menu

Via deze pagina blijf je op de hoogte van recente stemmen, meningen en recensies van deric raven. Standaard zie je de activiteiten in de huidige en vorige maand. Je kunt ook voor een van de volgende perioden kiezen: januari 2023, februari 2023, maart 2023, april 2023, mei 2023, juni 2023, juli 2023, augustus 2023, september 2023, oktober 2023, november 2023, december 2023, januari 2024, februari 2024, maart 2024

The Lounge Society - Tired of Liberty (2022) 4,5

30 november 2022, 12:24 uur

stem gewijzigd, oorspronkelijke stem was 5,0 sterren

» details  

The Afghan Whigs - How Do You Burn? (2022) 4,0

28 november 2022, 21:18 uur

Terwijl de een na de andere rockicoon uit de jaren negentig in het rock & roll slagveld sneuvelt, blijft Greg Dulli fier stevig overeind staan. Ook hij heeft jarenlang op dat destructieve randje geleefd, verslavingen overwonnen en met maniakaal ziekelijk liefdesverdriet en zijn agressieve houding in relaties, de nodige terugvallen meegemaakt. We aanbidden deze blufpoker spelende bedriegende volksheld en pikken het allemaal van hem. Zijn tragische blanke ziel doordrenkt door soul en blues, de pijn vindt zijn ultieme weerslag in het genadeloze Gentlemen zelfbeklag. Dit onovertroffen magnum opus krijgt een aangenaam vervolg in het donkere kwellende Black Love en het treurende 1965 afscheid. Exit The Afghan Whigs. De rusteloze rondzwervende Greg Dulli herpakt zich in The Twilight Singers, zoekt met Mark Lanegan het muzikale The Gutter Twins avontuur op en maakt met zijn oude bandleden een fraaie The Afghan Whigs comeback als ze in 2014 Do to the Beast aankondigen.

Zoveel verschilt het allemaal niet met elkaar, ze hadden er net zo goed een The Twilight Singers etiket op kunnen plakken. The Afghan Whigs verkoopt als naam gewoon stukken beter, ze worden voor de grotere festivals gevraagd en spelen op verzoek die oude hits weer. Na de In Spades afronding slaat het noodlot toe. Gitarist Dave Rosser die tevens een prominente rol op het The Gutter Twins project en de The Twilight Singers platen vervult, sterft aan darmkanker. Daarna zwijgt Greg Dulli. Die stilte wordt niet tijdens de pandemie doorbroken en als dan ook nog zijn maatje Mark Lanegan in februari overlijdt belandt Greg Dulli opnieuw in een gitzwarte periode. Hoe overwin je het verlies als al het houvast in as verandert? How Do You Burn? De zoveelste wederopstanding van de nagloeiende feniks, gevaarlijk ontvlambaar, gestigmatiseerd door de brandblaren op de ziel, met de profetische In Flames piano soulbiecht als slotakkoord.

Het persoonlijke How Do You Burn? moet het licht laten ontwaken. De zoveelste verwerkingsplaat voor de zoveelste traumatische ellende welke het Greg Dulli voortbestaan steeds verder verteert. De magnetische sensuele aantrekkingskracht voor de duistere verheerlijkende zelfkant van het leven kleeft aan hem, verstikt hem, maar levert ook de mooiste songs op. Was The Afghan Whigs voorheen nog het romantische buitenbeentje binnen het stevige gitaargeweld, de bulldozer opener I’ll Make You See God is een snoeiharde toetakelende punkrocksong met verdwalende gitaarriffs waar zelfs een Josh Homme van Queens of the Stone Age jaloers op zal zijn. Magere Hein nodigt zichzelf uit om de stervende ziel op te eisen. De corona slachtoffers, de krimpende vriendengroep en leeftijdsgenoten waarbij dodelijke ziektekiemen zichzelf volvreten om verzadigd het lichaam te verlaten. I’ll Make You See God, een genoodzaakte wake up call, duivelsexorcisme met een van zich afschreeuwende Greg Dulli.



Eigenlijk is het akoestisch kale Concealer een beter opstartpunt. Therapeutische strijkers halen weggestopte jeugdherinneringen op. De onschuld, de onervarenheid, reinheid, inclusief die heimelijke overlevingsdrang naar de eenzaamheid van het individualisme. Het is vreemd om Mark Lanegans echo op het psychedelische The Getaway terug te horen, al heeft het ook iets moois spiritueels. De schrapende grafstem uit het hiernamaals, een krachtige geestverschijning welke al spokend ronddoolt en die eeuwige rust nog even lijkt uit te stellen. Broederliefde en altijd voortdurende vriendschap totdat de dood ons scheidt. Afgeknepen blazers en bezwerende roffels maken het bij het uptempo Catch a Colt het verschil. Het accent ligt op de latere jaren tachtig rock en de hedendaagse Americana sfeervelden. Ook de groot uitgespeelde theatrale Messiasrol van het A Line of Shots sentiment en de zondes vergevende Take Me There gospel haken op dat tijdsbeeld in.

Warme orgelpartijen kondigen de vertrouwde Please, Baby, Please soul aan. Vintage The Afghan Whigs, met John Mayer achtige neonavondlicht gitaarlijnen. De kansloze gelukzoektocht zet zich in Domino and Jimmy voort. Een kippenvelmoment, al is het alleen maar vanwege die bijdrage van het bemoederende zorgelijke van Marcy Mays die in een grijs verleden zo schrijnend emotioneel het verbitterende My Curse naar zich toe weet te trekken. Het is grappig dat een oudere stem over het algemeen doorleefder en zwaarder klinkt, Greg Dulli grijpt juist die kans aan om jeugdiger en hoger te zingen, onherkenbaar bijna. Vrouwen halen nou eenmaal het slechtste maar ook het beste in hem naar boven. Het nachtelijke Jyja boottochtje prepareert zich voor die laatste enkele Viking reis naar de hel. Spokend woest walsend op de klotsende golven heen en weer wiegend. De aarde is niet rond maar eindigt abrupt aan de horizon skyline.

How Do You Burn? mag zeker bijgeschreven worden als de beste plaat uit de latere The Afghan Whigs periode, maar verbleekt bij de meesterwerken Gentlemen, Black Love, 1965 en zelfs bij de The Twilight Singers parels Powder Burns en Dynamite Steps. Greg Dulli verkoopt net als Bono en Jim Kerr zijn ongeëvenaarde eigenheid aan de duivel, die hem daarvoor in ruil een commerciële succesformule schenkt. Het bloed is gestold, het zweet is verdampt. Nog steeds overheerst de overtuigingskracht, maar de grote gebaar nummers mogen ze in het vervolg achterwege laten.

The Afghan Whigs - How Do You Burn? | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Ásgeir - Time on My Hands (2022) 4,0

27 november 2022, 20:01 uur

Retro sfeercollages, onaardse verstilling en prachtige rondcirculerende New Age droompakketlijnen. Met de Time on My Hands titeltrack van zijn vierde album legt de IJslandse Ásgeir Trausti de nadruk op de sobere guurheid, en bedekt deze met vergelijkbare Daniel Lanois jaren tachtig herfstkleuren. Time on My Hands is geen blauwdruk van zijn eerdere werk, hij strijkt met verfijnde penselen een nieuw muzikaal landschap, waarmee hij ook buiten de landsgrenzen kleurt. Zijn keuze valt in eerste instantie op een Engelstalige plaat, al is het niet geheel ondenkbaar dat hij ons vervolgens nog op het traditionele IJslandse geluid trakteert zoals hij dat al eerder bij eindejaar lijst topper In The Silence (Dýrð í Dauðaþögn) en Bury the Moon (Sátt) gedaan heeft.

Mooie dierbare herinneringen vervagen in het krachtig heroïsche Giantess. De Time on My Hands track handelt over zijn jeugdjaren als paragnostische autodidacte handlezers hem verzekeren dat zijn levensloop maar van korte duur zal zijn. Tienerangsten die hem erop aanzetten om het maximale uit zijn bestaan te halen. Die spirituele somberheid koppelt het gedocumenteerde verleden aan het beschrijvende heden, slechts overstemd door die hoog hemelse klaagstem van Ásgeir Trausti. De orkestrale treurblazers nemen het een beetje onwennig over, en spreiden er voorzichtig een zacht overwinnaarstintje overheen. En als de tijd voorbij snelt, wil je daaruit het maximale genot, maximale bezinning en het maximale deelvermogen halen. De IJslandse muzikant schenkt ons weer een prachtig tiental aan schetsmomenten, persoonlijk, eerlijk en ontroerend.

