze onderdeel van het geheel. Natuurlijk hoor je wel degelijk die moderne technieken terug, dat kan ook bijna niet anders. De experimentele composities zijn zodanig opgepoetst dat er zelfs behoorlijk toegankelijke stukken op terug te vinden zijn. Het doet geen inbreuk op het eindresultaat al blijf je jezelf afvragen hoe het oorspronkelijk geklonken had. Het geremixte titelstuk Save Your Software klinkt daadwerkelijk als een Kraftwerk eerbetoon, en past qua sound ook prima binnen het geschetste tijdsbeeld van 1989.

Het dansbare Cyberspace en de blikkerige charleston swing van Uin Uin Mun Kona Bap Uin ademen juist new wave uit, en liggen in het verlengde van de vroege eighties. De straatrap van LP 3 en de hiphop breaks in Repair Yourself zijn ook lekkere old-school vintage. Hierdoor reist de vraag of we te maken hebben met out takes van het debuut Geri Reig. Het is wel heerlijk gedateerd futuristisch, en eigenlijk doet het er ook niet toe of deze track daadwerkelijk eind jaren tachtig zijn oorsprong heeft. Dat Der Plan bivakkeerde op de vooravond van de Industrial revolutie is al direct merkbaar bij de cyber glamrock behandeling van het flink aangedikte Copy Copy Machine. Zo hebben het statige I Can Love en de techno fear van I Want To Sing Like Ella net teveel nineties galm in de stemvervormers en bigbeat invloeden waardoor ze in een later stadium beter zouden passen.

Het is zonde dat de achtergrond van het theoretische uitgangspunt zo letterlijk in het minimalistische Die Geschichte der Fanuks gebruikt wordt. Het is te saai om als hoorspel betitelt te worden, zeker als je nagaat wat het genootschap in hun mars heeft. Vreemd dat er juist hier gebruik wordt gemaakt van een menselijke verhaalstem en niet van een mechanische voice-over. Je krijgt de indruk dat hier al het restmateriaal op het laatste moment tussen is gestopt. Eigenlijk is dit het enige minpunt, probeerseltjes die niet te hervormen zijn tot schikkende elementen van Save Your Software. De twijfel of er feitelijk een afgeronde Save Your Software plaat tot de beschikking was blijft maar in mijn hoofd ronddolen. Het zou natuurlijk een perfecte ingecalculeerde meesterzet zijn om zo de aandacht opnieuw op te eisen. Alleen al door die vraag op te wekken zijn ze in hun missie geslaagd. De gimmicksound van het humoristische afsluitende Fanuk Rock versterkt dat beeld alleen maar.

Der Plan - Save Your Software | Electronic | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Last Days of April - Even the Good Days Are Bad (2021) 4,0

23 april 2021, 19:30 uur

Het is vanaf de gelijknamige debuutplaat van het Zweedse Last Days of April al overduidelijk dat we hier niet te maken hebben met de zoveelste opgefokte jeugdige emo hardcore punkband, die zich tekstueel verschuilt achter een brok aan gefrustreerde onzekerheid. Daarvoor zijn de catchy liedjes teveel volgestopt met geniale melodieuze uitspattingen. Ondanks dat het tempo vanaf Angel Youth steeds verder naar beneden gedraaid wordt, blijft de primitieve ruwheid behouden en zoeken ze de aansluiting met het indie publiek op. Het worden steeds kleinere intieme omarmbare popliedjes die een plekje in je hart opeisen.

Een verbreding die uiteindelijk zal leiden tot het alt-country geluid van het in 2015 verschenen magnum opus Sea of Clouds, waarbij er heerlijk volgens het Neil Young songbook principe gesoleerd wordt. Karl Larsson heeft zich ontwikkelt tot een talentvolle singer-songwriter inclusief het langharige country hippie uiterlijk. Daarmee is de cirkel rond. De plaat ademt het afscheidsgevoel uit, er hangt een voldane sfeer van rust overheen. Last Days of April bewandeld tegenwoordig wegen die zelfs in de verre verte geen gelijkenis vertonen met de opruiende punk attitude waarmee ze in het grijze verleden schitterden. Het collectief is volledig tot ontplooiing gekomen, en toen was het wel klaar. Er verschijnt geen nieuw werk meer, en ze laten een fraaie verzameling aan albums achter. De band en het publiek lijken er vrede mee te hebben. Beter kan het niet meer worden, of toch wel?

En dan komt zes jaar later onverwachts het meesterlijke Even the Good Days Are Bad uit. Een tweedaagse opnamesessie vanuit de bekende punkrock Gröndahl studio in Stockholm heeft geleid tot een droomplaat die sterk in het verlengde ligt van The MGMT psychedelica, The Flaming Lips gekte, het Radiohead experimentele in Had Enough en zelfs het gevoelige Americana countryrock randje van Ryan Adams. Het titelstuk Even the Good Days Are Bad is filmisch orkestraal. Een tikkeltje weemoedig en desperaat zelfs, waarbij de kijk op de wereld van Karl Larsson nog steeds deprimerend zwart is. Alleen heeft hij geen harde muzikale uithalen nodig om zijn gevoel te accentueren. En dan kom je op het punt dat het zelfvertrouwen in de lyrics zoveel meer zeggingskracht heeft. Een waardeoordeel wat alleen maar toegejuicht kan worden.

Voor de zoveelste keer weer heeft Karl Larsson zichzelf opnieuw uitgevonden. Er staan gelukkig ook nog prachtige schoonheidsfoutjes op, waarbij het geluid lekker dwars is afgesteld en de instrumenten niet geheel zuiver tegen de studiomuren weerkaatsen. Er is bewust gestreefd om die perfectie van de voorganger niet te evenaren, want eigenlijk is het stiekem veel leuker om die breekbaarheid te versterken. Dit alles neemt niet weg dat er nog steeds adembenemend krachtig gitaar gespeeld wordt op Turbulence, om vervolgens heerlijk tegendraads lo-fi rommelig verder te gaan op het rauwe Alone. En na een tevreden luisterbeurt van de eerste zeven tracks krijg je ook nog die waanzinnige afsluiter voorgeschoteld. Het bijna negen minuten durende melancholische countryrock van Downer is een eerbetoon aan al dat baanbrekende jaren zeventig werk. Met de ondergaande zon in het vooruitzicht krijg je de behoefte om Even the Good Days Are Bad opnieuw te draaien.

Last Days of April - Even The Good Days Are Bad | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Rostam - Changephobia (2021) 3,5

23 april 2021, 19:00 uur

Het is bijzonder hoe de snikhete strandballenpop van Vampire Weekend al in de nawinter van 2008 zoveel warmte oproept. Met de aanstekelijke mix van zomerse Afrikaanse polyritmiek en rondfladderend new wave gitaarspel zet het hyperactieve studentikoze New Yorkse indie gezelschap flinke badslipperstappen in het alternatieve rockcircuit. Het springerige A-Punk is een mooi visitekaartje en vervolgt de weg naar het eerder verschenen debuut Vampire Weekend. Het spil wordt gevormd door het hyperactieve schrijversduo Ezra Koenig en Rostam Batmanglij die hun immense creativiteit en speelplezier vervolgens over Contra en Modern Vampires of the City breed belegd uitsmeren.

De veelzijdigheid van de twee bandleiders is tevens een groot struikelblok waardoor ze de taken binnen Vampire Weekend herverdelen. Ezra Koenig eigent zich de rol van boegbeeld op, en Rostam Batmanglij is steeds nadrukkelijker achter de schermen werkzaam. Al vanaf de eerste plaat is hij als producer grotendeels verantwoordelijk voor het eindresultaat. Deze dubbeltaak binnen Vampire Weekend is vrijwel niet meer te combineren waardoor Rostam Batmanglij de gewaagde stap maakt om zijn rol van co-writer op te offeren. Een gezonde keuze die de goede vriendschappelijke verstandhouding tussen hem en Ezra Koenig niet in de weg zit, want op de achtergrond blijft hij wel degelijk verbonden met Vampire Weekend.

In zijn thuisstudio gaat hij in de tussentijd aan de slag met losse tracks wat uiteindelijk leidt tot het dromerige Half-Light. De overstap naar een meer op de synthpop gericht geluid wordt ondanks die persoonlijke handtekening vreemd genoeg lang niet zo breed opgepakt. Een aangenaam vrijwel onopgemerkt werkstuk die ergens tussen de kale experimentele songs van The Beatles en het eighties postpunk gezelschap XTC in balanceert en waarmee hij zich los wurgt van het Vampire Weekend geluid.

Als dan uiteindelijk de vierde Vampire Weekend plaat Father Of The Bride verschijnt blijkt dat Rostam Batmanglij definitief gekozen heeft voor een solo carrière. Hij staat niet meer genoemd als bandlid, al blijven de lijntjes dun en hopen de liefhebbers stiekem wel op een terugkeer. Ondanks de valse start krijgt Half-Light nu een waardig vervolg met de zonnige lome jazzuitspattingen van Changephobia. De liefde voor een positieve herboren zomer heeft ook hier de overhand, al zit de broeierigheid vooral in het relaxte afterparty gevoel.

Changephobia staat voor de vernieuwingsdrang en opgeëiste vrijheden, het succesvolle verleden afschuddend en verfrissende kansen pakken. Changephobia is tevens het onzekere toekomstbeeld, waarbij alle houvast verdwenen is. Niet alleen muzikanten en de cultuursector bereiden zich voor op een doorstart, de hele mensheid zal aan dit idee moeten wennen. Op ruimtelijk gebied is er veel gebeurd. Nog steeds is de sfeer klein en intiem maar de connectie tussen subtiel gitaarspel en hedendaagse elektronica heeft zich verfijnd. De onstuimige ritmische tempowisselingen van Vampire Weekend treden sterk op de voorgrond in de drum and bass van Kinney.

De specialisatie zit hem in de zwoele nachtclub pianotoetsen en is verder vooral terug te horen in het ondersteunende mellow slaperige baritonsaxofoonspel van Henry Solomon. Deze sessiemuzikant is regelmatig op het podium van de gezusters Haim terug te vinden. Danielle Haim verleent op Changephobia een vriendendienst door haar drumpartijen uit te lenen aan opwarmingstrack These Kids We Knew.

Een andere vorm van luchtigheid zit hem in de veilige soul van Next Thing of de knipoog naar de typische jaren tachtig new wave van 4Runner, welke meer in de lijn ligt van het hedendaagse Coldplay werk. En juist die band vat Changephobia aardig samen. Vernieuwingsdrang staat niet altijd gelijk aan het begrip avontuurlijk. Toch krijgt Rostam het voordeel van de twijfel. De een vind het heerlijk om te loungen bij de ondergaande zon, nippend aan een halfvol glaasje whisky on the rocks. Mijn voorkeur gaat meer uit naar een energiek gifgroen cocktail likeurtje en ik zet vervolgens toch die overdonderende eersteling van Vampire Weekend maar weer op.

Rostam - Changephobia | Electronic | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Sophia Kennedy - Monsters (2021) 3,5

23 april 2021, 18:26 uur

Helena Ratka en Sophia Kennedy zijn bekende namen in de cultuurscene van Hamburg die hun krachten bundelen in het donkere dancegezelschap Shari Vari. De inspiratie wordt gezocht in eighties synthpop, ijzige coldwave en bij de retro cyberpunkers van het New Yorkse Suicide. Helena Ratka wordt door het belangrijke in de Krautrock gegronde Bureau B elektrolabel gekaapt en brengt onder haar alter ego Pose Dia het pulserende Front View uit en Sophia Kennedy gaat trouw onder haar eigen naam verder op het onafhankelijke Pampa om vervolgens een doorstart te maken op het aan de indiepop gekoppelde City Slang.

Monsters is de tweede plaat van deze oorspronkelijke uit Baltimore afkomstige Amerikaanse kunstenares, die zich steeds meer aan het danceverleden onttrekt om de verfijning van het heuse popklimaat op te zoeken. Chestnut Avenue (Kastanienallee) en het autobiografische Loop grijpen terug naar het lichtelijke gestoorde kunstenaarswereldje van de Golden Pudel Club in Hamburg waar genialiteit overruled dreigt te worden door materialisme. Het verkoopbare eindproduct is ondertussen belangrijker dan het hele proces daarachter.

Bij elke song opent ze weer een ander deurtje van haar boeiende persoonlijkheid. Je bent uitgenodigd om als bezoeker getuige te zijn van wat er in die aaneengesloten kamertjes gebeurt. De ene keer zalvend, moederlijk en lief, dan weer nerveus, traumatisch en onberekenbaar. Zwevend wegvliegen, op zoek naar verlossing, om vervolgens weer keihard op de bek te gaan. Vallen en opstaan, maar dan dus vooral vallen.

Op Monsters zijn dit dagelijkse nachtmerries welke zich juist in het knipperende avondlicht van de duistere straatjazz van Up openbaren. Animals Will Come heeft een drunken lullaby ondertoon, een beetje cabaret, met hier en daar wat triphop. Tegenstrijdige bliepjes doorkruizen haar overtuigende gruiziger wordende stemgeluid welke steeds meer vraagt om een krakende vinylbehandeling op een dolgedraaide platenspeler.

De plaat is afgerond en Sophia Kennedy verkeert in een hulpeloze positie. Klaar om zich op te offeren aan de allesvernietigende kritische journalistiek die als aasgieren op haar af duikt. Ze kan die onzekerheid gerust opzij zetten, want Monsters overtuigt op alle vlakken. Sophia Kennedy is onvatbaar en heeft schizofrene trekjes in het manische nostalgische Orange Tic Tac. Een eendagsvlieg die in al haar enthousiasme steeds hoger vliegt en net als Icarus de breekbare vleugeltjes opoffert aan de felle zonnestralen. Duistere schaduwtracks die door de energie van zonlicht verbranden en in as-vorm als ware vlammende feniksen herboren worden.

Krachtig euforisch in de vintage aerobicbeats van I Can See You, dan weer zwaar futuristisch in het door heftige apengeluiden verstoorde Francis. Het claustrofobische Dragged Myself Into the Sun is grimmig, de grafstemming van een deprimerende postpunktrack welke gepijnigd wordt door de verharde terreur van de kille beats om uiteindelijk een doekje tegen het bloeden te krijgen van de berustende pianoklanken en het afsluitend gesproken eindoordeel. Gelukkig is er genoeg plek over voor wat gemakkelijk verteerbare postmoderne popstukken. Heerlijk sensueel soulvol in het ritmische Zuid-Amerikaanse Seventeen en brutaal onverschillig in de glitterdisco van Cat on My Tongue. Groter en meeslepender dan het naar zichzelf genoemde eersteling, maar daardoor ook een stuk kwetsbaarder.

Sophia Kennedy - Monsters | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Current Joys - Voyager (2021) 4,0

23 april 2021, 17:31 uur

Ze zijn er gelukkig nog steeds, de dwalende romantici van de popmuziek. Beeldende poëten die als dolende zielen zich staande houden in de schemerwereld tussen de verharde realiteit en het escapisme van de fantasiebeleving. De uit Nevada afkomstige Nick Rattigan is zo’n bijzondere singer-songwriter, waarbij de nodige gecreëerde geestelijke littekens zijn zwaarmoedige kijk op het gevoelsleven zodanig negatief beïnvloeden. Fysiek vlucht Nick Rattigan weg in de krachtige surfrock van Surf Curse die hij als drummer samen met zijn schoolmaatje Jacob Rubeck maakt. Een dekmantel om zijn innerlijke onrust letterlijk en figuurlijk van zich af te slaan, en welke ervoor zorgt dat hij niet helemaal wegzakt in de duistere deprimerende sound van Current Joys.