Met de scherpere experimentele Snowblind single begeeft Ásgeir zich op donker glad ijs. Zelden heeft hij zo openlijk de grenzen van de discosound opgezocht. Snowblind staat voor de zoektocht naar het hoger gelegen geluk. Het eeuwige Noorderlichtgevoel geeft ook nu zijn songs een verlichtende glans mee. Het eindeloze lange proces van griezelige verlate spookhuisdiscotheken is uiteindelijk afgesloten. De herkenbare kwetsbare kopstem is het evenbeeld van die gedeelde eenzaamheid. Ásgeir als leidend dan wel lijdend medium. De vocale veelzijdigheid in Blue springt van diepblauw laag naar lichtgewicht hoog en plaatst de singer-songwriter nogmaals in die befaamde buitencategorie zangers.

Reanimerende masserende beats en Vibrating Walls verdringen de regerende schaduwen. Opgepoetste dansvloeren en de twijfelende onwennigheid deformeert zich langzaamaan weer tot een gemiste zekerheid. Het grenzeloze internet als anoniem communicatiemiddel. Maar als men de overbevolkte straten opnieuw bewandeld blijkt het dat die eerlijke spontaniteit is vervangen door Limitless terughoudendheid. Ondanks dat zijn reisbestemming een ander einddoel aangeeft, navigeert de insomnia bries van het verdovend zalvende Borderland slaapliedje Ásgeirs gedachtes terug naar huis. Het heimelijke vaderland verlangen van een rondtrekkende troubadour. Roffelende ritmes en voorzichtig geplaatste elektrobeats verbreden hierbij het speelveld, al blijft het allemaal pluchezacht en van lieflijke schoonheden voorzien.

Volledig op zichzelf aangewezen ondergaat Ásgeir de pandemieperiode. Het contactgemis geeft hem in Like I Am de mogelijkheid om zichzelf te herontdekken en te concluderen dat deze verspilde tijd hem alleen maar sterker en zelfverzekerder maakt. De aarde breekt open en vanuit die pijnlijke verwrongen littekens ontplooit zich een nieuwe voedzame wereld. Ook hier sluit de zwevende New Age een bindende werkovereenkomst met de aardse folk aan. Waiting Room is de keerzijde, het intieme verlies waar je ook mee moet dealen. Tegenpolen die afstoten en aantrekken en welke uiteindelijk die persoonlijke groei bepalen.

Ásgeir - Time on My Hands | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Sophie Jamieson - Choosing (2022) 4,0

27 november 2022, 19:56 uur

Zelfverzekerd en met de nodige trots brengt de Londense singer-songwriter Sophie Jamieson in 2013 haar zeer persoonlijke EP Where uit. Donker, sober, met deprimerende kerkelijke begeleiding. Veelbelovend, maar vrijwel totaal genegeerd. En als je dan al zoveel emotie in je werk legt is het een lastig gegeven dat deze inzet niet publiekelijk beloond wordt. De naam van Sophie Jamieson verdwijnt vervolgens al snel naar de achtergrond, veelbelovend verandert in vergeten. De labiele zangeres zakt dieper weg in haar persoonlijke ellende, zoekt haar geluk in de fles, omarmt de amicale berustende alcohol, en schenkt deze een overheersend groot levensaandeel. Vergeten verandert in verdrongen. De worsteling met haarzelf levert genoeg negatieve inspiratie op, nou is het de kunst om uit dat gegeven de schoonheid te filteren .

In 2020 verschijnen de EP’s Hammer en Release. Hammer brengt verslavende baslijnen met het gitzwarte kletterende postpunk gitaarspel in hulpeloze nerveuze demonische instrumentatie samen. Het dronken verdovende Wine is het dagelijkse dagboekverslag met haar dagelijkse gevecht, haar dagelijkse kansloze strijd. In de elektronische darkwave van Release bevinden zich al kleine winstmomenten. Het is niet onwaarschijnlijk dat ze hiermee Simon Raymonde ontroerd en betovert. Feit is dat deze voormalige Cocteau Twins bassist haar bij zijn Bella Union platenlabel onderbrengt, een betere leerzame warme werkplek kan Sophie Jamieson zichzelf niet toewensen.

En als de regen en stormachtige klimaatwisselingen een dominante werking op de herfst uitoefenen, en de dagen zich langzaam in de duisternis verschuilen is daar dan eindelijk Choosing. Het is de moeite waard om zolang op haar debuutplaat te wachten. Ondanks dat Sophie Jamieson een drietal noemenswaardige EP’s heeft uitgebracht, is ze overduidelijk in haar voordracht gegroeid. Hammer en Release vormen het raamwerk voor Choosing, en ontstaan min of meer in dezelfde periode. Het is in principe een drieluik, het eindresultaat van een vierjarig werkproces.

Met haar vocale melodielijnen vlecht ze de zinnen al zingend aan elkaar. Het effectief problemen aanpakken werkt het beste als je de kern daarvan durft te erkennen en te benoemen. De haatliefde relatie Addition is de bewustwording, kotsmisselijk na de zoveelste kater, het excuus van het zoveelste vluchtgedrag. Hemelse orgeltoetsen zijn getuige van het bewapende stroomschokjes gevende gitaarspel, waaronder de dienende gedempte stem van Sophie Jamieson om vergiffenis smeekt. De piano verwelkomt het uitnodigende Crystal. Therapeutische bewustwording met het breekbare doorzichtige kristal als synoniem voor het leven. Het is zo eenvoudig om fragiele schoonheid kapot te gooien, de scherven kerven onheelbare littekens in de ziel. De kracht zit hem niet zozeer in haar eigen voordracht, daarvoor schakelt ze doeltreffend de hulp van een sacraal kinderkoor in.

Downpour ordent weggestopte momenten, absorbeert tranen om deze vervolgens met een natuurlijke emotionele beladenheid een uitweg naar buiten te gunnen. Verdriet plaatsen, verwerken en een sturende deelgenoot maken. De niet te vermijden terugvallen zijn onontkoombaar en behoren helaas wel als belangrijk onderdeel bij het wederopstandingproces. Het Tori Amos achtige Sink is een huppelend schild van onverschilligheid. Nonchalant de problemen wegwuiven, en ondertussen steeds dieper in de modderpoel wegzakken. Een denkbeeldige gelukzalige Fata Morgana op bedrieglijk drijfzand. Filmisch vintage in het zonsverduisterende Fill. De veiligheid achter de gesloten deuren, waar halflege glazen zich vullen en het halflege leven nog enige troost geven. Een schrijnende track waar de geschreven kwetsbaarheid een net zo grillig verbaal antwoord krijgt. Hoe diep kan je gaan om de luisteraar te raken. Nou, erg diep dus, dit is de heftige uitzichtloze bodem van het vernietigende alcoholisme.

Het vertrouwde Empties, opslokkende leegtes als zalvende zekerheid. Met de prachtige gitaarballad Runner probeert een bedeesd sprintende Sophie Jamieson haar achterstand in te halen. Marcherende drums lopen met haar mee richting de finishlijn, welke uiteindelijk al zwalkend als een uiteenspattende hoopvolle dagdroom uit het gezichtsveld verdwijnt. Het afremmende fraaie Violence gaat over in gemeende bijtende frustraties. Boundary verlegt de grenzen van haar kunnen, maar geeft tevens de grens van de afvlakkende opgelegde territorium beperkingen aan. Het zwaarmoedige gebroken Who Will I Be concludeert nogmaals dat je door afwachtend gedrag geen stappen vooruit zet.

Op Choosing heerst geen hoera stemming. Choosing is ook bewust verkeerde keuzes maken. Uiteindelijk bepaal jezelf welke richting je opgaat. Doodlopende wegen, eenrichtingverkeer, kruispunten, opstoppingen en een veelvoud aan oneffen paden. Choosing ziet de volmaakte voldoening niet als eindstation. Het avondrood beeldende Long Play, het roulette risicospel, inzetten en verspelen, gokken op kansen, en deze vervolgens weer vergooien. Zelden wordt de pijn, het verlies, en de strijd tegen alcoholisme zo realistisch mogelijk door een muzikant uitgewerkt. Lovin’ Whiskey 2.0
Sophie Jamieson - Choosing | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

REAL TRVTH - 333 (2022) 3,5

24 november 2022, 02:13 uur

Is er in het universum plaats voor een andere levensvorm, en zo ja, hoe staat deze dan in verhouding tot de mensheid? Vriendschappelijk, of juist vijandig? Er is al zoveel over geschreven, en er zijn al zoveel films over verschenen; Close Encounters of the Third Kind, E.T. the Extra-Terrestrial, de mysterieuze ufo crash in Roswell. The Truth Is Out There zou Fox Mulder in The X-Files zeggen. Deze fascinatie voor buitenaards leven heeft tevens zijn uitwerkingen op de popmuziek gehad. Muzikanten als David Bowie, Frank Black (The Pixies), Megadeth en Jean-Michel Jarre verbreden hun zichtveld, en halen hun inspiratie uit de oneindigende kosmos. Het Brusselse elektronische wonderkind Chris Genn verkent ook die onwetende grenzen.

Sinds de opkomst van de Krautrock en de synthpop spelen keyboards en synthesizers een steeds grotere rol in de muziekuitvoering en muziekbeleving. Chris Genn staat dan wel met beide voeten in de techno rave wereld, zijn alter ego REAL TRVTH maakt een mooie uitvlucht naar een futuristische toekomst, waar micro-organismen als parasieten in de mensheid infiltreren, emoties bepalen en het aangetaste brein volledig overnemen. Via deze voedingsbron manoeuvreren ze hun seksuele romantische obsessies, dringen ze heimelijke dromen binnen en reformeren de weggevreten zielsleegte. Vredelievend of kwaadwillig? REAL TRVTH vult dit verder niet in, die eer krijgt de luisteraar. Een mooi gewaagd concept welke Chris Genn in een zevental albumtracks uitpluist. 333, het magische engelengetal, of een ontcijferbare code uit de ruimte. 333 is de schijndans van het hiernamaals, waarin geloof en ruimtevaart botsen en engelen met aliens om een aandeel in het fictieve bestaan knokken.

Grimmige industrial beats karakteriseren het cyberpunk aandeel. Opgewekte stuiterende Summer of Love acid house mengt zich met de ongeïnteresseerde stemzeurderigheid van de nonchalante Madchester psychedelica. De vlak vocaal beperkte Chris Genn maakt slim van zijn handicap gebruik en geeft 333 die vragende doodse bezieling mee. Het sluit allemaal weer perfect bij dat retro gedesillusioneerde deprimerende postpunk tijdsvlak aan. Aarzelend voegt een gitaar zich bij het gezelschap om vervolgens weer in het niets te verdwijnen. De multi-instrumentalist zit nog in die onbevangen onderzoekersfase en stoeit als een overenthousiaste gamer met vintage computerbliepjes. De aanval is ingezet, maar speelt zich nog overduidelijk in het luchtledige af.

Is de boodschap van 333 niet simpelweg het antwoord op de invloed van de sociale media op ons non-sociale functioneren? Versterkt de pandemie de leegte die hiervoor in de plaats komt? Een concept in het concept? Op dat vlak staat 333 dichter bij het heden dan bij het verleden. Eenzame buitenstaanders, hunkerend naar de doorstart van het massale clubgebeuren. Ground Control to Major Tom in een maatschappij waarin het controlerende zelfbeeld juist ontbreekt. De mens is in principe een kuddedier, maatschappelijk tot eenzame individualisten afgeremd, massaal hunkerend naar de verwachte clubgebeuren doorstart. REAL TRVTH bewandeld exact diezelfde weg, dat belooft wat in de nabije toekomst.

REAL TRVTH - 333 | Electronic | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Plastic Mermaids - It's Not Comfortable to Grow (2022) 4,0

19 november 2022, 02:08 uur

Woodstock wordt nog altijd gezien als het eerste echt grote popfestival, maar zoals vaker in het Verenigde Staten het geval is, komt de inspiratie hiervoor uit Europa. Het Britse Isle of Wight Festival heeft zijn aftrap al een jaar eerder, en in 1968 staan Smile (pre-Queen), Arthur Brown, Fairport Convention, Tyrannosaurus Rex en het op beide plekken optredende Jefferson Airplane daar op het podium. Het Isle of Wight festival bouwt een legendarische cultstatus op, welke door de herstart van dit mythische gebeuren in 2002 versterkt wordt. Het hier gesettelde Plastic Mermaids heeft dit beroemde eiland als thuisbasis en groeit mee met de tweede lichting concertgangers al heeft hun muziek verrassend veel vergelijkingen met de folk en glamrock van die eerste groep aan uitvoerende muzikanten.

Ze zijn er nog, cartooneske tegenpartij figuranten. Eigenzinnige antihelden die zich heerlijk dwars opdringend tegen de gevestigde popideologie verzetten en hun eigen koers varen. Werden we eerder dit jaar al verrast door de androgene eightieswave van Walt Disco, Plastic Mermaids gaat op muzikaal vlak nog net een stapje verder. Plastic Mermaids is het product van de zap-generatie, zonder ingecalculeerd hokjes denken, maar inclusief die creatieve vrijheden van overal aan snuffelen, proeven en je eigen menggerecht in elkaar flansen. Waarom in een vervreemde wereld leven die niet de jouwe is. Waarom geen eigen regels creëren en de muziekgeschiedenis simpelweg herschrijven. Waarom opgroeien, waarom niet die eeuwige jeugd vasthouden en claimen. Ja, waarom eigenlijk?

Was de gekte van eersteling Suddenly Everyone Explodes al onnavolgbaar, verwacht ook nu niet meer duidelijkheid en inzicht in het Plastic Mermaids verhaal. Hoekige postpunk intro’s, gospelsoul disco, karakteriserend sober gitaarspel, bevrijdende neo-psychedelica en croonend orgelsentiment. Het Marbles tweeluik ontstaat in brekende fragiliteit om vervolgens in een bekogelend jazzritmeslagveld en een veelkleurige waterval aan bijna tastbare dancebeats helemaal los te gaan. Plastic Mermaids weet verrekte goed waar ze in die subcultuur staan en verwoorden dat in het aan The MGMT memorerende Disposable Love perfect. We’ll make a band and rip off all the ’80s tunes. We’ll play the game and fuck the art. And dressed in clothes that don’t purvey our attitudes. We’ll mix it with the avant-garde. Het is een stukje aansprakelijkheidsgevoel en relativerende zelfkennis, welke hierbij zeker in het voordeel meespeelt.

De donkere kant van het It’s Not Comfortable to Grow concept. Dit is absoluut geen gemakkelijke tijd. De elektronische hartslag van de opener wordt door doodse futuristische klanken zo strak ingepakt dat Plastic Mermaids een piano nodig heeft om dit regiem te doorbreken. We vallen allemaal te pletter, het pluche klankenpalet vangt je op, geeft wat verlichting om vervolgens in snoeiharde jazzritmes en overstuurde orkestratie door te dreunen. Plastic Mermaids is Douglas Richards bastaardkindje welke hij met zijn broertje Jamie geadopteerd heeft en gezamenlijk de nodige culturele beschaving bijbrengt. Verder bemoeien Chris Newnham, Tom Farren en Chris Jones zich met de gelijkwaardige opvoeding, en stopt een ieder er genoeg eigenheid in. Dit zijn allemaal veelzijdige multi-instrumentalisten,die met hun mierzoete achtergrondzangpartijen een anticlimax reactie oproepen.

Ondanks die chaotische invalshoek bezit hun deprimerende tweede studioplaat It’s Not Comfortable to Grow meer dan genoeg structuur en stof om dieper over na te denken. Douglas Richards worstelt met zijn eigen persoonlijkheid, raakt de grip en het contact met de buitenwereld kwijt, en verdrinkt in zijn eigen genialiteit. Kortom, hij maakt dezelfde gemeenschappelijke ellende mee en durft deze maatschappelijke kwestie aan de kaak te stellen. De vocalist van Plastic Mermaids verontschuldigt zich voor het verslechterend mondiale waarnemingsvermogen en verraadt hierin al min of meer vrij direct zijn sterke dichterlijke schrijfkwaliteiten. En als je jezelf zo mooi poëtisch kan verantwoorden, een tekst gedragen kan voordragen en ook nog het volk zo duidelijk aanspreekt, valt al snel de vergelijkbare naam van theatraal Pulp voorman Jarvis Cocker.

We dwalen allemaal in ons isolement door die nachten heen en groeperen ons tot een groot collectief aan volksvertegenwoordigers die samen de meerderheid vormen. Als we deze ronddraaiende stronthopen overleven eindigen we uiteindelijk toch uitgerangeerd afgeschreven in een bejaardenhuis. A million things to ask myself, i’m caught up staring at the old people in an old peoples home. Will we grow old and be alone and die in pain is that the way it goes?. Het is slechts Elastic Time, de tijd is rekbaar, totdat deze versleten, afgeraffeld op springen staat. Het niet te vermijden slotakkoord.