De mentale zwaarmoedige kijk op het leven vormt de basis van zijn bestaan. De beladen voordracht van Nick Rattigan wankelt en kraakt van alle kanten. Zijn gegeneraliseerde angststoornis maakt het leven in de maatschappij vrijwel onmogelijk. Doordat hij veranderingen op het gebied van gezondheid, financiën, dood, familie of werkomstandigheden lastig kan plaatsen en verwerken, blijft zijn kwetsbare fragiliteit de bindende factor op de Current Joys albums. Die innerlijke onrust zorgt ervoor dat hij voor langere tijd zoekende is naar de juiste wijze om zich bloot te stellen aan de kritische buitenwereld. In eerste instantie gaat hij aan de slag als The Nicholas Project, wat al snel omgedoopt wordt tot TELE/VISIONS. Nog steeds niet helemaal tevreden over de gekozen naam krijgt het in 2015 uiteindelijk vorm als het eenmansproject Current Joys.

Die labiele toestand levert wel een eerlijke plaat op. Zijn mentale welzijn zit sterk verborgen in Shivers, het prijsnummer van Voyager. Deze cover van The Boys Next Door betekende ruim veertig jaar geleden het startpunt van de carrière van Nick Cave en verwoord perfect de sfeer die Nick Rattigan wil oproepen. Rillingen, maar dan in de vorm van kippenvel, geraakt door de diepgang van een zwartgallige geest met een hoge sensitiviteit. De emotionele vocalen zijn een aangename mix tussen het deprimerende van The Cure, het neurotische van The National en de bevlogenheid van een nog jeugdige The Killers. Hedendaagse postpunk met een vleugje gedateerde nostalgie.

Het gekletter van de opzwepende drumslagen in het melancholische Dancer in the Dark veroorzaakt een ritmische regenval waarbij de invallende strijkers de guurheid van de jaren tachtig oproepen. Een perfecte kennismaking van de grauwe belevingswereld van Current Joys. Door het gejaagde ritme krijgt het geheel een energieke pushende oppepper, waardoor het zwartduistere patroon met regelmaat onderbroken wordt om plaats te maken voor opwekkende levendigheid. De tracks zijn zorgvuldig door Nick Rattigan gecomponeerd waarbij de multi-instrumentalist zelf verantwoordelijk is voor het volle geluid en de overige aankleding. De nadruk ligt veel op het geschoolde toetsenwerk, waarna het sobere gitaarspel voor de overige filmische ambiance zorgt.

De overgevoeligheid zit sterk in het karakter van de singer-songwriter verweven. Zijn labiele persoonlijkheid vormt de leidraad van Voyager, welke terug te horen is in de donkere teksten, de aandoenlijke maniakale klaagzang en het vol geborduurde muzikale raamwerk. Vanwege zijn journalistieke achtergrond en het verleden als productieassistent in de film business heeft Nick Rattigan een sterk ontwikkeld vermogen om te observeren en te visualiseren. De voorliefde voor de destructieve zelfkant en decadente rolprenten verwoordt hij in de verhalende lyrics en de zelfgemaakte tragikomische videoclips. Zo staat in het diep trieste American Honey de gek makende eenzaamheid centraal. Dit alles werkt toe naar het magistrale Voyager Pt. 2, waarbij de zanger het uiterste van zijn stem vraagt.

Voyager is misschien dan wel stukken minder memorabel dan de klassiekers op het (hedendaagse) postpunkvlak, het heimelijke verlangen om deze vervolgens uit je platenkast te halen wordt wel opgewekt. Een mooi voorprogramma om de dag nostalgisch mee af te sluiten.

Current Joys - Voyager | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

81355 - This Time I'll Be of Use (2021) 3,5

23 april 2021, 16:34 uur

stem geplaatst

» details  

The Mountain Goats - Dark in Here (2021) 4,0

22 april 2021, 21:14 uur

Steal away at sundown, pick a place to hide
Check for signs of ambush, hunker down inside
Tired of running, tired of never standing still
Hear them riding up the hill

Just beyond your limits
Find the new frontier
I live in the darkness
It’s dark in here

Zomaar zinnen uit het veelzeggende asgrauwe titelstuk van Dark In Here, de wanhopige desperate sleuteltrack van de laatste The Mountain Goats plaat. Ook hier heeft corona zijn sporen achtergelaten. Voor John Darnielle is het de normaalste zaak van de wereld om zijn fans jaarlijks te trakteren op een nieuwe The Mountain Goats album. Het voelt wel anders aan nu hij zich noodgedwongen moet isoleren van de buitenwereld. De FAME studio in Muscle Shoals is nog meer een uitvlucht om zich te beschermen tegen de onzekere toekomst. Ondanks dat het gezelschap minimaal binding heeft met de omgeving, klinkt Dark In Here net zo aards als voorganger Getting Into Knives. Daar verwachtte ik al dat deze opvolger nog indringender en donkerder zou klinken, wat hier dus daadwerkelijk bevestigd wordt.

De grijze wereld staat stil, de kleurrijke natuur ontwaakt.

See the tall poppies with their tender fragile necks
Solomon in all his glory not arrayed like these
Bending in the wind like pilgrims on their knees

Felrode klaprozen bepalen het straatbeeld en begroeten al buigend in het doeltreffende The Destruction of the Kola Superdeep Borehole Tower de eenzame verlate autowegen. John Darnielle gebruikt het Russische boorgat als een open verbinding met de hel. Gastmuzikant Spooner Oldham gaat met zijn orgel het duel aan met de duizelende ronddolende bas van Peter Hughes en de bijtende sneren die uit de gitaar van John Darnielle ontsnappen. Jon Wurster is de ophitsende ceremoniemeester die dit akelige schouwspel met zijn marcherende drumslagen opstuwt. Bijbelse plagen en verwijzingen worden aangehaald in de luchtige Americana van Mobile, de historische aan de opslurpende duisternis ontsnapte Jonas figuur in de positie van veelbelovende grote wereldverbeteraar. Dat het hem niet lukt om de mensheid te redden komt sterk terug in het helse Armageddon decor van het gitzwarte Before I Got There.

Het traditionele folky Parisian Enclave neemt je mee naar het moment dat de kwetsbare stervelingen verplicht een schuilplaats opzoeken. Het is mooi hoe John Darnielle de mensheid vergelijkt met ratten. Het staat symbool aan de kapitalistische beschaving. Een bewoording welke ook gekoppeld mag worden aan de grote verspreiders van ziektekiemen, het slachtoffers eisende COVID-19 virus als de hedendaagse dodelijke variant op de pest. De percussie klinkt oud en versleten, als alarmbellen uit een ver verleden. Zoals verwacht is de toon behoorlijk pessimistisch. Uiteindelijk schept John Darnielle in het slotakkoord Let Me Bathe in Demonic Light geen hoopvol toekomstbeeld, maar geeft hij zich over aan de drang tot escapisme.

John Darnielle blijft de verhalende observator, een ingehuurde loungepianist die in het coole in toetsenpatronen uiteenbarstende Lizard Suit toekijkt hoe hooggeplaatste gasten hun ware identiteit verhullen in dure maatpakken. Een verrijking van het geluid, welke zich met een toevoegende veelvoud aan blazers en de backings van Susan Marshall en Reba Russell voortzet in de nachtclubsfeer van When a Powerful Animal Comes. Het tweede gedeelte van Dark in Here heeft het schemerige schaduwspel van de avond. Gedempte luistersongs boordevol intimiteit. Thematisch wijkt de nostalgie van The Slow Parts on Death Metal Albums af van de rest van het materiaal, muzikaal gezien bezit het wel die donkere schuifelende jazzbeleving.

Het is allemaal weer prachtig, al blijft het jammer dat John Darnielle zich niet alleen gericht heeft op die gefrustreerde onmacht van de kritische opstandige folksongs, of dit gegeven opzij schuift om een gepassioneerde jazzplaat te maken. Hij kan het allebei, het zou de leesbaarheid van Dark in Here alleen een stuk groter maken.

The Mountain Goats - Dark in Here | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Hiss Golden Messenger - Quietly Blowing It (2021) 4,0

22 april 2021, 20:28 uur

De onontkoombare stilte die als een laaghangende zon over de wereld heen hangt geeft M.C. Taylor letterlijk de mogelijkheid om zich te isoleren in een hutje op de heide en in alle rust tot bezinning te komen. Het levert genoeg schetsmateriaal op om een vervolg te maken op het zeer goed ontvangen Hiss Golden Messenger album Terms of Surrender. De praatgrage verhalenverteller lijmt niet het splijtende hartzeer van de aarde, maar probeert deze wel te relativeren.

M.C. Taylor heeft een overschot aan gastmuzikanten om hem heen verzameld om dat intieme sobere gevoel vorm te geven. Vanwege de beperkte mogelijkheden om het podium te betreden krijgt oudgediende Josh Kaufman niet de kans om zijn prachtige Bonny Light Horseman plaat te promoten. Ook de overbekende Nashville gitarist Buddy Miller en de Goldsmith broers van folk band Dawes zitten noodgedwongen thuis en vinden het heerlijk om die stagnerende sleur te ontwijken. Hetzelfde geldt voor mede schrijver Gregory Alan Isakov waarmee het flinterdunne jazzy Painting Houses verder uitgewerkt wordt.

Matt Douglas van The Mountain Goats en Stuart Bogie blazen met hun verfrissende luchtige saxofoonspel alle in gospel gedoopte twijfels weg om vervolgens de gitaren het natuurlijke landschap verder met de nodige groentinten in te laten kleuren. Nog aardser laat de ademende mondharmonica van The Great Mystifier en Glory Strums (Loneliness of the Long-Distance Runner) de studioruimte acclimatiseren en de opgespaarde buitenlucht als verwarmde longinhoud ontsnappen. Zelfs de op Terms of Surrender gemiste mede oprichter Scott Hirsch is weer van de partij. Bij een goede vriendschap kan het vruchtbaar werken om eventjes die stap terug te nemen om je vervolgens opnieuw bij het gezelschap aan te sluiten.

Harde werkers die niet het zaadje planten, maar die wel de grond bemesten, als kneedbaar klei aanstampen, en het moment afwachten dat de songs tot volgroeiing komen. Een collectieve samenwerking waarbij de muzikale agrariër M.C. Taylor vol trots zijn negende volwaardige eindproduct presenteert. Ondanks de maatschappelijke teksten over onderdrukking in de prekende zang van Mighty Dollar schijnen er ook op Quietly Blowing It weer genoeg zonnestralen door de dikke beklemmende laag aan stapelwolken heen. Het profetische door piano gevoede Hardlytown waagt zich met zinsdelen als People get ready, there’s a big ship coming zelfs op het Bijbelse vlak, en schept het beeld dat de goedgelovige gemeenschap door een soort van Ark van Noach gered wordt. Typisch Amerikaans allemaal, ik kan er als nuchtere luisteraar nooit echt aan wennen.

De landelijke country roots basis uit North Carolina blijft behouden in de klimaat scheppende Zuidelijke sfeer van Angels in the Headlights welke zich als het geweten van zijn geboortegrond opdringt. Quietly Blowing It is geen standaard rootsplaat geworden, maar juist meer een ontdekkingstocht die onbeantwoorde levensvragen de Southern soulkant van M.C. Taylor laten ontwaken. Die oerdrang om de thuisbasis als uitgangspunt te nemen haalt het beste uit de singer-songwriter naar boven. Om het systeem te veranderen moet je zelf bereid zijn om de stijgende klim verder in te zetten. De boodschap klinkt zo eenvoudig in Way Back in the Way Back maar hierdoor is het mogelijk om zonder angst in een vredige toekomst te leven. Een conclusie die M.C. Taylor nogmaals onderstreept in het afsluitende Sanctuary.

Hiss Golden Messenger - Quietly Blowing It | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

London Grammar - Californian Soil (2021) 4,0

21 april 2021, 03:04 uur

Het is de herfst van 2013 als London Grammar de wereld eventjes tot stilstand dwingt met het bedwelmende donkere Strong. Deze derde single betekent de grote doorbrak van het uit Nottingham afkomstige gezelschap. Een zoektocht naar kracht, waarbij de kwetsbare Hannah Reid zich als een onzichtbaar middelpunt in haar eigen wereldje centraliseert.

Deze tegenstrijdigheid botst met het gegeven dat de getalenteerde frontvrouw opeens vol in the picture staat en dus als een sterke vrouwelijke persoonlijkheid gezien wordt. Juist door die herkenbaarheid krijgt ze de taak toegeëigend om zich uit te spreken, en telt haar mening wel mee. Op If You Wait plaatst ze zich naast Romy Madley Croft van The XX, die ook haar persoonlijke shit deelt om zelf een vervolgstap in het leven te maken. Daar ligt tevens de nadruk op de ijzersterke triphop achtige ondersteuning. Alleen ademt London Grammar vooral hoop uit, en treed Hannah Reid net wat minder introvert naar buiten.

Truth Is a Beautiful Thing voldoet aan de verwachtingen, en het fragiele heeft plaats gemaakt voor volwassen zekerheid, al blijft die aantrekkingskracht van de karakteriserende hemelse zang domineren. Toch blijft Hannah Reid moeite hebben met die aandacht en is ze er zich wel degelijk van bewust dat er van haar gevraagd wordt om deze om te zetten in een leiderspositie binnen London Grammar. Het lijkt mij een bewuste keuze om Hannah Reid nu als boegbeeld naar voren te schuiven om de vervlakking tegen te gaan.

Dat daardoor nog niet alles even pakkend uit de verf komt is een logische voortzetting. De kunst is het om je hierdoor niet teveel af te laten leiden. De frustraties en het gevecht met de demonen overheersen nog steeds op Californian Soil. De vocalist heeft zich al eerder openlijk uitgesproken over de benauwende positie van de zangeressen in het muziekklimaat en dat ze niet van plan is om die vrouwelijkheid aan de platenmaatschappij te verkopen om haar sexappeal tentoon te stellen.

Californian Soil opent ijzersterk met het filmische Intro, waarbij Hannah Reid de luisteraar meeneemt in haar rol als een verleidende Sirene die met dromerige klanken hypnotiseert en bemind. Er is gekozen voor een breed georkestreerde aanpak waarbij de strijkers eventjes die begeleiding van Dan Rothman en Dominic Major overnemen. Een meesterzet om zo af te trappen welke vervolgd wordt door de duistere dreampop van het titelstuk Californian Soil. Een gedurfde ontwikkeling, waarmee London Grammar uit die verstillende triphop sound stapt en meer kleur geeft aan de jaren tachtig. Dit alles in een hedendaags aarde donker Peaky Blinders getint sfeertje, omgeven door spookachtige vocale bijgeluiden.

Vanaf Missing is daar fragmentarisch die zekere hitgevoelige omslag, waarbij bijna vergeten wordt dat juist Hannah Reid zoveel diepere lagen toevoegt aan haar stem. Het is eventjes wennen nu ze die breekbare onzekerheid definitief verlaten heeft en ze haar twee collega’s dirigeert om dragende die positie als begeleidingsband op zich te nemen. Nog meer schud London Grammar die prachtige veilige eigenzinnigheid van zich af om op zoek te gaan naar nieuwe uitdagende invalshoeken. Ze lopen hiermee wel het risico dat de band vervreemd raakt met zichzelf en ze juist die beeldende sobere uitstraling opofferen voor solide uptempo beats.

Dit gaat ten koste van de nog steeds prachtige integere teksten. Het indringende Lord It’s a Feeling behoort tot die tekstuele hoogtepunten die Hannah Reid ooit beschreven heeft, en waarbij ze de private ellende publiekelijk deelt. Echter zonder het zorgvuldig gebruik maken van intimiteit en instrumentenkeuze wordt het een gehaast vluchtig liefdesliedje met halverwege pas de plek voor die gerijpte stem met een ruimtelijke postpunk kilheid. Zonde, want met het op zeer basic sprookjesgeluid terende All My love laat ze collega zangeressen vervagen tot nietszeggende schimmen, die al aarzelend een plek in haar schaduw innemen.

Het is een gewenningsproces, voor de luisteraar en de band, waarbij Hannah Reid de overige twee muzikale partners overstijgt. Op de tweede helft van Californian Soil is daar die beheerste somberheid, en treden de strijkers weer meer overwichtig op de voorgrond. I Need the Night leunt op dromerige retro new wave gitaarlijnen en pompende kletterbeats die de track pulserend uit de duisternis trekt. Dit overtreft London Grammar nogmaals met America, waarbij The American Dream de ultieme zoektocht naar het geluk symboliseert. Loslaten om weer verder te gaan. Misschien is dit ook wel de kern van Californian Soil. Het verleden laten rusten en je richten op de toekomst.

London Grammar - Californian Soil | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Portugal. The Man - Oregon City Sessions (2021) 4,0

18 april 2021, 13:06 uur

Eigenlijk voorspelde men het tien jaar geleden ten tijden van In The Mountain In The Cloud al. Portugal. The Man heeft genoeg potentie om een grote band te worden. Alleen was 2011 niet het verwachte jaar, maar zorgde het gelikte Feel It Still van Woodstock zes jaar later voor die gigantische doorbraak. De met kopstem gezongen single domineerde op de (semi) alternatieve radiozenders en kreeg ook nog extra airplay vanwege het veelvoudig gebruik in televisiereclames.

Toch volgde daarna een lange stilte van vier non-productieve jaren. En zelfs nu wordt er teruggegrepen naar oud werk. Het gearchiveerde Oregon City Sessions is een zoethoudertje, een jammende concertregistratie die vanaf december 2008 op de plank is blijven liggen. Behoorlijk bevooroordeeld en met lichte tegenzin stort ik mij op deze goedkope doordachte manier om de aandacht op Portugal. The Man te richten. Maar ik moet mijn mening al snel herzien, hier speelt namelijk een strakke band in bloedvorm. Rauw, hard en gepassioneerd, in de lijn van The Black Keys en Jack White in hun hoogtijdagen.

Er is bewust niet geknipt in de opnames om het zo puur mogelijk te houden. Anderhalf uur aan gitaargeweld en een veelvoud aan uitbarstingen in maniakale doordravende drums en gepassioneerde zang. John Gourley krijst, gilt en zingt, zonder een moment te verzwakken. Het stemvermogen is onnatuurlijk groot en hiermee evenaart hij zelfs bijna een Robert Plant in zijn toptijd bij Led Zeppelin. Dat jaren zeventig gevoel domineert ook hier, Portugal. The Man soleert als een malle en laat de gitaren als getemde monsters huilen en gooit er de nodige regenachtige orgelpartijen doorheen.

Al vrij in het begin beland je halverwege het heerlijk breed uitgesmeerde Horse Warming Party in een psychedelische trip, en verwacht je dat dit niet meer te overtreffen is. Vergeet het maar! Het heftige AKA M80 The Wolf ondergaat diezelfde hypnotiserende schoonheidsbehandeling. Oregon City Sessions is meesterlijk en laat de band in hun meest interessante periode horen.

Hoe eenvoudig kan het zijn, subtiele kleine aanpassingen met een immens resultaat. Portugal. The Man creëert een broeierig zomers sfeertje met flink wat witwasserij van hun stevige rocksongs. Als cleane laidback reggae nummers verlaten tracks als het emotionele pronkstuk My Mind / The Home, de echo op de dubgitaar van 1989 en de straataccordeon in New Orleans de studio. Die laatste schakelt perfect over in een schurende versie van het nog dreigendere Bellies Are Full, waarbij de drum keihard als een oorverdovende bliksemflits inslaat.

Het uitgekiende Lay Me Back Down begint met een allesvernietigende massa-aanslag op de roerloze versterkers, en gaat vervolgens heerlijk de glamrock kant op. Het noisy rockende Chicago blijft verrassend dicht bij het origineel en laat de doorbuigende instrumenten roodgloeiend in rokende toestand achter waarna de orgelpartijen het nog enigszins recht weten te trekken. Dat sobere gespeelde toetsengevoel houden ze vast in het slepende And I waarmee ze proberen om Pink Floyd van de troon te stoten.

Tegen het einde wordt er nog eventjes heerlijk gefreakt met het drieluik Marching With 6 / Elephants / Sit Back And Dream, want als je dan toch die mogelijkheid hebt om totaal los te gaan, moet je die uiteraard ook volledig benutten. Door de meer gedragen versie van Tommy komen de teksten nog meer tot zijn recht en wat is het dan heerlijk om af te sluiten met die Beatles klassieker Helter Skelter. Oregon City Sessions is niet zozeer gemaakt voor de liefhebbers van het pakkende Feel It Still, maar een aangename aanvulling op die vrijwel kansloze eerste cyclus, toen de rockmachine nog niet op batterijen werkte maar onbewerkte olie ademde.

Portugal. The Man - Oregon City Sessions | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Crimi - Luci e Guai (2021) 3,0

18 april 2021, 13:00 uur

Je eerste muzikale herinneringen blijven vaak het hele leven bij. Zo hoorde Julien Lesuisse op zeer jeugdige leeftijd de memorabele deuntjes die zijn Siciliaanse nonna in de keuken tijdens het koken neuriede. Die liefde voor de muziek werd dus al door zijn grootmoeder letterlijk met de paplepel ingegoten. Deze zanger en tevens prima saxofonist groeide dan wel op in Lyon, maar die Italiaanse roots blijven bepalende in zijn ontwikkeling. Zijn hart ligt vol nog steeds op de geboortegrond van zijn voorouders, terwijl zijn ziel ondertussen ook geraakt werd door andere culturen en gewoontes.

Niet vreemd dus dat hij terecht komt bij het feestelijk klinkende bonte ADHD gezelschap Mazalda Turbo Clap. Een zestallige stimulerende adrenalinekick die in freakend hoog tempo er een overvoed aan Algerijnse rai georiënteerde muziek doorheen werkt. Ze staan hiermee dicht bij het rauwe straatgeluid van het rondzwervende Les Négresses Vertes en het manische Mano Negra en de daaruit voortgekomen Mestizo stroming die de puurheid van punk mixt met wereldmuziek.

Omdat de wereld zoveel moois te bieden heeft gaat de verveeld geraakte Julien Lesuisse al snel op zoek naar nieuwe muzikale uitdagingen. Tijdens deze zoektocht maakt hij kennis met gitarist Cyril Moulas, voorheen actief in het jazzy Ethiopische Imperial Tiger Orchestra, Afrobeat drummer Bruno Duval die tevens leerling was van het legendarische Fela Kuti bandlid Tony Allen, en bassist Brice Berrerd. Dit viertal vormt uiteindelijk Crimi.

Crimi is een verbroederend collectief welke poogt om traditionele stijlen onder te brengen in een modern universeel geheel. Grenzen vervagen en muziek is voor iedereen. De geleefde stem van de emotionele zanger Julien Lesuisse houdt wel vast aan die kenmerkende rai sound die hij met Mazalda Turbo Clap al neerzette. De sprankelende begeleiding op Luci e Guai schippert tussen diverse stromingen en verbreed het geluid waarbij er vooral terug gegrepen wordt op de jaren zeventig en tachtig.

Cyril Moulas drukt zijn stempel op Mano d’Oro. De dominant gespeelde loeiharde afro beat krijgt tegengas door die dromerige afzijdige ritmische reggae. Een fusie welke de zomer verwelkomt. De eighties new wave van het haastige La Vicaria en het hypnotiserende Chi Ci Talia? komen volledig tot zijn recht met het Oosterse rockende psychedelische gitaarspel en de strak doorpompende baspartijen.

Ciatu Di Iu Margiu is stevig rockende synthpop, maar dan voortgebracht door echte ademende instrumenten en niet met de hulp van een drumcomputer. Gelukkig grijpt Julien Lesuisse ook nog terug naar zijn saxofoon om de jazz fusion van Conca D’oro in te luiden. Het avontuurlijke La Virrinedda is nachtelijk en verleidend, duisterder en drukkender dan de overige tracks, maar wel zeer overtuigend. De saxofoon laat de ochtendzon ontwaken en zorgt voor een verfrissende afloop.

Het zwoele mierzoete Quetzalcoatl neigt naar jaren tachtig soul, en is een afbreuk ten opzichte van de overige tracks. Het is net te gelikt, te broeierig, en ook die kopstem van Julien Lesuisse werkt hier niet in het voordeel. Lo Nilo is chaotisch en ongecontroleerd en de jamsessie der instrumenten matchen niet geheel met elkaar. En daar zet hem toch wel het kritiekpunt van Luci e Guai. Julien Lesuisse wil net iets teveel. Op muzikaal vlak en qua zang zit het allemaal perfect in elkaar, alleen botsen deze twee werelden te vaak met elkaar. Een mooi gewaagd experiment met een wisselvallige uitwerking.

Crimi - Luci e Guai | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Dropkick Murphys - Turn Up That Dial (2021) 4,0

17 april 2021, 02:09 uur

Het is puur toeval dat het uit Boston afkomstige Dropkick Murphys gedurende het presidentschap van Donald Trump niet van zich laten horen. Al legt hij de eed twee weken na het verschijnen van 11 Short Stories of Pain & Glory af en komen de Iers-Amerikaanse Celtic folk punkers pas nu met hun opvolger. Turn Up That Dial mag gezien worden als een comeback, nadat zanger Ken Casey bijna knock-out ging en voortijdig de ring moet verlaten. Na een ernstig motorongeluk in 2018 ging hij met heftige werveltrauma’s onder het mes. Het gevoel in zijn vingers was totaal verdwenen waardoor hij tijdelijk genoodzaakt was om zonder basgitaar het podium te betreden.

Ondertussen is hij weer aardig hersteld, en mag de single Middle Finger op meerdere manieren opgevat worden. Een doeltreffende middelvinger naar de maatschappij. Maar ook ironisch gezien, alle kracht in zijn hand is weer terug. Dit feest vierende gezelschap heeft zijn eigen wat hardere humor, en daar past deze houding perfect tussen. Is er verder veel veranderd? Nee, want er valt gewoon bar weinig aan deze formule te verbeteren, en dat hoeft ook niet. Nog steeds zijn ze het hardere Amerikaanse antwoord op The Pogues, de felheid is in de loop der jaren ook bij Dropkick Murphys zeker niet afgenomen.

Met het titelnummer Turn Up That Dial wordt al gevraagd om het volume hoger te zetten. En terecht, dit is heerlijke old-school Dropkick Murphys. Een perfecte mix tussen punk en folk. De nostalgische terugblik aan de vroegere jeugdjaren krijgt vorm in het voor Dropkick Murphys begrippen sentimentele Queen of Suffolk County. Ook het meer folk georiënteerde H.B.D.M.F. draagt dit sfeertje. Uiteraard is de humor ook aanwezig in de punksong van het haat/liefde eerbetoon aan een van de twee frontmannen van The Clash in Mick Jones Nicked My Pudding.

Dit is de sound waarmee ze bekend werden en het zou een afbreuk aan hun roots zijn als ze dit verloochenen. De urgentie is uiteraard niet meer zo groot als vijfentwintig jaar geleden. Ze mogen dan wel nog steeds dit hardcore gevoel vanuit hun hart uitdragen. Het publiek is ook een kwart eeuw ouder geworden, en hebben waarschijnlijk voor een stuk conservatiever veiliger bestaan gekozen. Punk is niet dood of vergankelijk, maar wel duidelijk gericht aan de rebelse tienerjaren. Het nodigt in ieder geval nog steeds uit om de teksten keihard mee te schreeuwen, daar in die anthems ligt nog steeds hun kracht. Dat de muzikanten zelf ook op leeftijd raken en daardoor steeds vaker geconfronteerd worden met persoonlijke verliezen hoor je terug in het persoonlijke I Wish You Were Here, opgedragen aan de overleden vader van Al Barr

De al eerder op single verschenen folkrock song Smash Shit Up steekt er door die geweldige dominante baspartijen er fier bovenuit. Logisch dat deze een jaar geleden als aankondiging van Turn Up That Dial al gedropt werd. Maar om vervolgens nog ruim een jaar te wachten om de plaat publiekelijk los te laten? Daarvoor zijn de prima songs net te inwisselbaar. Een constante voortzetting van hun eerdere werk, en dat is stiekem ook wel weer fijn.

Dropkick Murphys - Turn Up That Dial | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

William Doyle - Great Spans of Muddy Time (2021) 4,0

16 april 2021, 01:16 uur

Wat zegt het klassieke 17-eeuwse doek Een pelikaan en ander gevogelte bij een waterbassin van de Amsterdamse renaissance schilder Melchior d’Hondecoeter over de Engelse vooruitstrevende elektronicamuzikant William Doyle? Buiten het feit dat ze beide kunstenaars zijn die het vak erg goed beheersen helemaal niks. Het is puur toeval dat de Engelsman bij het bezoek aan het Rijksmuseum archief gefascineerd raakte door dit schilderij, en deze als albumhoes gebruikt voor Great Spans of Muddy Time.

Nadat zijn vorige plaat Your Wilderness Revisited de nodige lofbetuigingen mocht ontvangen, besluit de creatieveling om niet voort te borduren op dit succes. Diep in hem hunkert het verlangen om juist de avontuurlijke kant op te zoeken. Een persoonlijke signatuur waarmee hij gelijk zijn commerciële zelfmoord in werking stelt. Dit muzikale wonderkind maakte al eerder een droomstart toen hij onder zijn alias East India Youth verschillende nominaties binnenhaalde met zijn debuut Total Strife Forever. De prestigedrang om zichzelf te blijven ontwikkelen weegt echter zwaarder dan aan het perfectionistische ideaalbeeld van de popcritici en muziekliefhebber te voldoen.

Is Great Spans of Muddy Time dan een slechtere plaat geworden? Zeker niet! Maar het vergt de nodige tijd om de schoonheid hiervan te ontdekken, al pakt hij in het begin nog bijzonder toegankelijk uit. I Need to Keep You in My Life heeft nog fraaie klassiek geschoolde songstructuren en is een aangenaam opwarmertje voor die prachtige hoge vocale kunsten van William Doyle. Als een onschuldig klinkende koorzanger laat hij een adembenemende indruk achter. De soepele dromerige opbouw krijgt tegengas door hier en daar de uitbundige wilde geluidsexplosies aan toe te voegen. Maar wat blijft hij nog dicht bij zichzelf en getuigt hij nogmaals de nodige specialistische kennis te bezitten om zeer sfeervol af te trappen.