Plastic Mermaids - It's Not Comfortable to Grow | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Weyes Blood - And in the Darkness, Hearts Aglow (2022) 4,5

16 november 2022, 18:46 uur

Je kan er feitelijk niet omheen, maar de stem van Natalie Mering zit op het folky And in the Darkness, Hearts Aglow wel bangelijk dicht bij die van Karen Carpenter in de buurt. Weyes Blood, want daar heb ik het hier over, heeft vrijwel dezelfde hartbrekende klankkleur, dezelfde treurende melodielijnen en straalt ondanks alles die moederlijke berusting uit van een volwassen vrouw die al zingend haar kind in slaap wiegt. Leg daar dan ook nog eens die nostalgische weemoedige jaren zeventig gloed overheen en concludeer dat het bijna identiek klinkt. Het is tevens een bewustwording dat er tegenwoordig weinig zangeressen zijn die zoveel melodieuze eigenheid in de zang leggen, en daarbij zo dicht bij zichzelf blijven en het vertikken om buiten die lijntjes te kleuren. Weyes Blood wordt vocaal ook regelmatig met Joni Mitchell vergeleken, niet de minste helden dus.

And in the Darkness, Hearts Aglow bevindt zich in een totaal andere wereld dan haar obscure onaardse noisy Weyes Bluhd platen, maar vervolgt wel die honingzoete perfectie welke met Titanic Rising een waar hoogtepunt bereikte. Al is het wel inwisselbare perfectie, in principe blijft ze met And in the Darkness, Hearts Aglow vocaal gezien wel in die euforische roze wolk hangen. Begrijp mij goed, Weyes Blood overstijgt met haar hemelse uithalen in alles het hedendaagse aanbod, maar door die herkenbaarheid loopt ze het risico dat het wat vlak en saai overkomt. Pas op, die diepere bodem zit er weldegelijk, het is een verraderlijke valkuil om hier gemakkelijk overheen te stappen. Titanic Rising, de omsluitende aarde zakt alleen wat verder weg.

Dan is de winst vooral uit de teksten te halen. Weyes Blood bewandeld met de piano aan haar zijde de serene stilte van It’s Not Just Me, It’s Everybody. Samen met deze vertrouwde metgezel verkent ze de vervreemding om haar heen. Iedereen juicht omdat de wereld stapsgewijs weer in beweging komt, het is echter niet haar feestje. De levenloze schimmen om haar heen dragen dan wel een uitbundig schild, van binnen zitten ze nog steeds in onzekere eenzaamheid gevangen. Het gevoel dat je wel uitgenodigd bent, dat je onzichtbaar aanwezig bent en niemand je opmerkt. Die zelfidentificatie is nodig om te ontwaken, al laat Weyes Blood ons nog eventjes in die onthaastende droomtoestand om ons heen staren, en dat is eigenlijk best wel fijn.

Hebben we jarenlang hard gewerkt om onze kinderen zo’n gigantische puinhoop te schenken. De erfenis van een verharde kapitalistische maatschappij waarbij egocentrisme regeert. Children of the Empire heeft dan wel een winterse kerstomlijsting, het blijft dof namaak leedvermaak. Het is allemaal zo goed bedoeld, maar moeten we niet gewoon naar die essentiële kernbegrippen terugkeren, inclusief het houden van elkaar, maken we dan niet de juiste winststappen? En ook hier blijkt dus nogmaals dat Natalie Mering het juiste vermogen bezit om de song te dragen. Na het mijmerende begin komt daar toch het standvastige vervolg. Kleine tempowisselingen, een tikkeltje meer duisternis. Het zijn minimale accenten, die zich pas later openbaren.

Met futuristische Kraut zweverigheid neemt Grapevine je als bijrijder mee naar het nachtelijke Hollywood, waar dolende zielen en gebroken harten elkander treffen. Afsterven en het herboren nieuwe leven een herziende kans geven. Dan gaat Natalie Mering wel heel diep, het kerkelijk hemelse God Turn Me Into a Flower bezoekt de vastigheid en de antwoorden in haar Pinkstergemeente verleden. Deze wanhopige paniekreactie is een natuurlijk proces, in angstige tijden zoekt met vastigheid in de zekerheden van de jeugd, in het geval van de singer-songwriter is dat toch wel het geloof. Een narcistische weerspiegeling van het innerlijke ego, leer opnieuw om van jezelf te houden.

Spirituele Hearts Aglow New Age en optimistische jaren vijftig nostalgie, een klein beetje houvast aan de rand van de afgrond met de Hollywood Sign als levensgroot achtergronddecor. De triestheid van de zelfvernietigende James Dean romantiek, waaraan Weyes Blood al eerder in Grapevine memoreert. De elektronische ritmische synthpop van Twin Flame fragmentariseert haar eigen jeugd in een hapklare popsong. Een kansrijke maar wel sterk afwijkende fraaie single kandidaat. Deze koppelt de vrijwel identieke jaren tachtig situering aan de hedendaagse milieuproblematiek, dreigende oorlogen en het individualisme van 2022. Het is hetzelfde vuur welke de ontvlambare passie verdringt. We ontwaken langzaam uit de winterslaapnachtmerrie en beseffen dat we de verloren tijd achterstand nooit meer in kunnen halen. Een boze droom met veel onomkeerbare veranderingen.

The Worst Is Done klinkt in eerste instantie dan wel gemeend optimistisch, Weyes Blood is echter nog niet geheel overtuigt. A Given Thing, de liefde zal uiteindelijk wel weer overwinnen, maar hoelang dit proces duurt, dat blijft de vraag. Met And in the Darkness, Hearts Aglow als tweede plaat van een drieluik relativeert de zangeres de veranderingen om haar heen die ook voor ons allemaal dezelfde gevolgen hebben. Titanic Rising, de profetische angst voor de toekomst, And in the Darkness, Hearts Aglow, het doemscenario van het heden, dan zal de verlossing schijnbaar in het laatste gedeelte liggen.

Weyes Blood - And in the Darkness, Hearts Aglow | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Wand - Spiders in the Rain (2022) 4,0

14 november 2022, 19:07 uur

Wat gebeurt er als je bij een stoffige woestijn stoner rockband het korrelige zandgruis met old-school Merseybeat gitaar twinkelingen wegspoelt? Ontstaat er dan een modderige poel aan stroeve stroperige riffs of geeft het juist een verhelderend, bijna doorzichtig berustend eindeffect? Bij het uit Los Angeles afkomstige Wand is er van dat laatste sprake. Wand heeft iets sprookjesachtigs, en zou een prima soundtrack voor een Lord Of The Rings achtig Tolkien verhaal zijn, goed functionerend als achtergrond bij een grote groep Magic: The Gathering kaartspelers. Doordacht, wat nerdy zelfs, maar aan de andere kant ook ingenieus stoer. Ik durf zelfs te beweren dat ze dit studiogevoel live perfect kunnen overbrengen. Natuurlijk is er op YouTube genoeg waanzinnig materiaal terug te vinden, maar een echte liveplaat, die was er tot nu toe nog niet.

Nou brengen ze daar eindelijk verandering in. De Spiders in the Rain plaat heeft gewoon de gemiddelde concertlengte, maar wordt niet door het ruisende gejuich van doorsnee enthousiaste concertgangers ondersneeuwd en overschreeuwd. Dat is allemaal in de verte afgemixt terug te horen, en daar ligt nou net het gemis in deze concertregistratie. Wand functioneert op de toppen van zijn kunnen, is heerlijk gedurfd complex en eigenzinnig maar mist vreemd genoeg juist net die studio ruwheid. Het tot in perfectie gespeelde Spiders in the Rain is een thuiswedstrijd, met de sluimerende pandemie als enige tegenstander, opgenomen in de eerste wintermaand van 2020.

Licht neurotisch mijmerende kopzanger gitarist Cory Hanson is al lang genoeg in de rockscene werkzaam voordat hij in 2013 met Wand aan de slag gaat. Samen met drummer Evan Burrows en bassist Lee Landey vormt hij de basis van Wand. Als gitarist Robert Cody en keyboardspeler Sofia Arreguin drie jaar later aansluiten, heeft de band al eerder in twee jaar tijd Ganglion Reef, Golem en 1000 Days uitgebracht. Eventjes rustig inspelen is er voor de kersverse bandleden niet bij, Plum (2017) de EP Perfume (2018) en Laughing Matter (2019) volgen, waarna corona het werktempo gaat bepalen. En dan grijp je nog net die minimale kans om op te treden mee, documenteer je de opnames om ze twee jaar later te delen.

Hare is nog dromeriger, nog meer ingetogen en mist helaas wel die keiharde schrikeffecten welke de Laughing Matter versie zo dreigend maakt. Natuurlijk speelt de keuze om hier live mee te beginnen daarin een grote rol. Omdat de track op Laughing Matter veilig in het midden staat opgesteld, werken ze daar naar die climax toe. Nu krijgt de instrumental de lastige taak om Spiders in the Rain te introduceren. Een totaal andere rolpositie. Maar werkt het ook? Nou en of! Het zou zelfs een betere opener dan het ritmische Scarecrow kunnen zijn. Een kwestie van spelen met de mogelijkheden, het materiaal afwegen en met herziende blik daarmee aan de slag gaan.