And Everything Changed (But I Feel Alright) beweegt zich op het vlak van eighties disco en komt misschien nog wel beter tot zijn recht dan de zeker niet misselijke opener. Als een gekweld dier ontsnappen de heerlijke gitaarakkoorden om de ruimte te vervullen met een optimaal uitgebalanceerde new wave klimaat. Er zeeft een laaghangend laagje melancholie boven die net een tikkeltje voor die trieste ondertoon zorgt. In diezelfde lijn ligt de ouderwetse synthpop van Nothing At All, waarmee duidelijk aansluiting gezocht wordt met de theatrale melancholiek van New Order en Pet Shop Boys. Tot hiertoe voldoet hij nog volledig aan de wensen van de luisteraar, vervolgens vergt het allemaal meer inlevingsvermogen.

Somewhere Totally Else kruipt al sissend en schokkend dieper onder de huid en zorgt al snel voor het verwachtte keerpunt. De speelsheid van de vintage Krautrock keyboardgeluiden ontwikkelen zich als een vervelende stoorzender die bewust de aandacht opeist. Eigenlijk zoekt William Doyle gewoon het vroegere breekpunt op dat de Krautrock bejubelend overgaat in de hitgevoelige synthpop. Een zoektocht welke uiteindelijk leidt tot het voltooide Rainfalls en het Orchestral Manoeuvres in the Dark achtige Theme from Muddy Time, een band die met Dazzle Ships ook bijna hun vers verworven sterrenstatus verspeelden.

De fragmentarische stukken als de met percussie volgestopte Shadowtackling, het afbrekende geluidslandschap van A Forgotten Film en de krakende kitsch Semi-bionic zijn een futuristische aanval op het muzikale belevingswereld. Harp strelingen overheersen in het zwaar drukkende Who Cares en het luchtige St. Giles’ Hill. Het Oosterse mediterende [A Sea of Thoughts Behind It] heeft door de gitaarlijnen de kracht van de optimistische post-punk en mag gerust genoemd worden als een waardevolle afsluiter.

Zou dit een voorstudie zijn voor een meesterlijke vervolgstap, waarmee hij voor altijd het spanningsveld tussen pop en klassiek laat samenvloeien tot een universeel geheel? Of is dit een onbeantwoorde hoopvolle voorspelling? Heeft William Doyle mij net zo sterk overtuigd als met Your Wilderness Revisited? Jazeker, al zal de waarde van Is Great Spans of Muddy Time waarschijnlijk pas jaren later juist ingeschat worden.

William Doyle - Great Spans of Muddy Time | Electronic | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

The Pine Hill Haints - The Song Companion of a Lone Star Cowboy (2021) 4,0

14 april 2021, 19:34 uur

Het zal niemand verbazen dat er achter de leden van het rondom Jamie Barrier gevormde gezelschap The Pine Hill Haints een fanatieke groep skaters schuilgaat. Ze weten die Live Fast Die Young straatmentaliteit perfect te transformeren in dit blues country gezelschap. Het is net een tikkeltje rauwer, harder en sneller, waardoor ze zich tevens op het meer punk georiënteerde rockabilly vlak bevinden. Door het geharde ruwe bolster, blanke pit karakter sluiten ze in cajun songs als Lone Star Kid muzikaal sterk aan bij de Ierse folkpunk. Sterker nog, bij Midnight Mayor is zelfs ska hoorbaar. Ze mogen best beschouwd worden als het Amerikaanse antwoord op The Pogues, maar dan zonder de destructieve zuipfeesten.

Door gebruik te maken van standaard huis, tuin en keuken gereedschap als de bassende wastobbe en het jazzy wasbord zetten ze een heerlijke oer sound neer die teruggaat naar het primitieve plattelandsleven van een eeuw geleden. Uiteraard wordt dit nog aangevuld met typische country americana instrumenten als de banjo en mandoline, de blues mondharmonica van Pretty Thing en de folk viool in het overbekende John Henry. The Pine Hill Haints verhuren hun ziel aan de duivel, en wijzen hem op die kleine lettertjes waarmee ze elk moment het contract kunnen ontbinden. Tevens staat daarin vermeld dat ze niet schatplichtig verbonden zijn aan de traditionele uitvoeringen en er altijd hun eigen draai aan mogen geven.

Niet vreemd dus dat de elfde studioplaat The Song Companion of a Lone Star Cowboy aftrapt met een luid opgestelde elektrische gitaar die keihard Fall Asleep introduceert. De snaredrum van Brian “Zero” Borden zweept de boel heerlijk op, en roept memorabele jaren vijftig herinneringen op die teruggaan naar The Tennessee Two, de fabuleuze begeleidingsband van Johnny Cash. Back To Alabama bezoekt de roots van de band, in de clip prachtig in beeld gebracht als een bijna kerkelijke bedevaartstocht langs het clubcircuit. Een schril contrast met de rituele freakende voodoo elementen van Catfish Blues die ook in hun sound verscholen zitten en zich in de nachturen als schaduwgeesten aan de buitenwereld presenteren.

De haperende mondharmonica in Pretty Thing wordt aangemoedigd door het stampende ritme om vervolgens los te gaan in totale waanzin. Het blaasinstrument heeft iets dierlijks in zich, jammerend bijna als een huilende prairiehond die met zijn ontevreden klaagzang verhaal komt halen bij zijn baasje. Met de spokende zingende zaag van Katie Barrier in de klassieke Amerikaanse gospelsong Wade In The Water herplaatsen ze zich naar de Londense zwart-witte Peaky Blinders scene van anno 1920. Het bezit alles om een plekje op de soundtrack op te eisen; mysterieus, duister en er hangt een heerlijk oud gangstersfeertje omheen. Mooi dat hun eigen invulling dit gevoel oproept, waardoor ze het tot iets eigens maken.

The Pine Hill Haints overstijgen de traditionele country, welke nog steeds wel een oubollige stempel meedraagt, en voegen daadwerkelijk iets toe. Ze maken het boeiender en interessanter voor een jongere generatie die verder willen kijken dan het hippe Americana. En toch houden de countryrockers de geschiedkundige oudheid passend in ere, en breken ze deze niet af om daarvoor ambitieloze torenhoge nieuwbouwsongs te herplaatsen.

The Pine Hill Haints - The Song Companion of a Lone Star Cowboy | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

CHAI - WINK (2021) 3,5

14 april 2021, 13:16 uur

Het Japanse gevoel voor humor en amusement is voor een simpele westerling onnavolgbaar, vreemd en bizar. En misschien moeten we er niet te veel achter zoeken, en het maar gewoon over ons heen laten komen. Och, jaren geleden vonden we het ook wonderbaarlijk wat voor een vreemde bliepjes en piepjes er uit een Yamaha drumcomputer, Casio synthesizer, Roland keyboard en zelfs een Nintendo gamecomputer tevoorschijn getoverd werden.

De synthpop kwam wel voornamelijk tot bloei in het Verenigde Koninkrijk waardoor we al snel vergeten dat deze Japanse fabrikanten het veelzijdige speelmateriaal afleverden. Ping Pong! heeft dezelfde geluidjes als het klassieke Atari arcadespel. De eenvoud van het balkje en stipje spel teruggebracht in een heerlijke ritmische old school elektro stamper. Mede door het kleurige kindvriendelijke karakter blijft het de uitstraling van veredeld prullaria houden. Gadgets met een breed scala aan snufjes.

Het vierkoppige op een roze wolk levende vrouwengezelschap CHAI laat ons die tijd herbeleven. Japan heeft eind jaren zeventig aan het Europese vasteland de zielloze elektronica afgeleverd, en neemt deze vol voorgeprogrammeerde instrumenten vervolgens weer mee terug naar huis. Dat we ondertussen te maken hebben met gedateerde achterhaalde ontwikkelingen boeit ze niks. Voor CHAI begint de ontdekkingstocht ergens in de jaren tachtig, toen die blikkerige haperingen nog futuristisch en hip waren.

En toch is die zielloosheid en dat voorgeprogrammeerde eenvoudig te herplaatsen in 2021. Juist nu leven we in een egocentrische maatschappij waar de smartphones bepalen met wie je het beste een relatie kan beginnen, hoe je daginvulling eruit ziet, en wordt je populariteit afgemeten in likes. Karaage symboliseert de liefde tot een vijf minuten durende activiteit waarbij de telefoon aangesloten op de oplader tot rust komt.

De tweeling Mana en Kana en de overige bandleden Yuuki en Yuna kennen elkaar al van de middelbare school en brengen eerder al de platen Pink en Punk op de markt. Ga uit van de meest geinige stompzinnigheid die je je kan indenken en stap binnen in de kleurrijke digitale billboard wereld van CHAI. De sfeer van flitsende voorbij schietende neonreclames in een overvol straatbeeld. Een doldwaze mix van zwoele R&B, catchy elektropunk, Pac-Man disco en opwindende bigbeats.

CHAI is vrijgevochten kinderlijk rebels, dwars punkie maar ook zeer commercieel ingesteld. Speels worden vrouwenonderwerpen als de verleiding van zoetigheid in het dromerige seventies getinte Donuts Mind If I Do, het perfecte schoonheidsideaal in het sexy Maybe Chocolate Chips, energieke soulfood in het funkende It’s Vitamin C behandeld. Dit alles afgewisseld met een duidelijk statement over het toenemende politiegeweld in het rumoerige dansbare Action.

CHAI heeft een hoog knuffelgehalte, al twijfelen de jong ogende meisjes er in Nobody Knows We Are Fun aan of hun schattigheid wel opgemerkt wordt. Zeker wel! Zelfs het grote Sup Pop gelooft er wel in, die staan blijkbaar open voor een eighties revival. Ook Gorillaz, het monsterlijk grote hobbyproject van Damon Albarn heeft er de volste vertrouwen in en laat het uit Nagoya afkomstige kunstenaarscollectief een track bewerken voor de laatste Gorillaz album Song Machine, Season One: Strange Timez.

De zingende Pokémon achtige karakters zouden in cartoonvorm prima kunnen functioneren en perfect in het plaatje passen. Eigenlijk vat dat laatste WINK het beste samen. Het is bijna een ongeloofbare zoete opgeblazen kauwgumballenballon gimmick, maar stiekem wel heel leuk.

CHAI - WINK | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

The Reds, Pinks & Purples - Uncommon Weather (2021) 4,0

14 april 2021, 11:32 uur

Dat de sombere jaren tachtig een mooie beeldende sfeer oproepen is een vaststaand feit. Vooral in de Schotse havenstad Glasgow en het aan de Mersey gelegen Liverpool was dit erg voelbaar. Prachtige regenachtige soulsongs met een licht deprimerende romantische ondertoon, waarbij de dromerige postpunk als basis geldt. Dit alles is terug te horen bij het melancholische The Reds, Pinks & Purples.

Alleen komt deze indiepop niet uit Europa, maar juist uit de Verenigde Staten. De uitvoerende muzikant Glenn Donaldson staat met beide voeten in het heden, en heeft geen binding met de eighties. Sterker nog, hij is niet eens woonachtig in een grijze uitzichtloze arbeidersstad als Seattle. Het ooit zo bruisende liefdesnetwerk in het koele San Francisco mag deze multi-instrumentalist als zijn habitat beschouwen. Maar toch is Uncommon Weather in alle opzichten een typische nostalgische plaat, waarbij enigszins nog op het einde van Pictures Of The World wat Paisley Underground invloeden terug te horen zijn die wel te herleiden zijn tot het kustgebied van Californië.

Uncommon Weather heeft een net zo schitterende albumhoes als het vorig jaar verschenen You Might Be Happy Someday. Een indrukwekkende gedateerde foto van een fel pastel gekleurd woonhuis dat behalve de veelkleurigheid van het new wave klimaat ook de treurnis en eenzaamheid symboliseert. Na het in de zomer van 2019 uitgebrachte Anxiety Art is het de derde plaat in pakweg twee jaar tijd. Deze eenmansonderneming van Glenn Donaldson verdient het om eindelijk die overstap naar het grote publiek te maken. Het zijn allemaal kleine schetsbeelden die vanuit zijn werkatelier in de wijk Inner Richmond geboetseerd zijn tot breekbare kunstwerken. Dit alles volgens het DIY-principe, het hele proces in eigen hand gehouden, vanaf de krabbels op het papier tot aan de uiteindelijk studio opnames.

Het levert een persoonlijk eindresultaat op van een veelzijdige muzikant die in zijn jeugd opgroeide met The Smiths en R.E.M. Binnen de scene zelf is hij een bekende figuur die zeker in zo’n vijfentwintig acts een aandeel heeft gehad. Hij geeft die muzikale projecten gevarieerde namen en beschouwt ze min of meer tot zijn eigen troetelkinderen. Het publiek bereikt de bescheiden artiest voornamelijk door zijn verschillende Bandcamp pagina’s waarmee Glenn Donaldson de druk omzeilt om zich te binden aan een vast platenlabel. Hierdoor blijft hij redelijk anoniem en is het eigenlijk heel bijzonder dat hij nu al voor een langere tijd onder het alter ego The Reds, Pinks & Purples actief is.

Uncommon Weather benadrukt die onbekendere kant van de mistige Golden Gate City. Een stad die net als de muziek erg in het verleden leeft. Vergaande glorie die het hoogtepunt beleefde toen ze zichzelf in de jaren zestig als hippiehoofdstad mochten betitelen. Alleen bevindt de belevingswereld van Glenn Donaldson zich nu juist in de leegte van het kunstmatige plastic en de milieu onvriendelijke waterstofperoxide en hairsprays van ruim vijftien jaar later.

Don’t Ever Pray In The Church On My Street weerspiegelt het conservatieve karakter van de inwoners en is te herleiden tot een persoonlijk verzet tegen de vastgeroeste gemeenschap. Neerslachtigheid wordt omwikkeld door ruige gitaargolven en stadse tribal percussie. De emotie is de zang heeft iets droevigs, en geeft optimaal de uitzichtloze situatie weer waarin de songwriter zich bevindt. Glenn Donaldson wil de boel ontvluchten maar wordt tevens aangetrokken door die ingeprente jeugdherinneringen welke hem gevormd hebben.

Het zijn prachtige beslagen zwarte pareltjes, die een nodige oppoetsbeurt verdienen. Glenn Donaldson maakt optimaal gebruik van de synthesizer en drumcomputer om de oorspronkelijke gitaarliedjes kleur te geven. De poëtische voordracht heeft dat aangename klagende waarmee de verbitterde zwartkijkers zich op de kaart zetten. Heel soms loert de avontuurlijke dreampop in het uptempo I’m Sorry About Your Life om de hoek, om vervolgens in de schaduwen van het negatieve zelfbeeld te verdwijnen. En dan moet je uiteindelijk concluderen dat vroeger inderdaad alles beter was, wat verlang ik terug naar die sound welke Uncommon Weather weet op te roepen.

The Reds, Pinks & Purples - Uncommon Weather | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Robin Trower, Maxi Priest, Livingstone Brown - United State of Mind (2020) 3,5

14 april 2021, 00:54 uur

Als in 1994 het bluesalbum 20th Century Blues verschijnt is Robin Trower voornamelijk bij de oudere rockers een bekende naam. Deze gitarist stond in de jaren zestig aan de wieg van de succesjaren van het iconische Procol Harum. Hij verlaat de band in 1972 en richt zich op zijn eigen Robin Trower Band. Dit gezelschap heeft een wisselende samenstelling, maar werkt vanuit het supergroep-principe waarmee artiesten als Cream en The Jimi Hendrix Experience zichzelf op de kaart zetten. Uitgaande van bas, drums en gitaar wordt er vooral gewerkt vanuit veelbelovende jamsessies.