Wonder sluit op Laughing Matter ook op Hare aan, en daar werkt het perfect, dus waarom hier verder mee experimenteren. De stoere mannen baspartijen hebben dat grimmige duistere van het vroegere Smashing Pumpkins werk. Als er dan ook nog ontembare overstembare straaljager noisegitaren aan toegevoegd worden, kom je helemaal niet meer om die invloed heen. Wijselijk komt de verrijking vervolgens in die overstromende waterval aan verkwikkende gitaarlijnen. Een tikkeltje Paisley Underground neo-psychedelica met de nodige sixties verwijzingen. Vergeet niet dat deze uit de jaren tachtig afkomstige muziekstroming in Los Angeles het grootste afzetgebied heeft, nog voordat die tsunami aan rusteloze jaren negentig gitaargolven het drastisch overneemt. Listen to this panic attack, it’s screaming in your head, I’ve heard several other ones and they all sound just like this. Bijna beangstigend profetisch aan de vooravond van de grote wereldverschuiving, waarna pandemie en milieuproblematiek de regie in handen nemen.

Het titelstuk Plum van hun vierde plaat haakt hier met die voorziende sound ernstig op in. Op de achtergrond patrouilleren zoemende sirenes die het aankomende gevaar met defensieve verdedigingsdrones en overstijgende bewakende drones afkopen. Tijdmachinemuziek, de uitvlucht naar het lichtgewicht seventies poprockgitaar tussenstuk waarna al snel die freakende gekte het weer genadeloos overneemt. See an image of this song burn like a coat, And other useless dreams, What will the world become? Toen nog een vraag, ondertussen pijnlijk beantwoordt. Het blijft een bijzondere band die met gemak de gestructureerde bijna orkestrale sound met zwaar symfonisch gitaargeweld confronteert. Het is de kunst om net buiten de lijntjes te kleuren, waardoor het net geen warboel aan probeersels wordt. Plum laat horen dat dit haalbaar is, maar zoekt wel net dat randje op.

Toe maar, gewoon vervolgens het ruim twintig minuten durende White Cat inzetten! Het mag van mij allemaal, al loop je bij die langere epische stukken al snel het risico dat de aandacht gaat verslappen of het geheel in een eindeloze jamsessie uitloopt, waarin uiteindelijk het einde ver te zoeken valt. Wand is zich hier van goed bewust, waar andere bands kiezen voor een overvloed aan orgel examentoetsenwerk gooit Wand er de nodige vergelijkbare sonische gitaaruitspattingen tussendoor. En toch dramt het nu ook net te lang door, mag het in het vervolg een onsje minder zijn. Het origineel haalt amper de vier minuten, en om hier met het nodige plamuurwerk 16 minuten aan vast te plakken, lijkt mij wat overbodig. Maar dan zou je wel die magistrale gitaarexplosie missen welke op het einde in gang wordt gezet, en dat wil je toch ook weer niet?

Het haperend stotterende Evening Star begin blijft ook live behouden. De gitaren janken op de achtergrond nog heerlijk door, de stilte breekt in om uiteindelijk die heerlijke zachte zangpartijen een kans te geven om de song naar zich toe te trekken. Voor mij had de zang wat sterker op de voorgrond geplaatst mogen worden. Die rauwe tempowisselingen en het warme toetsenspel doorbreken die wolk van stilte, om vervolgens weer in die mistige grijsheid te verdwijnen.

Blue Cloud is funky, bijna sexy zelfs, al kleuren Cory Hansons lyrics de song donkerblauw. Look in the blue cloud, spirit of the sky, No one’s gonna find you till the morning comes, Stand on a frozen language terrified by light, Beauty will surround you, you’ll be free at last. De angst van de berusting, de angst door het triomferend slagveld aan positivisme bestrijden. Wat geven die gitaren toch een heerlijk evenwicht, altijd fijn om de band in deze bloedvorm te horen. Sprankelend, met de geschoolde Riders On The Storm gekleurde toetsenberoering van Sofia Arreguin, wat een aanwinst is deze muzikant toch. Ze graven hiermee diep in het muzikale psychedelische sixties verleden, terwijl de belettende tijdsklok in de verte maar blijft doortikken. Het werkt hier dus wel, het bijna 12 minuten lange Blue Cloud is geen seconde te lang.

Lee Landey is toch wel bij The Gift de drijvende kracht. Droog zomers met opkomende donderwolken en zijn bijna mee neuriënde basakkoorden. Het verlangen naar vroegere liefdes, in de vorm van beeldige (ex)vriendinnen, maar ook in de vorm van vergeten rockklassiekers, die nooit meer op de radio voorbij komen. Toegankelijk hitgevoelig met futuristisch maatwerk van Sofia Arreguin en de twee gitaristen. Wand memoreert hier met het gitaarduelisme overduidelijk naar het tevens uit de omgeving van Hollywood afkomstige Jane’s Addiction en Red Hot Chili Peppers. Vergeet nooit je muzikale helden, die je aanzetten om zelf muziek te maken.

Voor de afronding gebruikt Wand twee Golem tracks; Self Hypnosis en Melted Rope. Het stevige hardrockwerk van Self Hypnosis staat mijlenver van de misleidende songtitel verwijdert. This world is old and broken, freakend rondcirculerend luchtdeeltjes plukkend gitaarkrachtwerk om vervolgens abrupt tussen de zwevende toonhoogtes tot stilstand te komen. Wat volgt is epische dreiging, en als er een track is die het vraagt om live lang uitgesmeerd te worden is dat Self Hypnosis wel. Voor mij absoluut by far het Spiders in the Rain hoogtepunt. Beschouw het oorverdovende prachtige Melted Rope dan als een meesterlijke passende toegift. Wat een geweldige band is Wand toch, uniek in zijn veelzijdigheid. Zoveel energie, zoveel schoonheid.

Wand - Spiders in the Rain | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Jozef Van Wissem - Nosferatu the Call of the Deathbird (2022) 3,5

12 november 2022, 18:52 uur

stem gewijzigd, oorspronkelijke stem was 4,0 sterren

» details  

Suki Waterhouse - Milk Teeth (2022) 3,5

12 november 2022, 17:52 uur

Modellen hebben veelal een beperkte houdbaarheidsdatum. Het is oneerbiedig om te zeggen, maar vaak krijgen ze een paar jaar werkgarantie, om vervolgens als een wegwerpproduct te functioneren. De ambities van de kersverse Britse dertiger Suki Waterhouse liggen na een gouden tijd met veelzeggende opdrachten voor succesvolle lifestyle magazines en belangrijke merknamen nu vooral op het muzikale vlak. Ze heeft naast het modellenwerk haar momenten van profijt in nietszeggende b-filmrollen gehad, het retro modeaccessoires merk Pop & Suki opgestart en de nodige commerciële beunbaantjes verricht.

Popplaat I Can’t Let Go laat bij mij weinig indruk achter, het meest bijzondere is toch wel dat ze deze onder de Sub Pop vleugels uitbrengt. Ooit was dit label hoofdleverancier van de alternatieve rocksector, maar als alle grote vissen aan de haak geslagen zijn, gooien ze daar steeds vaker het aas naar de kleinere guppy’s uit. Een zorgwekkende ontwikkeling waar een zangeres als Suki Waterhouse slim van profiteert. Father John Misty heeft vervolgens een positieve uitwerking op Suki Waterhouse. Als support act bouwt ze de nodige podiumervaringen op en verlegt ze haar interesses en aandacht naar de sober gestemde zangeressen waarbij schoonheid bijzaak is en het vooral om de melancholische puurheid van de songs draait.

De Milk Teeth EP brengt een vijftal eerder verschenen nummers samen en voegt hier enkel Neon Signs aan toe. In het psychedelische liefdesverdriet Neon Signs prijsnummer offert Suki Waterhouse de gelukzalige relationele zekerheid voor een wankel toekomstperspectief op. De roze wolk droomwereld als een uitgekauwde kleverige suspensie. Neon Signs verzuipt in dromerige postpunk moerasexpressies en wordt door fluorescerende new wave synthpop bliepjes gered maar laat vooral een vocale groei horen. Net als Alice in Wonderland valt ze in een surrealistisch konijnenrol, en keert ze daar zelfs eventjes in de realiteit terug. Alice is namelijk ook haar roepnaam. De twijfelachtige Valentine zachtheid herplaatst zich naar de verlokkingen van de verraderlijke verliefdheid en zadelt de naïeve zangeres met een overschot aan problemen op. Kwetsbaar klein gehouden tegen het kleineren aan.