Vanaf 1994 duikt deze virtuoze muzikant regelmatig met Livingstone Brown de studio in. Deze producer voelt perfect aan hoe hij de oude blues klassiekers in een mooi nieuw passend jasje kan stoppen. Ondanks het geweldige productiewerk van de tevens bas spelende artiest ontbreekt de eigenheid in het project omdat ze minimaal met eigen composities aan de slag gaan. Het mist iets, waar ze dan niet helemaal de vinger op kunnen leggen. Twee jaar later staat reggaelegende Maxi Priest bij hem op de stoep en wordt er gewerkt aan Man With The Fun, waar de mega hitsingle That Girl op staat. Een duet met de op dat moment zeer populaire dancehall zanger Shaggy. Maxi Priest blijkt de missing link te zijn, al zal het nog een tijdje duren voordat die connectie gelegd wordt.

Ook die samenwerking tussen Maxi Priest en Livingstone Brown zet zich voort, maar er wordt in eerste instantie geen moment aan gedacht om deze krachten te bundelen. De commerciële popreggae-sound is namelijk mijlenver verwijderd van de blues die uit de gitaar van Robin Trower tevoorschijn komt. Blijkbaar ligt er bij dit trio wel een gemeenschappelijke interesse voor de soul en gospel, en worden er voorzichtig plannen gemaakt om gezamenlijk een project op te starten. United State Of Mind staat letterlijk voor het moment dat die muzikale gedrevenheid en passie samensmelten en dat er dus een nieuw supertrio ontstaat.

Je hoort in alles de ervarenheid van dit geroutineerde drietal terug. Het titelstuk United State of Mind heeft die unieke eighties soulfunk sound, waarbij een vleugje swinging fusion is toegevoegd. In de loop der jaren is er een rauw schurend randje ontstaan bij de vocalen van Maxi Priest. Het kenmerk van zijn geleefde verleden en het vele optreden, waarbij er soms geforceerd tot het uiterste gegaan wordt. Deze ontwikkelde soulspirit is nu perfect omgezet in een warm stemgeluid. Eigenlijk hoeven Robin Trower en Livingstone Brown alleen maar hun gevoel te volgen, en sluit het spel naadloos aan op de weggelegde hoofdrol van Maxi Priest, die zijn naam zeker waar maakt. Niet als reggaezanger, maar wel als kerkelijke soulpriester die stil staat bij de meest belangrijkste levensvragen.

Toch is hier doorheen al die breed tegen de triphop aanleunende seventies flow van arrangeur Livingstone Brown terug te halen, welke als een overkoepelende warme deken over de plaat heen hangt. Een perfecte onderlaag om vervolgens allerlei stijlen en die heerlijke aanvullende blazers op los te laten. Robin Trower laat in het sensuele Are We Just People zijn gitaar doorschijnen met een stoer donkerbruin funkgeluid en treedt net als Maxi Priest buiten zijn vertrouwde pad door de blues vaker meer op de achtergrond te plaatsen. Pas tegen het einde van de track laat hij zijn huilende instrument lekker gemeen van zich af bijten.

Als Livingstone Brown zich op Walking Wounded volledig overgeeft en met zijn prominente baspartijen een plek naast het tweetal opeist, is de chemie pas helemaal goed voelbaar. Volkomen in zijn element brengt hij een rust over bij de volledig in balans zijnde Maxi Priest. Het relaxte van de reggae openbaart zich in de krachtige voordracht waarbij de zanger een mooie ietwat duistere kant van zichzelf oproept. De late avond blues van Robin Trower grijpt hierbij terug naar het roemrijke verleden van deze zwaar onderschatte gitarist.

Het is allemaal vrij toegankelijke huiskamermuziek. De avontuurlijke randjes zijn in een track als Hands In The Sky wel enigszins aanwezig, maar smeulen als een verraderlijk kampvuurtje wat onschuldig na. Het hoogwaardige karakter van de ingespeelde partijen komen hierdoor net te gewoontjes over terwijl het technisch tot in perfectie is uitgevoerd. De grote verrassing in het geheel blijkt toch absoluut Maxi Priest die zich ontwikkeld heeft van een oppervlakkige popreggae-zanger tot een emotioneel beladen soulvocalist.

Robin Trower, Maxi Priest, Livingstone Brown - United State of Mind | Soul | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Uzul - Evolve (2021) 3,5

12 april 2021, 22:54 uur

Kaly Live Dub mag best gezien worden als een Franse antwoord op de The Wild Bunch triphop scene uit Bristol. Alleen legt het collectief uit Lyon nog sterker het accent op de dub en ambient. Na een carrière van twintig jaar besluit sample wizzkid en effectenprogrammeur Stéphane Uzul Bernard in 2015 om het gezelschap vaarwel te zeggen. Helemaal afsluiten kan hij het groepsgebeuren niet, maar beschouw zijn aandeel in het breakbeat duo Hybrid Sound System en de harde hiphop sensatie Uzul Prod maar als een uit de hand gelopen stage, de uiteindelijke voorstudie van zijn solo album Evolve.

Bij de totstandkoming van deze plaat wordt zo milieuvriendelijk mogelijk te werk gegaan. Als materiaal voor het hoesontwerp wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van alternatieve natuurlijke duurzame grondstoffen als karton, calcium en veganistische inkt, dus geen moeilijk afbreekbaar plastic en dierlijke producten. Een mooi uitgangspunt wat nogmaals versterkt wordt door het centraal staande thema van het album; water.

Octopus staat voor de veelzijdige tentakels van Uzul; het vermogen om een breed muzikaal spectrum neer te zetten. De dreigende stroming neemt je al mee de duistere diepte in, waarbij lichte new wave klanken de plaat inluiden. Wat volgt is een aangename ambient dreamhouse trip, gevuld met gemakkelijk verteerbare basmuziek die stilistisch ook teruggrijpt naar de jaren tachtig. Het soundscape Nemo heeft prachtige futuristische postpunk uitspattingen en zoekt nog sterker de kant van de kleurrijke eighties op waarbij de basis gezocht wordt bij het schakelpunt tussen synthpop en house.

Het mag duidelijk zijn dat Uzul zijn triphop geschiedenis hier definitief van zich heeft afgeschud. De kern hierbij blijft wel de techno, maar ook het dub verleden is hoorbaar. Dat hij die nog niet geheel heeft afgezworen bewijst hij wel in het avontuurlijke hypnotiserende Ultra Abyssal. Het verontrustende Diving is donkerder van opzet, en legt sterk de nadruk op de opzwepende percussie. De vervreemdende tegentonen en de soft erotica geluiden op Music Is A Game lopen perfect over in de zware ondermijnende techno dubnoise.

Maar uiteindelijk draait het dus vooral om water. De dreigende kolkende tegenstromingen van Water For life en het dromerige Subtil benadrukken het belang en de kracht van dit natuurlijke element. Een trance opwekkende clubtrack welke het beste tot zijn recht komt met prachtige laser effecten en hypnotiserende beeldcollages. Het benadrukt nogmaals dat je Evolve in een breder geheel moet zien, als onderdeel van een visueel feestje. Die wisselwerking werkt door in het met zware dreunende beats opgezette techno van Allo en het uitermate dansbare Sea Horse.

Het verraderlijke eindpunt Oceans weerspiegelt de gevaarlijke duistere keerzijde van Evolve. Hier verankerd de dreamhouse nog eventjes in een ware nachtmerrie, waarbij Uzul het toekomstbeeld verder geheel open laat. Hij dwingt de luisteraar wel af om bewuster met zijn omgeving om te gaan, en dat is uiteindelijk een mooi waardig statement.

Uzul - Evolve | Electronic | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Ex:Re - Ex:Re with 12 Ensemble (2021) 4,5

12 april 2021, 22:52 uur

Als Elena Tonra in 2018 besluit om haar persoonlijke shit van zich af te zingen, heeft ze er kennelijk geen behoefte aan om haar Daughter maatjes hierin te betrekken. In eerste instantie brengt ze in november van dat jaar voor haar fans Ex:Re – Ex:Re kleinschalig op streamingsites uit. De reacties op dit ontroerend liefdesrelaas zijn zo puur en oprecht dat er uiteindelijk besloten wordt om in februari 2019 het album ook als tastbare plaat uit te brengen.

Ze trekt hiermee ook de aandacht van de klassiek geschoolde Frans-Britse muzikant Josephine Stephenson. Deze componist werkte in het verleden al samen met Daughter, en bewerkte het sobere All I Wanted al tot een prachtige georkestreerde versie. Hier maakt ze nog gebruik van een strijkerskwartet en een viertal gastvocalisten. De soloplaat van Elena Tonra inspireert haar om een nog groter project op te starten. De opzet is om de gehele plaat te voorzien van een breder arrangement, en de muzikanten uit te breiden tot een twaalftallig ensemble.

Ondanks dat Elena Tonra op 30 november 2019 nog enigszins onwennig met haar gitaar op het podium van de Londense kunstlocatie Kings Place staat is het vanaf het begin duidelijk dat dit een belangrijke avond gaat worden. De magische verstilling in de zaal is voelbaar, waar de bescheiden ontspannen zangeres een groot aandeel in heeft. Heel bijzonder allemaal, omdat men zich er toen nog niet bewust van was dat de maatschappij zich een half jaar later totaal anders zou presenteren. Ex:Re with 12 Ensemble is een pre corona project welke uitgebracht wordt op het moment dat het virus nog flink om zich heen woekert. Nu er stilletjes aan meer ruimte ontstaat voor poppodia ’s om publiek te ontvangen is het een mooie aangelegenheid om stil te staan bij deze in februari verschenen samenwerkingsovereenkomst.

Ondanks dat er prachtige beelden te vinden zijn van dit optreden is er bij de cliprelease van Where the Time Went gekozen om de leegte van de grote steden als Londen en New York centraal te stellen. De avondklok geeft de knipperende verlichting vrij spel. Lantaarnpalen zijn de stille getuige van de eenzaamheid en het verdriet welke vooral de kunstsector zo sterk geraakt heeft. De kracht van de track beperkt zich niet tot het private liefdesdrama van Elena Tonra maar is nu een collectief gevoel wat door de hele wereld gedragen wordt. De wereld als de bedriegende minnaar, welke voorheen een betrouwbare compagnonrol vervulde is vervaagd tot een afstandelijke vreemdeling.

De openlijke kwetsbaarheid van Elena Tonra komt geweldig tot het recht op deze donkere plaat waarmee ze in de samenstelling als groepsgemeenschap boven zichzelf uitstijgt. Ingetogen vrouwelijke opgekropte woede uitbarstingen die in de trillingen van de vocalen hun weg naar buiten vinden. Die emotie wordt eenvoudig opgeroepen door de unieke live vertolkingen die er zoveel puurheid in stoppen. Alsof het oorspronkelijk bedoeld was om het leven weer op de rails te zetten. Omdat iedereen min of meer in deze positie verkeerd wil het nog directer binnenkomen. De verstikkende COVID-19 herfst legt een bedekkende laag over de breekbare tracks heen, de prachtige beeldende omlijsting zoekt in lentezonnestralen een doorgang naar het licht aan de horizon.

Het rockverleden staat zeker nog op de voorgrond op het stevige Crushing, waar de zangeres hard uithaalt en de rakende emoties amper in bedwang houdt. Het verlaten New York veranderd door de griezelige nachtelijke instrumentatie van 12 Ensemble in een vervallen ghost town. Het afwijkende I Can’t Keep You ligt nog het meeste in het verlengde van de Daughter nummers, en blijft ook nu dicht bij die krachtige rockversie. De strijkers voegen er alleen een wervelwind aan opzuigende soundscapes aan toe welke uiteindelijk ontaard in een alles vernietigende tornado die op het moment suprême tot stilstand komt. Ex:Re with 12 Ensemble verzacht de pijn en het gemis, al is het voornamelijk een openlijk verlangen naar groots opgezette concertregistraties.

Ex:Re - Ex:Re with 12 Ensemble | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

The Datsuns - Eye to Eye (2021) 3,5

8 april 2021, 16:26 uur

Het is zo’n clichématige uitdrukking. Deze plaat moet luid afgespeeld worden, zet je versterker op standje elf en laat de rokende gitaren het stof aardig opblazen. En toch past deze beschrijving perfect bij de Nieuw-Zeelandse hardrockers van The Datsuns. Ouderwetse hardrock, soms keihard, dan weer heerlijk melodieus. Na een afwezigheid van zeven jaar ontwaken ze eindelijk uit hun langdurige sabbatical en brengt de uit Cambridge afkomstige rockband eindelijk de opvolger van Deep Sleep uit. De door afgedankte smeerolie gevoede motor draait dus nog steeds, en is nu in gerecyclede vorm terug op de markt gebracht. De tandwieltjes zijn keurig afgevijld waardoor ze weer net dat standje harder kunnen. Maar is die behoefte naar een ouderwetse doortrapper als Eye To Eye er nog wel?

Natuurlijk is die er nog! Met de uitbundig solerende gitaristen Christian Livingstone en Phil Somervell in de frontlinie is Eye To Eye een lekkere rockplaat geworden. De primitieve drang om oorverdovend toe te slaan is nog steeds aanwezig, zo smerig en opgefokt als op het debuut klinken ze al lang niet meer. Met de zevende langspeelplaat Eye To Eye voegen ze ook niet echt meer iets toe, er staan wel degelijk een mooi aantal ruwe ongepolijste pareltjes op. Vernieuwend? Zeker niet! Het is allemaal schaamteloos jatwerk, maar dan wel waardig uitgevoerd. Alles wat The Datsuns op de plaat zetten is in het verleden al eerder en zelfs beter gedaan. Geeft allemaal niks, het is zo verdomd lekker! Stuiterrock met een hoog adrenalinegehalte. Net zo nostalgisch als de oude met zichtbare roestvlekken gezegende Datsun 120y, die het gezin jaren geleden naar het strand vervoerde. Vastgeplakt aan de nepleren achterbank, met de roodgloeiende blaren op de benen. En toch verlang je terug naar die tijd.

De kenmerkende seventies sound wordt versterkt door de sleazy glamrock koortjes en het hammondorgel van Anders Boba Lindström in de progrock track Warped Signals. Er wordt stevig doorgehakt met de retro revival gitaarsound van Bite My Tongue. Die jaren zeventig invloeden worden bij Dehumanise op een zijspoor gezet en worden rechtstreeks ingehaald door de New wave of British heavy metal. Het is een regelrechte energieke thrashende kilometervreter, waarbij de overstuurde gitaar aangenaam mag janken. De Zweedse studiogasten Tomas Eriksson en Eric Bystedt schreeuwen daarbij de longen uit hun lijf. Die Scandinavische invloeden overheersen overduidelijk op Eye To Eye omdat The Datsuns steeds meer de melodieuze pop kant van heavy metal act Ghost opzoekt, en het garagerock verleden definitief vaarwel zegt.

Welkom in de jaren tachtig! Rudolf de Borst klinkt op het psychedelische single Brain to Brain als een regelrechte nazaat van Iron Maiden zanger Bruce Dickinson. Ook hun kenmerkende gitaarsynthesizers worden als futuristische bouwstenen aan het geluid toegevoegd. De vernieuwing zetten ze door in Moongazer, waar donkere postpunk accenten worden afgewisseld met jaren zestig psychedelica. Soms zitten ze wel net op het randje. Ondanks de stoere titel is White Noise Machine een regelrechte hair band ballad, met een hoog popgehalte. Dit maakt het lastiger om The Datsuns serieus te nemen. Op het ene moment dus vernietigend aanvallend met stevige toeslaande gitaarriffs, vervolgens bijna sentimenteel zoet. Op het einde van Eye To Eye wanen we ons in de droge natuurvlaktes van Nieuw-Zeeland. Het effectenpedaal wordt flink ingetrapt bij Other People’s Eyes waarna er nog hallucinerend getript wordt op de groovende echo’s van het stoner In Record Time. Na die lange stilte is Eye To Eye een prima rockplaat, maar hadden we stiekem toch wel wat meer verwacht.

The Datsuns - Eye To Eye | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

El Michels Affair - Yeti Season (2021) 4,0

8 april 2021, 15:56 uur

Je zou bij El Michels Affair niet snel de link leggen met de hiphop van Wu-Tang Clan. Toch wordt dit orkest ingeschakeld om live de dynamiek van deze invloedrijke rappers kracht bij te zetten. Doordat El Michels Affair het kunstje optimaal beheerst, en er lovende reacties volgen, besluiten ze om als eerbetoon Enter The 37th Chamber op te nemen. De grote man achter dit project is de van oorsprong tenorsaxofonist Leon Michels, een veelzijdige muzikant welke aan de wieg staat van de soulsensatie Sharon Jones & the Dap-Kings en die ook door The Black Keys wordt ingehuurd, om als keyboardspeler tijdens de doorbreektournee van het succesvolle Brothers een prominente rol te vervullen. Een mengelmoes aan rijke veelzijdige ervaringen, die allemaal terug te horen zijn op Yeti Season.

Een bezig baasje dus, die zich met zijn geschoolde muzikanten het liefste bezig houdt met soundtrackachtige jaren zeventig soulfunk collages die hier terug te horen zijn in het zwoele door blazers opgesierde Ala Vida. Oorspronkelijke experimentele triphop zoals in het zweverige Lesson Learned, maar dan zonder de breaks en samplers, zo puur mogelijk gehouden. Bij Yeti Season gaat de band vaak nog verder terug in de tijd, en zoeken ze de inspiratie bij de geestverruimende jaren zestig. Ze richten zich specifiek op het spirituele India, met de mediterende trance opwekkende invloeden. Een excuusbriefje voor de toenmalige popartiesten om helemaal los te gaan op drugs en al jammend in beneveltoestand de creativiteit op te roepen.

De vijfde studioplaat Yeti Season is oubollig wollig met een hoog aaibaarheidsgehalte. Toch laten ze al direct bij Unathi hun veelzijdigheid gelden. Het afrobeat intro wordt vervolgd door verleidelijke buikdanseres Hindi Bollywood zang van Piya Malik met freakende Gong achtige uitspattingen. Voordat je ervan bewust bent voegen ze er de nodige Mexicaanse blaaspartijen aan toe waardoor je verward opeens de aangrenzende filmstudio binnenstapt in een spaghetti westen decor. Een uniek rariteitenkabinet welke de verknipte hersenspinsels van Leon Michels naadloos opvolgt.

Het vintage erotische Sha Na Na haakt in op de Franse spacende ambient house die in de jaren negentig een prominente rol vervullen in de ontwikkeling van de dance cultuur. Mellow afterparty muziek met een hunkering naar de seventies B-film romantiek. Wat is het heerlijk om hierbij echte marcherende drumpartijen te horen, en dat er niet gekozen is voor afgestofte geluidsfragmenten. Zo beland je op het einde van Zaharila in een versnelde draaikolk van doorgedraaide ritmes en een laag rondvliegend fluitspel, die je niet zomaar uit een kastje tevoorschijn haalt. Die dwarsfluit wil ook met een adembenemende schoonheid afsluiten in het treurende Last Blast.

Het bedwelmende hypnotiserende effect op Murkit Gem wordt versterkt door de repeterende groove, kroegpianospel en ophitsende ratelslang percussie. Het zwaar psychedelische Dhuaan houdt zich staande op een melodieus gezongen progressieve rock onderlaag terwijl Perfect Harmony opleeft door de futuristische Moog toetsenwerk met een donker postpunk randje. Die jaren tachtig komen ook terug in de rondspokende ska invloeden van het sterk geblazen Silver Lining.

El Michels Affair switcht eenvoudig van James Last achtige kitsch naar de stoere politiek correcte blaxploitation soul van het iconische Shaft om vervolgens het avontuur op te zoeken in de James Bond soundtracks van John Barry, maar dan met die heerlijke Oosterse touch. Ook voor de muzikanten een geweldige uitdaging door aan de slag te gaan met exotische instrumenten als de sitar en de tanpura. Het zit allemaal zo doordacht geniaal in elkaar. Natuurlijk wil je eigenlijk die foeilelijke kinderlijke albumhoes niet in je kast hebben, wat zonde is. Jammer, die onschuldige gekte geeft precies weer waar Yeti Season voor staat, dus gewoon schaamteloos aanschaffen die plaat.

El Michels Affair - Yeti Season | Soul | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

The Fratellis - Half Drunk Under a Full Moon (2021) 3,5

8 april 2021, 15:50 uur

Je zal maar voor eeuwig de boeken ingaan als het grappige bandje met dat luid meebrullend kroegnummer waarvan vrijwel bijna niemand de titel zo kan opnoemen. Sterker nog, zelfs bij de bandnaam The Fratellis gaat meestal niet echt een lichtje branden. Ondertussen zijn we dus alweer vijftien jaar verder en heeft het ooit zo succesvolle Chelsea Dagger vrijwel geen zeggingswaarde meer.

De sound is ondertussen allang niet meer zo springerig als op Costello Music en het vrolijk mee huppelende We Need Medicine!, waar de Schotten een poging ondernemen om zich naast de vaandeldragers van de Britpop te plaatsen. Die manische ADHD drukte is grotendeels verdwenen op het tussen wal en schip vallende Eyes Wide, Tongue Tied waar ze kiezen voor minder gespeelde grootheidswaan en meer ingecalculeerde structuur.

Oké, er is zeker meer aandacht besteed aan het voorschotelen van nieuwe invalshoeken. Die verfijning wordt nu krampachtig doorgedrukt op het alsmaar uitgestelde Half Drunk Under a Full Moon, waarbij het accent meer in de filmische retro sixties ligt. Ze bouwen met klassieke klavecimbeltoetsen een licht psychedelische bombastische Wall Of Sound op, die zich als een imaginair luchtkasteel om het explosieve titelnummer Half Drunk Under a Full Moon heen ontfermt.

Er hangt hoe dan ook een behoorlijke Phil Spector schaduw over het geheel heen met harmonieuze hemelse samenzang, georkestreerde strijkers en zware volle drumpartijen. Dit alles ingepakt in vintage kerstcadeau papier, waardoor je sterk afvraagt waarom de release juist voor de lente gepland staat en niet afgelopen winter verschenen is. Soms zit het wel heel erg op het randje, met hier en daar wat kermistierelantijntjes zoals grootmoeders traporgel in het intro van Need a Little Love, de dansavond rockabilly in Living in the Dark of de gemaakte vrolijkheid in Six Days in June.

Eigenlijk is de band het leukste als ze van dit patroon afwijken. The Last Songbird heeft ook dat Good Feeling oliebollen sfeertje, maar is er wel eentje volgens het Alle Dertien Fout jaren tachtig disco principe. Het ligt er zelfs zo dik bovenop dat je jezelf afvraagt of ze niet verdwaalt zijn in een fleurige Duitse studio van een zwaar geblondeerde gepermanenteerde für immer geil producent. Is dit nou parodie, of is dit echt serieus bedoelt? De ritmische zijstap halverwege Oh Roxy getuigd van een avontuurlijk inzicht, maar verzand uiteindelijk helaas in een wegdraaiende fade out. Zonde! Het mooie afsluitende Hello Stranger heeft genoeg potentie maar blijft te vlak en geruisloos doorsudderen om maar niet tot een kookpunt te komen.

Half Drunk Under a Full Moon is een prima alternatief als je het beu bent om eind van het jaar verplicht naar de voorgekauwde Top Zoveel lijstjes te luisteren. Heb je geen zin in deze collectieve memoriespel geheugentraining maar wel behoefte aan dat knusse samen gourmetten gezinsgevoel dan is dit misschien wel de meest geschikte plaat van het jaar.

The Fratellis - Half Drunk Under a Full Moon | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Stearica - Golem 202020 (2021) 4,0

7 april 2021, 23:36 uur

De door de Duitse cineast Paul Wegener geproduceerde The Golem: How He Came in the World uit 1920 was het derde en tevens laatste deel uit de Golem trilogie, een filmreeks welke in de twintiger jaren van de vorige eeuw gemaakt werd. De overige delen The Golem uit 1915 en The Golem and the Dancing Girl uit 1917 zijn helaas verloren gegaan, terwijl het derde deel in 1977 gerestaureerd werd. Een bijzondere profetische film, die terug gaat naar de middeleeuwen er waarbij Rabbi Judah Loew het Joodse volk red van de ondergang. The Golem: How He Came in the World heeft raakvlakken met de romantische liefdesvertelling van De klokkenluider van de Notre Dame en Frankenstein, en is een klassieker op horrorgebied.

Het inspireerde de uit het Italiaanse Toronto afkomstige progressieve rockband Stearica om hier een soundtrack bij te maken. Ondanks dat het trio al bijna 25 jaar actief is, brengen ze nu pas hun derde album uit; eerder verschenen al Oltre en Fertile. Ze gaan hiermee een stap verder, reanimeren een honderd jaar oud monster, en voegen een zware vernietigende score toe aan deze eeuwenoude legende. Hoe ironisch is het dat er geen woord gesproken wordt in deze mythische heldendaad, en dat er enkel gebruik wordt gemaakt van een instrumentale invulling van het geheel.

Helemaal nieuw is Golem 202020 trouwens niet. Eigenlijk was het bedoeld voor het Traffic Free Festival wat in 2011 georganiseerd werd door The Italian National Museum Of Cinema. Vervolgens werd er in de studio nog flink aan de tracks gesleuteld om het in 2021 uiteindelijk op de markt te brengen. Het is een eerbetoon aan de vooroorlogse Duitse kunstcultuur, waarbij de vooruitstrevende cineastische ontwikkeling centraal staat. Een monument met een maatschappij kritische verhaallijn en waarbij Paul Wegener tevens zijn liefde voor het Tsjechische Praag op de voorgrond opstelt.

The Stars Reveal is onschuldig kinderlijk, het ongeloof hoe een prachtig natuurlijk product als klei zich kan omkneden tot een moordlustig gevoelloos wezen. Vervolgens wordt er keihard toegeslagen met dreigende soundcapes en heerlijk gefilterd gitaarspel van Francesco Carlucci in How He Came Into the World. Het kondigt de omslag aan in de duistere ingeslagen weg van bassist Luca Paiardi en het alsmaar meer intrigerende slagwerk van metselaar Davide Compagnoni die een gigantische muur rondom het muzikale bouwwerk heen plaatst.

Het is de opmars naar het stevige rockende The Great Spell die Stearica volledig in haar element plaatst. De nadruk wordt hierbij niet alleen op het gitaarspel gelegd, het is juist de complexe blikken percussie van Davide Compagnoni wat het geheel naar een ander level opstuwt. Die exotische kracht vormt ook de basis voor het in drones gevangen The Shem, waarbij de invloed van het Braziliaanse Sepultura hoorbaar is. A Strange Servant echoot door op de begintonen van The Stars Reveal heen en laat de hemelpoort versmelten in het hellevuur.

Het verdriet en het gevaar zet zich voort in het indrukwekkende The Rose Festival Part 1, waar de drukkende bas van Luca Paiardi voor het onderhuidse spektakel zorgt totdat Francesco Carlucci zijn progressieve gitaarpartijen laat onderdompelen in experimentele new wave invloeden, welke vervolgens een groter bereik toe eigenen in het aansluitende The Rose Festival Part 2.

De totale chaos heerst in de freejazz freakpower van Rejoyce Ye, Ye! Stearica benadrukt hier nogmaals de veelzijdigheid van een band die buiten de aangelegde muzikale paden durft te treden. Het euforische In Flames kondigt de teloorgang van de mensheid aan, de onoverwinnelijke status van het kwaad staat hierbij centraal. Uit de asresten herrijst de prachtige hemelse stem van Nazzarena Galassi die in de rol van Miriam de gevallen engel in het slotakkoord Der Golem speelt. Golem 202020 is een geslaagde aanvulling op The Golem: How He Came in the World en maakt stiekem nog meer indruk dan de oorspronkelijke rolprent.

Stearica - Golem 202020 | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Citizen - Life in Your Glass World (2021) 3,0

6 april 2021, 11:30 uur

Wat zou een Mat Kerekes vol ongeloof naar Nederland opkijken als hij weet dat we hier onze eigen Partij Voor De Dieren hebben. De uit Ohio afkomstige advocaat zet zich namelijk ook in voor de dierenrechten, en leeft volgens de strenge straight edge principes. Buiten deze politieke activiteiten is hij tevens de spreker van het rockende Citizen, die ooit in een grijs verleden als de hardcore emo band The Sound of Glory hun onvrede uitte.

De naamsverandering zorgde ook voor een vernieuwende muzikale aanpak. De ideologische gedachtegang vraagt nu steeds meer om toegankelijke ruimte waarbij de melodieuze popgerichte invalshoek het wint van die alternatieve basis. De conclusie is dat deze veganist zijn eigen vlees en bloed aan de commercie verkoopt. Als mak lammetje wandelt hij onderdanig het slachthuis binnen om netjes ingepakt de plek des onheil te verlaten. Of is dit alles een onderdeel van een reeds eerder opgezet plan om die diepgang op te offeren en een hoger doel te bereiken? Dat laatste lijkt mij niet het geval.

Life in Your Glass World is de vierde plaat van dit gezelschap welke verder uit de broers Nick (op gitaar) en Eric (op basgitaar) Hamm bestaat. Nee, ik ga hier verder geen grapjes over dit vleesproduct maken, al ligt de humor wel voor het oprapen. De titel is genoemd naar de woonplaats van de mannen van Citizen, een arbeidersgebied welke voornamelijk afhankelijk is van de glasindustrie. Mij roept het vooral herinneringen op aan de vergaande 3FM Serious Request glorie. De would be punkers zouden met de catchy radiovriendelijke popsong sound prima in het Glazen Huis passen.

Citizen heeft zich ontwikkeld tot een maatschappelijk verantwoorde punkrock boyband, met de nadruk op het snellere rockwerk, gelikte beats en de verplichte ballad. Die exploderende felheid is nog net terug te vinden in het hard inspelende achtbaan naar beneden Death Dance Approximately, al zijn daar door een vijltje wel de scherpere kantjes vanaf geslepen, om zich met zwartgelakte nagels in een rockster maatpak aan het publiek te presenteren. Tekstueel gezien is de track te herleiden tot een inspiratieloos writer’s block, waarmee de zanger worstelt en de drang om zich volledig uit te laten kopen door een zakenwaarnemer van een groot platenlabel.

Ze richten zich overduidelijk op het prille Amerikaanse highschool publiek welke net als de band nog zoekende is naar tienergeluk om de leegte en eenzaamheid op te vullen. En daar ligt ook absoluut de kracht van Citizen. Het is stevig genoeg om tegen je ouders te rebelleren, maar het mist de urgentie om zich daadwerkelijk woedend tegen de maatschappij te verzetten. Het gedateerd klinkende Life in Your Glass World is music for the masses. Allemaal wel strak gespeeld, en muzikaal zeker oké, inhoudelijk mist het net die overtuigende zeggingskracht.