Sobere bubblegum romantiek dringt zich in het jaren vijftig drugs benevelde Good Looking op. Johanna zet je op het verkeerde spoor. Suki Waterhouse raakt de controle over zichzelf kwijt en verschuilt zich achter een alter ego. De Coolest Place in the World tragiek verwoordt het onvermogen dat iemand zich niet aan een enkele persoon kan binden, maar juist dat innerlijke bedrieglijke verlangen nodig heeft om echte liefde te ervaren. De desperate Brutally weerkaatsing gaat met dit gevoel op de loop. Vintage sensualiteit is hierin de verlichtende krachtbron welke als gedoofd kampvuur de nodige vergaande asresten achterlaat. Op Milk Teeth is ondergeschikte onervarenheid de prooi van het zelfverzekerde jachtmachtsspel. En toch speelt de liefde een voorname rol in het geheel. Zonder lust ook geen intimiteit. Suki Waterhouse is groeiende als zangeres en kan haar modellen carrière waardig afsluiten. De volgende stap is op Milk Teeth definitief gezet.

Suki Waterhouse - Milk Teeth | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

The Visual - A Night by the Shore (2022) 3,5

12 november 2022, 17:24 uur

stem geplaatst

» details  

Personal Trainer - Big Love Blanket (2022) 4,0

11 november 2022, 13:30 uur

De bekende Britse BBC Radio 6 DJ Marc Riley had het al snel door, het Amsterdamse Personal Trainer is een bandje om in de gaten te houden. En dan kan de Nederlandse pers niet achterblijven. We hebben er eindelijk weer eentje, een veelbelovende act die het waarschijnlijk helemaal in het buitenland waar gaat maken. Afgelopen week maak ik kennis met Big Love Blanket, het debuutalbum van het voormalige Canshaker Pi bandlid Willem Smit, die hier een zestal aan overige muzikanten om hem heen verzameld heeft. On-Nederlands goed? Het is een term die vaker aangeduid wordt, en wat misschien nog wel meer zegt over het hedendaags aanbod. Is Personal Trainer een band die ons land internationaal gezien weer op de kaart zet, of is het die gehypte status welke de band al in een vroeg stadium krijgt toegekend? Personal Trainer, hoe verzinnen ze het eigenlijk. Ik heb er een fout veroorloofd Gooise Vrouwen liefdesaffaire gevoel bij, waarbij non-fictie al snel door fictie ingehaald wordt.

Laten we het zo stellen, Personal Trainer heeft een heerlijke pakkend geluid, roept herinneringen op die memoreren naar eerdere Britse bands, en zit productioneel erg sterk in elkaar. Vergeet niet dat Big Love Blanket door Industry uitgebracht wordt, wat in principe niks meer dan het eigen beheer platenlabel van Willem Smit is. Het is dus gewoon mogelijk, de macht van de Nederlandse maatschappijen is kleiner dan ooit. Ze kunnen zichzelf wel voor de kop slaan, en hopelijk pakken ze hun rol als bandvertegenwoordiger weer snel op. Zo werkt het dus tegenwoordig, vanwege die trage houding zetten ze zichzelf steeds meer buitenspel. Investeren in promotiemateriaal, optredens en andere mogelijkheden om de muziek aan de man te brengen, daar haal je winst uit. De echte liefhebber gebruikt de streamingdiensten vaak als eerste kennismaking, maar wil vervolgens artiesten live ervaren, informatie opslaan en het vinyl vasthouden. Big Love Blanket is nu al op vinyl te krijgen en vanaf 18 oktober ligt de cd dus gewoon in de betere platenzaken.

Het titelnummer Big Love Blanket heeft een gedurfd begin met minimale begeleiding, vervolgens komt het allemaal opgang en introduceert de band zichzelf. Mooie harmonieuze groot opgezette koortjes met gitaren die uiteindelijk de song helemaal naar zich toetrekken. De fraaie overgang naar The Lazer maakt slim gebruik van een fractie The Who geschiedschrijving waarin ze een klein stukje Pinball Wizard lijken te vereren. Gedurfd? Welnee! Schaamteloos groots uitpakken, niks mis mee, ik hou hier wel van. The Lazer ademt in alles een Blur mix-up van het verhalende Parklife en het springerige Song 2 uit. Je wordt geboren, groeit op, wordt opstandig, ontwikkelt je eigen idealisme, gooit deze vervolgens weer overboord om uiteindelijk net als je burgerlijke vader te eindigen. Zo waar en zo vol met Britse humor. On-Nederlands? Ja, hier is dat absoluut de juiste benaming. Geniaal? Dat weer niet, maar zeker wel erg grappig gebracht, de teksten hebben genoeg vindingrijke absurdisme om indruk mee te maken. Het korte The Money Department eindigt zelfs met een typerend Nederlandse Ons Ben Zuunig zinnetje, geweldig toch!

Die Damon Albarn is met zijn voorbeeldfunctie toch wel een ware held. Tussen de hedendaagse postpunkliedjes grijpt het gezelschap regelmatig naar de funkende Gorillaz gekte terug, geen wonder dus dat deze muziek zo in het Verenigde Koninkrijk aanslaat. Het dansbare lekker in het gehoor liggende glamrockdisco van Rug Busters wisselt praatzang met heuse zangpartijen af en er schuifelt zelfs nog een verdwaalde mondharmonica voorbij. Het bombastische white soul folk van Milk eindigt in gewaagde hoogoplopende Beatlesque strijkersorkestratie, waarna vervolgens eighties Art Of Noise samplers je in Key of Ego een draai om je oren geven. Huilende blazerspartijen in het donkerstroperige Texas In The Kitchen zijn een knipoog naar de hedendaagse jazzy postpunk uitspattingen, waarmee ze die serieusheid aardig aan de kaak stellen. Eenvoudig zaterdagavond Former Puppy karaoke vermaak, veel meer vraagt het publiek niet. Het is allemaal zo leuk, de ouderwetse Cut Loose new wave, en de retro Casio Vaalserberg Hero Dutch Mountains keyboard deuntjes.

Dit is een A New England benadering, vanuit de andere kant van het kanaal gezien, en daar mogen we inderdaad best trots op zijn. Laten we het zo stellen, de behoefte aan frisse eigenzinnige bands als Personal Trainer is gigantisch groot, een beetje meer verknipte chaos doet het muziekklimaat meer dan goed. Je zou het bijna een meesterwerk noemen, maar dat zal absoluut niet de insteek van Personal Trainer zijn geweest. Gewoon het genot van muziek maken uitdragen en daar het nodige speelplezier uithalen en hopelijk hiermee veel optredens scoren en de plaatverkoop aardig opschroeven. Lekker in eigen beheer je platen uitbrengen, een dikke vinger naar de platenbazen en vooral zo doorgaan. Het zouden de woorden van Barrie Stevens kunnen zijn, maar heeft die toch ook niet een Britse achtergrond?

Personal Trainer - Big Love Blanket | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

The Black Lips - Apocalypse Love (2022) 4,0

10 november 2022, 01:49 uur

Zo eigenwijs eigenzinnig als maar zijn kan, zo zou je The Black Lips nog het beste kunnen omschrijven. Ondanks dat ze in hun beginjaren net zo’n rammelende garagerock als The Strokes, The Black Keys en The White Stripes maken, weten ze nooit dat succes te evenaren. In de tussentijd zijn de nodige bandleden deze kamikazevluchttrein ontsprongen en bestaat de band tegenwoordig uit oudgedienden zanger-gitarist Cole Alexander en zanger-bassist Jared Swilley aangevuld met drummer Oakley Munson, saxofonist Zumi Rosow en gitarist Jeff Clarke. De basis ligt bij het gelijknamige Black Lips! debuut nog bij de spokende alternatieve blues, vervolgens bewandelen ze een destructieve lijdensweg met de nodige gruizige punkrockabilly, sixties surfpsychedelica en zelfs stevige seventiesrock om uiteindelijk op het doodlopende kruispunt van de absurde middelmatige Sing in a World That’s Falling Apart dope countryplaat tot stilstand te komen. Echt gelukkig ben ik met deze laatste koerswijziging niet, waardoor ik totaal zonder enige verwachtingsperspectief aan Apocalypse Love begin.

Wat schept mijn verbazing? Met het vreemd dansbare No Rave blijkt dat ze al het verdiende krediet de prullenbak in sodemieteren en een totaal andere richting inslaan. Als een dolgedraaid navigatiesysteem met roodgloeiende errorcode stappen we de nieuwe onkruid verwilderende geïllustreerde wereld van deze retro rockers binnen. The Black Lips 2.0 als funky clubkroegtijgers, de plaatselijke dorpscafés ontgroeid, klaar voor het schimmige nachtleven? Wat hebben ze gisterenavond toch in mijn drankje gestopt? Zijn mijn hersenen door de hoogoplopende energierekeningen verdoofd waardoor het gebrek aan warmte mijn denkvermogen bevriest of is het daadwerkelijk het onnavolgbare The Black Lips die zich meesterlijk op Apocalypse Love herpakt? Het einde der tijden, in ieder geval wel een overduidelijke afbrokkeling van de opgebouwde zekerheden.

De verrassende sterke groovende No Rave koerswijziging en de futuristische ritmische Sharing My Cream cyberpunkrap (nee, geen crap, even goed lezen!) zijn niet representatief voor de rest van de plaat, maar tjonge jonge wat is dit een verademing. De saxofoon van Zumi Rosow duelleert schaamteloos met het gitaristentrio, springt gemakshalve van de hak op de tak en zit op het ene moment in een vaag hakkend postpunk speelveld om vervolgens een gevierd retro white soul feestje uit te blazen. Met gemak gooit deze tevens als excentrieke styliste bekend zijnde persoonlijkheid er in de Tex-mex van Tongue Tied de nodige spaghettiwestern vergelijkingen doorheen. Als er een band is die zich verrassend sterk durft te herdefiniëren is dat The Black Lips wel.

Apocalypse Love is een risicovol kansspel met gelukzoekende Las Vegas verslavingsbegeerte. Donkere waanillusies met cineastische jaren negentig David Lynch gekte. Zwart-witte film noir duisternis in een uitgelopen jaren zeventig sepia Polaroid decor. Viva Los Angeles met het Hollywood verval, de mentale volgespoten verstopt geraakte siliconen aftakeling van de Lost Angels categorie B-sterren losers. Rioolratten botox gevolgd door bedorven riooljournalistiek welke zich vanuit de afvoerputjes met de waanzin van de dag mengt. Het manuscript van een verziekte maatschappij is als miljoenendeal aan de grote filmproducenten verkocht en allang met de onwetende passant als hoofdpersoon in zijn eigen real life soap tot uitvoering gebracht. De duisternisafgrond waakt over het onheilspellende catchy Love Has Won. Een ode aan die ziekelijke drugsdrang van muziekbeleving. Een besmettelijke Summer of Love erfenis welke de hippiegeneratie aan de latere dancecultuur schenkt.

Het is een typische Amerikaanse droom soundtrack van een verliefd stelletje dat in een typische Amerikaanse auto de onzekerheden van het escapisme tegemoet rijdt. Alleen is de hoofdrolspeler geen hardwerkende burgerjongen maar een onbetrouwbare seriemoordenaar. Onvoorspelbaar, vreemd, maar stiekem wel een heel lekker rariteitenkabinet aan eigenzinnigheden, waarbij de songs zich als misvormde kermislieden aanbieden. Het Sing in a World That’s Falling Apart feelgood countrygevoel dringt zich bij het minder positief gestemde Stolen Valor liefdesdrama op. Apocalypse Love is alles tot in asresten ruïnerende onblusbare vuur en vlam liefde. Gespeelde kitscherige vrolijkheid in een genepte namaakmaatschappij. Kerst is erg vroeg dit jaar, en wat heb ik toch een godsgruwelijke hekel aan die feestdagen.

The Black Lips - Apocalypse Love | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Malvin Moskalez - For the Beauty Kept Inside (2022) 4,0

8 november 2022, 18:29 uur

Wat motorrijden zo mooi maakt is vooral het ultieme vermogen om alleen ongebonden die vrijheid te trotseren. Geen verplichtingen, gewoon letterlijk en figuurlijk je weg vervolgen en maar zien waar dat schip strandt. In het geval van Nico Goethals eindigt die reis zeventien jaar geleden abrupt als hij door een donken chauffeur wordt aangereden. De cowboy moet voortaan zonder zijn ijzeren ros een bestaan opbouwen. Weg onbegrensde vrijheden, weg met het onbevangen gevoel van rust, en helaas ook einde verhaal voor een van zijn onderbenen. Revalideren neemt echter nooit alle pijn weg, en in de daaropvolgende verwerkingsfase uit hij zijn onmacht door als muzikant in de verharde destructieve wereld van de harsh noise soundscapes te vluchten. Een natuurlijke reactie, welke hem maar gedeeltelijke voldoening oplevert. De ruwheid bouwt een schild rondom die innerlijke kwetsbaarheid heen, en gaandeweg leert hij dat acceptatie en loslaten de volgende stappen in dit proces zijn. Heelt kwetsbaarheid het verdriet? Likt het zalvend de wonden en neemt het de twijfel weg? Zeker niet, het levert vooral rust en vrede op.

Nico Goethals behoort tot het verleden, Malvin Moskalez staat voor het heden en de toekomst en is een samenvoeging van de namen van zijn twee grootmoeders. In een kleine setting presenteert hij zijn zelfgeschreven nummers. Eerst nog aan familie en vrienden, vervolgens voorzichtig in kleine achteraf kroegjes en intieme zaaltjes. Steven De Bruyn is net als Malvin Moskalez ook een rasecht gevoelsdier. Deze bekende mondharmonicaspeler is zeer geraakt en gecharmeerd door de emoties die de bescheiden Malvin Moskalez op zijn publiek overbrengt en stelt voor om samen de studio in te duiken. Onder toeziend oog van Géraldine Capart bewerkt het producersduo een elftal songs tot For The Beaty Kept Inside, de debuutplaat van Malvin Moskalez. Ook platenfirma PIAS is zeer onder de indruk van deze getekende doorleefde singer-songwriter en brengt vervolgens de plaat op de markt.

Met het rauwe zielsbeklag The Shore opent de warme singer-songwriter de plaat. Het bloedende hartzeer, het oncontroleerbare lichaam, hetzelfde sensuele I’m On Fire vuur dat de brandende pijn in brandend verlangen transformeert. Een trieste uiteenzetting dat het vuil van het leven alle pracht en schoonheid wegspoelt. Gitzwarte zelfreflectie, maar zo treffend vorm gegeven. Malvin Moskalez is de rol van Messias die behoedzaam zijn eigen lijdensweg bewandeld, alleen, eenzaam, zonder volgelingen. De berustende Ghost countryfolk bevecht de kwelgeesten die in zijn hoofd een veilig onderkomen bewonen. Het wankelende geweten uit zijn zorgen en treedt als beschermheer op. Malvin Moskalez gaat hier een dialoog met zichzelf aan. De krachtige drums geven het verhaal een positieve twist, al stellen ze zich nog voorzichtig afzijdig op, het hoopgevoel staart in de verte toe om geruisloos toe te slaan.

Na deze beklemmende tweedelige treurnis, schroeit het vuur de wonden toch nog enigszins dicht en ontstaat er ruimte voor de hervonden liefde. Het prachtige donker passionele I’m On Fire waaronder Steven De Bruyn zijn mondharmonica handtekening plaatst, de wegdromende softpop van het bevlogen hemel bereikende Butterfly, en zelfs de bevreemdende Your Song gospelsoul zijn verknipte pogingen om het leven weer op de rails te krijgen. Het Into The Wild achtige Alone intermezzo versterkt die bezieling. Het is hoe dan ook een vergelijkbare zoektocht naar geluk. De opoffering geeft uiteindelijk vreugde en vrede. Echter in Broken bezwijkt Malvin Moskalez weer in die energievretende ellende. Twee gebroken harten treffen elkaar, maar de littekens liggen te diep om deze te lijmen. Ondanks dat het allemaal net niet passend is proberen de gelijkgezinden er samen wel wat van te maken.

Het sterk in kracht opbouwende onkruid vergaat niet verkleurende To Wild Flowers is een eerbetoon aan alle verschoppelingen uit de maatschappij, die zich niet durven te ontpoppen, waardoor de innerlijke schoonheid zich niet tot een prachtige bloemenweide kan ontwikkelen. Wie bepaalt eigenlijk wat mooi is, wie heeft daar zeggenschap over? Juist die buitenbeentjes zorgen voor een ander bloeiklimaat. Het prairie huilende Old Manslow telt de gestreden jaren en legt deze in de levensweegschaal. Welke kant zal deze uiteindelijk uitslaan? Een gokspel met alleen maar verliezers of een bevredigend toekomstperspectief? In de scheuren van de doodlopende wegen ontstaan nieuwe begaanbare paden, grijp de kans aan om deze te bewandelen.

Het ontroerende She Said vat het kort bondig samen. You can be anything, anything you want, She Said. Geloof in jezelf, maak van beperkingen een kracht, samen komen we er wel. Wijze woorden, die je in het hart van de waarheid treffen. Indian Billy laat die geestzwervende indianen wijsheden ontwaken. Een helende spirituele mantra, waarmee hij niet definitief afscheid van zijn kwellende duivelsdemonen neemt, maar ze juist als amicale meereizende metgezellen beschouwt. Malvin Moskalez is een ervaren verhalenverteller en gaat op For the Beauty Kept Inside terug naar die beginselen van de blues, gospel, soul, folk en country en levert een integer bevredigend persoonlijk debuut af.

Malvin Moskalez - For the Beauty Kept Inside | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Virgin Prunes - ...If I Die, I Die (1982) 5,0

5 november 2022, 01:13 uur

Het is de winter van 1977 als een jonge vriendengroep uit Dublin bijeenkomt om zich net als de opkomende punkbeweging tegen de vastgeroeste massa te verzetten. Dezelfde rebelse ideologie, dezelfde vernieuwingsdrang, maar dan wel wat minder radicaal. Het is een autonome zelf functionerende kleine gemeenschap met hun eigen regels, eigen leefgebied, Lypton Village genaamd en waarbij de prominente leden met verzonnen namen aangesproken worden. Paul Hewson wordt tot Bono omgedoopt, Dave Evans is vanaf dan The Edge, Fionán Harvey krijgt als bijnaam Gavin Friday en Derek Rowen spreken ze voortaan als Guggi aan. Lypton Village was stukken intellectueler dan de gemiddelde punkers, en meer artistiek theatraal gericht. Ondanks dat er geen sprake van leiderschap is, nemen de prominent aanwezige Bono en Gavin Friday wel de rol van boegbeeld op zich. Om ervoor te zorgen dat hun vriendschappelijke relatie geen gevaar loopt ontstaan er al snel twee muziekbandjes, het provocerende Virgin Prunes en de punkrockers van The Hype, waar later U2 uit voort komt. Het contact tussen Bono en Gavin Friday zal altijd zeer hecht blijven, en als Bono jaren later een metamorfose ondergaat en als The Fly het podium betreedt zit onder die donkere zonnebril heel veel Gavin Friday verborgen. Sterker nog die hoge verbale uithalen zijn eigenlijk het handelsmerk van die markante Gavin Friday persoonlijkheid.

Virgin Prunes ontwikkelt zich als een veelzijdig kunstgezelschap met shockerende grensverleggende optredens. De nadruk ligt niet zozeer op het muzikale vlak, maar de artistieke vrijheid speelt een veel grotere rol in het geheel. Niet vreemd dus dat als U2 op de vooravond van het grote succes met The Coconuts van Kid Creole als achtergrondzangeressen aan hun derde album War werken, Virgin Prunes pas in de afrondende fase van hun eersteling verkeren. …If I Die, I Die is duisterder en theatraler nog dan de heersende postpunk, vindingrijker en verantwoorder dan de arbeidersklasse straatpunk. Net zo tegenstrijdig eigenzinnig dwars als de no wave, maar heeft ook overduidelijk die Ierse vechtersmentaliteit roots in zich. Nu jaren later mogen we gerust voorzichtig concluderen dat …If I Die, I Die een unieke, nooit gekopieerde sound heeft, en dat Virgin Prunes een opmerkelijk buitenbeentje binnen de postpunk gemeenschap vormt. Ze hebben het geluk dat Colin Newman dit feilloos aanvoelt, zijn band Wire was een paar jaar eerder ook te experimenteel gedurfd en niet passend binnen het punkgenre onder te brengen. Zijn producersrol is van onschatbare waarde, en stiekem geniet hij weldegelijk van het afwijkende Ierse karakter. Virgin Prunes bestaat uit de zangers Gavin Friday, Guggi en Dave-id Busaras Scott, Trevor “Strongman” Rowan op basgitaar, Dik Evans (de broer van The Edge) op gitaar, en drummer Anthony “Pod” Murphy, die al snel door Mary D’Nellon vervangen wordt.

Gavin Friday is een charmante showmaster, een prekende dominee en een onbetrouwbare advocaat van de duivel. In die hoedanigheid presenteert zijn maatje Bono zich ook tijdens de ZooTV tour. Het mag duidelijk zijn dat het zaadje zich op …If I Die, I Die ontkiemd. Dit is de rol die Bono waarschijnlijk altijd al wil spelen, het duistere Ierse geweten verpakt in een theatraal doemscenario. Gavin Friday overstijgt de gemarkeerde nachtmerries uit het verleden en is de belichamende spreekbuis van zijn generatie zwartdenkers. Gedurfd, artistiek, kunstzinnig, mysterieus en toch in staat om memorabele postpunk klassiekers af te leveren. Zelf heb ik …If I Die, I Die een aantal jaren geleden voor een schappelijke prijs in een platenzaak op cd kunnen scoren, en ik was behoorlijk verbaast dat hier tegenwoordig moeilijker aan te komen valt. Het is net nog geen collectors item, maar wel een lastig te krijgen verzamelobject. Voor al die liefhebbers verschijnt nu dan de 40th Anniversary Edition, met behalve de volledige plaat meer dan genoeg aanvullende ruimte voor prachtig bonusmateriaal. Een aanwinst voor als je …If I Die, I Die nog niet in bezit hebt, maar ook zeker een fraai naslagwerk voor als dat wel het geval is.

Het bezwerende exotische instrumentale Ulakanakulot loopt genadeloos in het net zo sterke Decline and Fall over. Wat ligt die bas hier toch heerlijk dreigend pompend vet droog op de voorgrond gemixt. De demonische mantrazang van Gavin Friday hakt er al gelijk hard in. Take a Dream and Fly Away, Decline and Fall… Never Return … Die… Wow! Gitzwarte escapisme en een smekende verlangende doodswens. Het waren geen vrolijke tijden, zeker niet in een verdeeld dreigend Ierland, verscheurt door het dreigende geloof en de paniek van de dagelijkse confronterende angstaanvallen. De verhardheid van het woeste volk met daardoorheen de hang naar de traditionele folk achtergrond. Het zit er allemaal in, alleen bedekt in maan verduisterende donkerheid. The Moon Looked Down and Laughed zou niet voor niets de titel van de opvolger worden. Afstompende Sweethome Under White Clouds gekte met de piepende krijsende blazers. Spokende Bau-Dachong tribaldrums welke aansluiting bij de ronddolende gitaarecho’s van Dik Evans zoeken. Geromantiseerde dronken grootheidswaan sijpelt door het druggy The Birthday Party achtige Ballad of the Man heen. David Bowie getinte vervreemding in het suïcidale Baby Turns Blue, het godsdienstige Walls of Jericho en het gemeen bijtende Caucasian Walk, waarbij Gavin Friday zich als een bedorven bastaardneefje van Johnny Rotten presenteert. Like a Crazy Singer in a Band That’s Lost the Words.. Het paranoïde crime passionnel wellustige zwaarbeladen Theme for Though krijgt door de harmonieuze samenzang net genoeg evenwicht. Morbide songs die achteraf gezien toch wel tot heuse postpunk klassiekers zijn uitgegroeid.

Heb je nog meer nodig? Eigenlijk niet, maar …If I Die, I Die (40th Anniversary Edition) heeft nou eenmaal zoveel extra’s te bieden. Een Pandora doos aan verderf wordt geopend, en in deze schatkist bevindt zich meer dan genoeg boeiend bonusmateriaal. De dansbare Colin Newman Remix van Baby Turns Blue uit 2004 is stukken toegankelijker dan het origineel. De niet op het oorspronkelijke album geplaatste stevig funkende catchy zomersingle uit 1982 Pagan Lovesong staat ook al op de cd release uit 1990, maar is nu maar liefs drie keer vertegenwoordigd. De demo is een tikkeltje trager, donkerder en minder beweeglijk. Toch geeft die griezelige puurheid genoeg glans, en is het een genot om die rauwheid terug te horen. Dave-Id Busaras Scott misbruikt zijn aangeboren verbale handicap in het volledig op hem gedragen Dave-Id Is Dead. De new wave synthpop van het instrumentale King of Junk linkt tegen het betere Soft Cell en The Cure werk aan. Bij de stampende Pagan Lovesong (Vibeakimbo) remix ligt de nadruk veel meer op de scheurende gitaren en het stevige drumwerk.

Verder bevat het bonusmateriaal de UK 12″ versies van Chance of a Lifetime, Yeo en The Faculties of a Broken Heart (What Should We Do If Baby Turns Blue. Een beetje misleidend is het echter wel, het hevige lichtindustriële om zich heen slaande Chance of a Lifetime tikt niet eens de drie minuten aan en het futuristische instrumentale Yeo is met