Citizen - Life in Your Glass World | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Tim Schou - Hero / Loser (2021) 3,0

2 april 2021, 18:42 uur

Niks is zo vergankelijk als het Eurovisie Songfestival. Ondanks dat tijdens de happening half Europa aan de buis gekluisterd zit weet na een week bijna niemand meer te benoemen wie de derde plek heeft gehaald. Zo gaat er bij de boyband A Friend in London zeker geen lichtje branden, al eindigde de Deense band van Tim Schou met New Tomorrow in 2011 op een eervolle vijfde plek. Onze eigen 3Js stranden al in de voorrondes, België bereikte uiteindelijk met Witloof Bay de halve finale, en daarna hield het verhaal op. Een grote kans dus dat die hele toestand in Düsseldorf aan je neus voorbij is gegaan.

Nadat de band drie jaar later besluit om ermee te stoppen blijft het gehoopte Europese succesverhaal trekken bij Tim Schou. Door het hele gebeuren in Duitsland en het touren met New Kids on the Block en de Backstreet Boys heeft de zanger van dichtbij ervaren hoe eenvoudig het is om contact te leggen met artiesten uit andere landen. De interesse in verschillende culturen zal hierbij zeker een bijdrage geleverd hebben dat hij in 2014 zijn appartement verkoopt om de wijde wereld in te trekken. Niet alleen om op zoek te gaan naar zichzelf, maar voornamelijk om met genoeg inspiratie en muzikale beginselen huiswaarts te keren.

Tim Schou heeft de looks mee, en is zich er heus wel van bewust dat hij de uitstraling van een jeugdige David Beckham heeft. Uiterlijk verkoopt nou eenmaal gemakkelijk, en ondanks dat hij als een serieuze popartiest beoordeeld wil worden is HERO / LOSER toch echt wel gericht op het jeugdige publiek. Vergeet hierdoor niet dat deze sympathiek ogende gast gewoon een keihard werkende artiest is, die zeker voor perfectie wil gaan. Samen met bevriende singer-songwriters vult hij zijn bagage met honderden geschreven tracks. In de studio worden deze breeduit op tafel gegooid, en uitgepluisd tot er een elftal nummers over blijven.

Vervolgens schakelt hij co-schrijvers, co-producers, studiomuzikanten en grafische ontwerpers in om het eindproduct voltooid aan de man te brengen. De kracht van de geslaagde vaak best wel heftige persoonlijke teksten neemt hierdoor af, omdat het verhaal niet volledig tot zijn recht komt. Ondanks de hit-gevoeligheid was dit wel de eigenlijke opzet van HERO / LOSER. De begeleiding is sfeervol met het gebruik van inheemse beats, intiem pianospel, ritmisch geklap, een straataccordeon en soms een verdwaalde afro funk gitaar. De melodieën en refreinen blijven aardig hangen en de wereld roots vinden wel degelijk hun weg op de plaat.

De troefkaart The Tide opent met hemelse vocalen en gaat over in een relaxte zomerse reggae song, waarbij er stil wordt gestaan dat de levensklok erg snel voorbij raast. Eigenlijk moet je gewoon genieten van wat er om je heen gebeurd, en hou het zo klein mogelijk. HERO / LOSER is een zevenjarig verslag met de nodige ups en downs, al is de opzet wel om als winnaar uit de strijd te komen. Helaas wordt de zanger ondersneeuwt door externe factoren die hem kneden en tevens een stukje eigenheid ontnemen.

Het zou beter zijn geweest als hij in deze fase met een enkele medeschrijver aan de slag was gegaan en voor maar een producer kiest die zijn ideeën vorm geeft. Juist omdat hij zelf materiaal aan andere bands levert, bewijst Tim Schou overduidelijk dat hij die hele poespas niet nodig heeft. In het thuisland is de zanger hoe dan ook succesvol. Internationaal gezien moet hij zich nog verder ontplooien, al is het zeker een naam om in de gaten te houden. Nu blijft het Songfestival stigma teveel aan hem kleven.

Tim Schou - Hero / Loser | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Flock of Dimes - Head of Roses (2021) 3,5

2 april 2021, 18:31 uur

Na een mooie leerzame periode van ruim tien jaar keihard werken en vijf groepsalbums op het publiek loslatend is de tijd aangebroken om misschien wel definitief buiten de voetsporen van Wye Oak te treden. Heel eventjes uitblazen, en de ideeën in het hoofd lucht geven. Multi-instrumentalist Jenn Wasner heeft samen met de even veelzijdige Andy Stack, die ondertussen het project Joyero heeft opgestart, een prachtig ontwikkelingsproces achter de rug. Als indie gitaarpopband maakten ze al de nodige indruk met de in shoegazer ondergedoopte invloeden op hun debuut If Children.

De verfijning van de sound volgt in het sfeervolle The Knot. Steeds gaat die band op zoek naar een afwijkend patroon in de vernieuwing, waardoor de dance zeer duidelijk zijn intrede doet op Shriek. Voorafgaande aan het drukke volgestopte The Louder I Call, The Faster It Runs brengt Jenn Wasner als Flock Of Dimes haar eerste soloplaat If You See Me, Say Yes uit. Een vrij toegankelijk popalbum, waarmee ze duidelijk een commerciële richting opgaat. Bij Head of Roses zoekt ze de inspiratie juist weer bij Wye Oak, waarbij The Knot de uitgangspositie lijkt te zijn. De winst zit hem vooral in het feit dat de vocalen en de muziek nog dichter bij elkaar komen, en niet meer los van elkaar te plaatsen zijn.

Wat zet ze zichzelf direct al gruwelijk goed op de kaart. 2 Heads is een voorbeeldig visitekaartje waarbij pop en folk samenkomen met een prachtig elektronisch geluidsveld. Haar handtekening zet ze toch echt onder het stevig rockende Price of Blue, waarbij onder andere gitarist Meg Duffy als extra joker wordt ingezet. Wat is dit toch een klasse song, waarbij ze nogmaals benadrukt dat ze een voortreffelijke in balans zijnde artiest is met een mooi eigen geluid. Sterker nog, ze roept zowaar herinneringen op die naar de hoogtijdagen van de identieke indie rock uit de jaren negentig verwijzen. De slepende zang is hierbij een passende toegevoegde waarde, welke Jenn Wasner nog krachtiger laat overkomen. De gitaar eist gepast ook die hoofdrol op in en het nachtelijke Walking.

Van een totaal ander kaliber is het gedurfde No Question, een afwijkende pianoballad waarbij de normale gangbare songstructuren als een kaartspel flink door elkaar geschud zijn. Two leunt meer tegen de elektronica aan en is al eerder vooruitgeschoven als single, en heeft diezelfde donkere glans als de overige startnummers van Head of Roses. Sfeervol, maar dan met een intimiteit die zo naadloos aansluit op het gevoel van 2021, zonder die binding met het catchy popgeluid te verliezen. Head of Roses laat horen dat Jenn Wasner behalve haar beeldschone hoge uithalen ook die verhalende rustige country singer-songwriter kant beheerst, en dat ze gemakkelijk kan concurreren met het overschot aan begaafde hedendaagse zangeressen. Juist omdat ze zelf grotendeels voor het muzikale pallet zorgt is het nog eenvoudiger om de luisteraar te overtuigen.

Je zou bijna vergeten dat de plaat voornamelijk de inspiratie haalt uit het verwerkingsproces van hartzeer en het spiritueel met zichzelf in het reine komen, plus de daarbij horende onvermijdelijke fouten die gemaakt worden. Helemaal alleen staat ze er niet voor. De van Bon Iver afkomstige bevriende getalenteerde Matthew McCaughan vervult een mooie bijrol. Ook haar omvangrijke bandmaatje Andy Stack laat Jenn Wasner niet in de steek en beseft des te meer dat Head Of Roses de plaat is die zijn collega Jenn Wasner moet maken om haar persoonlijke demonen te bestrijden of om deze juist een prominente goedkeurende rol in haar bestaan te gunnen. Het leven gaat niet over rozen, geef deze echter wel een eervol leerzaam plekje in je achterhoofd. Soms pijnlijk stekend, dan weer volledig in bloei. Een prachtige plaat, waarbij ze zeker met de eerste drie tracks ver boven zichzelf uitstijgt.

Flock of Dimes - Head of Roses | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Godspeed You! Black Emperor - G_d's Pee AT STATE'S END! (2021) 4,5

2 april 2021, 18:27 uur

Terwijl de wereld zijn wonden likt, strooit Godspeed You! Black Emperor er juist een flinke hoeveelheid aan zout in. De Apocalyps, het doemscenario waarna de band al memoreert in het verbitterende statement wat GY!BE via de volledig te belezen visie op de bandcamp pagina naar buiten brengt. De kromme verhouding tussen burger en politie, het hedendaagse imperialisme, de fatale pandemie. Genoeg redenen om zich na het vier jaar oude Luciferian Towers opnieuw op te sluiten met een breed scala aan instrumenten om hun Save Our Souls boodschap te verkondigen. Red niet de aarde, maar beperk de schade. De postrock anarchisten van Godspeed You! Black Emperor zijn niet zozeer terug van weggeweest, ze ontwaken uit de tijdelijke slaapstand omdat er behoefte aan is, juist nu.

De schijnbare rust in de zomermaanden wordt ruw verstoord als de tweede golf aan besmettingen zich in de herfst van 2020 aandient en de mensheid overspoeld met nog een grotere dosis aan verwoestende ellende. De band schrijft hun eigen soundtrack voor deze beroerde tijd. Ze verwoorden op typerende Godspeed You! Black Emperor wijze de grootschalige gevolgen hiervan en benadrukken dat we ons nog midden in deze zwarte periode bevinden. De pracht van oorverdovende noise en de vernietigende werking van sereniteit komen ook hier weer treffend samen in G_d’s Pee AT STATE’S END! De verwachting is dat we hier te maken hebben met een loeizware brok aan deprimerende teringherrie, waar amper doorheen te komen is. Het tegendeel is het geval, sterker nog, de Canadezen hebben mij nog nooit eerder zo duidelijk overtuigd.

A Military Alphabet (Five Eyes All Blind) [4521.0kHz 6730.0kHz 4109.09kHz] / Job’s Lament / First of the Last Glaciers / Where We Break How We Shine [ROCKETS FOR MARY] wil chaotisch opstarten, met een hoop ruis en kakofonische rumoerige bijgeluiden. De schoten op de achtergrond roepen een onprettig beangstigend gevoel op en komen totaal onverwachts op het einde nogmaals terug. Als de zoemende vredigheid overschakelt naar luid opspelende rockgitaren die krachtig neerslaan en je niet meer loslaten, wordt je gepakt door dit eerste hoogtepunt. Het veelzeggende moment dat uit de verdorde resten een prachtige nieuwe bloem tot bloei komt. Er is zoveel aandacht besteed aan deze veerkrachtige suspensie welke op de achtergrond opgevuld worden met stemmige new wave synthesizers. Een mooi contrast weer, welke direct al de luchtigheid laat spelen met het zwaarmoedige toekomstbeeld. De postrock zoekt verschuiling bij typerende jaren zeventig symfonische rock en krijgt een aangenaam vervolg in een stormvloed aan logge drumpartijen en rondcirkelende elektrische zaaggitaren, die al hypnotiserend naar een trance opwekkend geheel toewerken.

Het dromerige in beweging zijnde Fire at Static Valley drijft heerlijk weg op die voorbij waaiende onweersgolven waarbij ook zeker de nadruk op het sfeervolle gitaarspel wordt gelegd. De ijzigheid die uit het instrument getoverd wordt legt ook weer die link naar het onzekere tijdsbeeld uit de jaren tachtig. De eenzaamheid en stilte die onderbroken wordt door de pulserende hartslagen die het drum tandem Aidan Girt en Timothy Herzog hieraan toevoegen.

Er wordt in “Government Came” (9980.0kHz 3617.1kHz 4521.0 kHz) / Cliffs Gaze / Cliffs’ Gaze at Empty Waters’ Rise / ASHES TO SEA or NEARER TO THEE weer aangenaam teruggegrepen naar die seventies symfonische rock, welke een verbredend effect op de postrock hebben. De track is ouderwets opgebouwd rondom verlichtende drones volgens het Godspeed You! Black Emperor aantekeningenboek principe. Vermorzelende basakkoorden geven de dreigende ondergang aan, waarna verbitterend gitaarspel en de huilende viool van Sophie Trudeau de beschamende treurnis van 2021 uitstralen. Ook hier volgen de donderslagen die keihard de boel nog wat extra ontwrichten. De brandende wereld die in vurige roodgloeiende glans overschakelt naar verkoold somber zwartwit in het prachtige epische eindstuk waarbij het klokkenspel de dag des oordeels aankondigt.

Our Side Has to Win (For D.H.) schroeit op gepijnigde wijze de zichtbare littekens dicht door er die kenmerkende oorverdovende geluidsbrij op los te laten welke er als een beschermende aura er een solderend laagje omheen verbind. Een formulering waarbij de nadruk op de schilderachtige schoonheid gelegd wordt, maar welke ingelijst wordt met een diepzwart rouwrandje. Godspeed You! Black Emperor slaat genadeloos toe, het kolossale monster heerst als een onoverwinnelijk paard van Troje met het veelvoud aan slagvaardige muzikanten.

Godspeed You! Black Emperor - G_d's Pee AT STATE'S END! | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Tune-Yards - Sketchy. (2021) 3,5

2 april 2021, 18:26 uur

De anarchistische Merrill Garbus is geen groot liefhebber van het conservatieve hokjes denken. En waarom moet muziek aan regels gebonden zijn, terwijl deze artistieke uiting juist om creatieve vrijheid vraagt. De gezellige cross-over van Tune-Yards heeft veel weg van de improvisatiegekte die bepalende was in het doldwaze sketchprogramma In Living Colour. Een anti reactie op het brave We’re a Happy Family geluk van The Cosby Show. Deze satirische zelfblik op de Afro-Amerikaanse cultuur zorgde voor een soortgelijke frisheid die ook in het zomerse Sketchy terug te horen is. Het is allemaal net wat minder stoer dan het spierballen metal funk gefreak en leunt misschien nog wel meer tegen de zonnige hippie hiphop mengelmoes van het politiek correcte Arrested Development aan.

Toch ligt bij Tune-Yards de oorsprong wel degelijk bij de zuidelijke afro beat en die heerlijke lome funk die Nate Brenner uit zijn basgitaar tevoorschijn haalt. Op Whokill wordt daar de nodige freejazz blazers en lawaaierige ritmes aan toegevoegd, terwijl er op Nikky Nack veel meer de nadruk ligt op de new wave disco en militante reggae uit de jaren tachtig. De late night synthpop van I Can Feel You Creep Into My Private Life is futuristischer qua opzet en laat zelfs klassiekere filmische elementen toe.

Het bonte buitenbeentje op het 4AD label komt nu dus met hun vijfde studioplaat Sketchy aanzetten, die een onverwachte koerswending laat horen. Merrill Garbus haalt al gelijk op Nowhere, Man het maximale uit haar soulstem en zoekt direct die frontale hoogte op. Een metamorfose die haar neerzet als een hedendaagse Big Mama popdiva die ook nog eventjes dat grensgebied van de rap opzoekt. Heerlijke koortjes maken van Make It Right een duidelijk door Prince beïnvloedde track, waarbij de toonaangevende ritmes niet geheel van een verdrinkingsdood gered zijn. Lichtelijk verzopen werkt het duo zich door deze aanstekelijke stuiterende discofunk heen, waarbij de onverwachte wendingen de speelsheid van het oudere werk van Tune-Yards in herinnering roepen.

De psychedelische prettige stoorzender Homewrecker heeft iets rebels jeugdigs en is heerlijk onnavolgbaar, het hoeft ook allemaal niet zo moeilijk. Het springerige Silence Pt. 1 (When We Say “we”) ligt in het verlengde van de ADHD new wave van Devo, maar wordt hier van de vrouwelijke kant belicht. De belerende soulgospel van Hold Yourself komt door die toegankelijke popinslag misschien onbewust nog overtuigender over. Het is maar hoe je de boodschap verpakt en men is over het algemeen gevoeliger voor kleurig inpakpapier. Een averechts effect roept het swingende Under My Lip en het Donna Summer I Feel Love getinte refreintje van My Neighbor op, waarbij het keiharde huiselijke geweld en de onderschikte rol van de vrouw centraal staat.

De volwassenheid komt dus wel degelijk tot uiting in de teksten, waarbij de maatschappelijke tekortkomingen in de vrouwenrechten ter sprake komen. De geëmancipeerde frontvrouw van het gezelschap legt de nadruk op de machtpositie die ze als muzikanten hebben. Nowhere Man uit de onvrede over het feit dat zangeressen blijkbaar geen protestlied mogen zingen. Misschien wat kort door de bocht, waarbij ze namen als Joan Baez, Joni Mitchell en het punkboegbeeld Patti Smith passeert, maar dat is Merrill Garbus vergeven. Het draait om haar innerlijke boosheid en onmacht, en die voelt nou eenmaal zo.

Tune-Yards - Sketchy | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Rome - Parlez-Vous Hate? (2021) 4,0

2 april 2021, 14:48 uur

Zolang de wereld zich in de rottende staat van ontbinding bevind zal Jérôme Reuter in de gedaante van Rome zijn legereenheid van de in treurnis ondergedoopte neofolk goth songs op de mensheid loslaten. Uit de asresten van The Lone Furrow herrijst al binnen een half jaar de feniks Parlez-Vous Hate?. Een krachtige wedergeboorte die de onsterfelijkheid van Rome nogmaals bekrachtigt. Als er geen ruimte is voor hoop op een stabiele toekomst blijft Jérôme Reuter alleenheerser in zijn gecreëerde midden aarde wereld van het duistere mierennest Europa, waar sprookjes en realiteit dwars door elkaar heen lopen.

Het zal geen verrassing zijn dat Tom Gatti weer verantwoordelijk is voor het eindgeluid. Deze producer weet als geen ander hoe hij de sound van Rome vorm kan geven. Als veelzijdig muzikant speelt hij ook de baspartijen in, en geeft hij de uiteindelijke finishing touch met zijn kille postpunk keyboardpartijen. Net als op de voorganger The Lone Furrow is Eric Becker aangeschoven om tegengas te geven aan het dromerige akoestische gitaarspel van Jérôme Reuter door de noodzakelijke elektrische uithalen toe te voegen. Om het geheel nog krachtiger te maken is daar verder nog de aanwezigheid van Laurent Fuchs met zijn stevig drumwerk.

De oorsprong van het geluid zit hem nog steeds in de klassieke neofolk van Toll in the Great Death. Melancholische slepende poëtische zangpartijen die door het semi-akoestische spel die traditionele binding met eeuwenoude Europese folklore naar boven laten komen. Uit soortgelijke basis ontstaat Blood For All, een nachtelijke romantische eighties ballad met Jérôme Reuter in de rol van vredelievende bloedzuigende vampier.

Om de materiaal moeheid van de laatste stabiele, maar eenzijdige platen te bestrijden is er ruimte voor commerciële luchtigheid in de new wave track Born in the E.U. Een nostalgisch stukje zelfbewustzijn met de theatrale emotionele uithalen van Jérôme Reuter en hoge gedateerde jaren tachtig backing vocals. Wankelend staat hij opnieuw bovenop de barricades en zoekt hij een meer toegankelijke manier om zijn profetische boodschap te verkondigen. Het lichtvoetige sfeervolle Der Adler Trägt Kein Lied werkt zich in alle rust naar een gepassioneerd vol schreeuwend slotakkoord toe, en mag zich bij dit hitgevoelige geluid voegen.

Een gigantisch contrast met de muzikale afbrokkelende vernielzucht in het zwaar ritmische Panzerschokolade. De meerwaarde van een geoliede Viking slagwerker als Laurent Fuchs bereikt hier zijn climax, om de ziel van Jérôme Reuter binnenstebuiten te keren en zijn bevreesde nachtmerries als bange vleermuizen de duisternis in te jagen. De doodse synthesizerklanken in Feral Agents openen het mistige doemgordijn van postpunk dreampop en bevind zich in het moerassige vaarwater van de opgetooide warhoofden van The Cure.

Allemaal net wat minder zwaar dan de voorgangers, al blijven die donkere kanten uiteraard boven drijven, en dat is maar goed ook. Het onheilspellende titelstuk Parlez-Vous Hate? wordt omringt door een soortgelijk zwart raamwerk waarmee Michael Gira zijn Swans in de jaren negentig loslaat. Dezelfde naargeestige maar tevens indrukwekkende avontuurlijke sfeer met het uitzicht op hel en verdoemenis. Een typerende corona strijdlied, inclusief het beangstigend gevoel om geketend van je vrijheid te genieten. Er wordt onverwacht sterk afgesloten met de opbeurende new wave klanken van het instrumentale noisy soundscape Fort Nera, Eumesville. Een hemelse hoopvolle openbaring, die misschien wel de sleutel vormt van een zijde die Rome nog niet van zichzelf heeft laten zien.

Rome - Parlez-Vous Hate? | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Gruff Rhys - Seeking New Gods (2021) 4,0

2 april 2021, 01:33 uur

Was Pang! nog een mooie toeristische reis door de bruisende tropicana van Zuid Amerika, op Seeking New Gods wordt de inspiratie gezocht in het Oost-Aziatische gebied. Inderdaad een ontdekkingstocht waarbij kennis wordt gemaakt met nieuwe culturen en gewoontes, en wat een totaal andere plaat oplevert, alleen Taranau Mai verwijst al naar de te volgen koers die ingeslagen wordt.

Gruff Rhys vind de rust in meer mediterende songs, waarbij de door sneeuw bedekte mythologische Mount Paektu vulkaan symbool staat voor de eeuwigheid, maar tevens gevoed wordt door innerlijke onrust die explosief staat te wachten om tot uitbarsting te komen. De magische kracht van deze berg wordt versterkt door het feit dat de stichter van het eerste Koreaanse rijk, koning Tangun en ook de latere leider Kim Jong I in deze streek geboren is.

Het gaat vervolgens eigenlijk allemaal vanzelf. Gedurende de Amerikaanse tournee werd het merendeel van de plaat al geschreven, vervolgens klopt Gruff Rhys in Los Angeles aan bij de van The Beastie Boys bekende producer Mario C en het opnameproces wordt in werking gezet. Met zijn relaxte hiphop en reggae achtergrond weet Mario C de juiste werksfeer te creëren. De voormalige The Flaming Lips drummer Kliph Scurlock zorgt voor de ritmische ondersteuning. Deze percussionist is geen onbekende van Gruff Rhys, hij was al een ondersteunend bandlid tijdens de American Interior tournee.

De ritmische licht psychedelische pianoballad Mausoleum of My Former Self is het startpunt van de innerlijke ontdekkingstocht, waarbij de oudheid van het bestaan centraal staat. Tevens is het te herleiden tot de pieken en dalen in het leven die men moet trotseren om een stap verder te komen. Die berg wordt beklommen om uiteindelijk als ultiem geluksmoment die top te bereiken. De Mexicaanse blazers staan aanmoedigend op de grond paraat en zwaaien nogmaals de sound van voorganger Pang! uit.

Het beheerste Can’t Carry On wordt vervolgd door de futuristische krautrock klanken van de retro soft glamrocker Loan Your Loneliness. Een mooi contrast waarmee een geslaagde avontuurlijke zijweg wordt ingeslagen. Gruff Rhys heeft de landingsplaats bereikt op het prachtig melodieuze gezongen soulvolle titelstuk Seeking New Gods met een lekker new wave einde, waar hij de gegronde zelfverzekerde vocalen afwisselt met hemelse hoge uithalen. Een song waarbij de zanger de aarde verlaat en de het kosmos op zoek gaat naar andere leefvormen. Een heerlijke trippende ruimtereis door het universum, wegzwevend van de wereldse problematiek.

Er wordt ouderwets stevig gerockt in het spacende Hiking in Lightning, al remt de ingetogen zang het geheel wel aardig af. Gelukkig revancheert hij zich op dit vlak sterk in het zachte breekbare Holiest of the Holy Men. Het aansluitende The Keep begint met dezelfde sensitiviteit, waarna schurende blazers het overnemen. Het filmische orkestrale Everlasting Joy is lomp en zwaarder waarbij de rol van drummer Kliph Scurlock zeer bepalend is en een mooie ritmische basis neerlegt, waar de pianotoetsen eigenwijs overheen wandelen.

Het lijkt er in eerste instantie op dat Gruff Rhys met Distant Snowy Peaks zijn eindbestemming bereikt heeft. De track roept daadwerkelijk een Oosters new age gevoel op, en eigenlijk is dit nummer nog het beste te plaatsen in de totale opzet van Seeking New Gods. Stiekem hoop ik dat dit juist het startpunt is van een te vervolgen nieuwe weg; het hoogtepunt van de plaat.

Gruff Rhys - Seeking New Gods | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Dry Cleaning - New Long Leg (2021) 4,5

1 april 2021, 01:50 uur

Is Dry Cleaning het gehoopte daadkrachtige antwoord op het toeslaande heersende postpunk mannengeweld? Het begint er wel op te lijken. In ieder geval is het gezelschap rondom vrouwelijk sleutelfiguur Florence Shaw er helemaal klaar voor om het langverwachte debuutalbum New Long Leg af te leveren. Tom Dowse verdiept zich al eerder in de muzikale achtergrond van het postpunk genre en gaat op de Sweet Princes EP aan de slag om een zo identiek mogelijk jaren tachtig geluid uit zijn gitaar tevoorschijn te halen. Het pruttelt nog heerlijk na op het stevigere Boundary Road Snacks and Drinks waar ook Lewis Maynard zijn definitieve basvorm gevonden heeft en het steady ritme van Nick Buxton de band al tot noemenswaardige eindresultaten dwingt. Kan het nog beter worden, of hebben ze in dit vroege stadium hun kruit al geheel verspeeld om narokend onzichtbaar de geschiedenisboeken in te verdwijnen?

Gelukkig weten ze die veelbelovende start op New Long Leg te continueren en sluiten de Londenaren zich aan bij die steeds maar groter wordende groep aan brutaal jong talent welke ondertussen een net zo bepalende rol speelt als die eerste punkgolf in de jaren zeventig. De poëtische praatzang op New Long Leg zal niet bij iedereen in goede aard vallen, maar het geeft wel mooi die kijk op de wankele positie van het ooit zo welvarende Groot Brittannië neer. Een gigantische tuimelaar welke neerbuigend zwikt voor de Brexit keuze en die zich amper staande houdt tegen het nog steeds niet onder controle zijnde corona pandemie.

De teksten van Florence Shaw zijn lekker onnavolgbaar en als er ergens al cryptische omschrijvingen zijn waar te nemen worden deze in de vage zinnen wel ontkracht. Het is de waanzin waarin we ons dagelijks voortbewegen, de isolatie die je dwingt om opgeschreven krabbels, vergeten boodschappenlijstjes en thuis knutsel punkslogans als serieuze literatuur te betitelen. Doordat normaal communiceren in deze tijd vrijwel onmogelijk is, wordt die innerlijke gedachtegang realiteit en lijkt het erop dat Florence Shaw zich niet meer ervan bewust is dat ze op een doordrammende manier aanhoudend tegen zichzelf aan het praten is. Een ietwat manische gekte welke van haar een vervreemdende verhalenverteller maakt.

De schelle blikkerige percussie van Scratchcard Lanyard wordt door midden gezaagd door de herkenbare patronen van Tom Dowse die eigenlijk niks toevoegen aan het klassieke voorwerk, maar die zich wel direct met zijn gitaarecho’s herplaatst in het muzikale slagveld van eind jaren zeventig. Het is gewoon oerbeginsel postpunk met gillende emotionele uithalen en die drang om zichzelf heerlijk voorbij te spelen. Lewis Maynard laat zijn instrument er zeurderig doorheen ronken om tijdens de eindsprint nog eventjes als naspel de ruimte op te eisen. New Long Leg is ouderwetse straatrock, onvoorspelbaar, hard, bedreven maar ook weer dromerig.

De hunkering naar stabiliteit heeft juist zijn oorsprong in de anarchistische tegenstrijdigheid. Want is die drang naar hervorming niet gewoon een schreeuw om je eigen toekomst veilig te stellen door uiteindelijk deel te nemen aan de conservatieve onveranderbare maatschappij. Het schaduwspel dat zich in de donkere voorsteden afspeelt en waarbij een track als Unsmart Lady zelfs die destructieve kant van de grunge opzoekt terwijl de hoekige wavefunk van Strong Feelings weer dat futuristische jaren tachtig sfeertje heeft. Och, ze durven ook nog flink te spotten met Come Together van The Beatles in het luchtige More Big Birds, en ze lijken zich niet druk te maken over een eventuele schadeclaim vanwege de copyrights van dat nummer. Misschien voelt Paul McCartney zich wel vereerd dat zijn baspartijen zo goed hergebruikt worden.

Want ondanks dat Dry Clean overduidelijk Brits is lukt het John Parish om die sound te verbreden. Niet gek trouwens, als je nagaat dat deze producer in het verleden zijn protegé P.J. Harvey heeft gekneed en figuurlijk uitgebeend om haar die vorm te geven waarmee ze uiteindelijk van schuchter indie meisje uitgroeit tot zelfverzekerde rockdiva. Van de nonchalante mijmerende Florence Shaw wordt min of meer geëist dat ze direct al die rol op zich neemt, en het lijkt erop dat ze die dus ook prima aankan. De onverschilligheid die juist een zwaar geëmancipeerde kant van haar laat zien, en waardoor ze zich onderscheid van de geëtiketteerde rockchicks uit de jaren negentig die veelal voorgeprogrammeerde op marketing gerichte modepoppetjes waren, waarbij de inhoud er kunstmatig ingepompt werd. Nee, Florence Shaw schuift eerder de richting op van Kim Gordon of zelfs Patti Smith, die duidelijk een langere houdbaarheidsdatum hebben.

Om uiteindelijk niet te hoog te eindigen in de eindejaar lijsten zorgen ze wel voor die commerciële zelfmoord met het in stuurloze noise uitbarstende Every Day Carry. Nog eventjes in de holst van de nacht de vuilnis buiten zetten. Waarna ratten en ander ongedierte mogen snuffelen aan de songstructuur en waarmee ze zichzelf als een in het nauw gedreven wezen hevig pijnigen en als aangevreten prooi hun kwetsbaarheid tonen. Of Dry Cleaning een blijvertje is durf ik dus niet te verzekeren, de kans is groter dat we de naam Florence Shaw in de toekomst wel vaker zullen tegenkomen. Voor nu zijn ze als bandeenheid in ieder geval verantwoordelijk voor een van de betere debuutplaten uit 2021.

Dry Cleaning - New Long Leg | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer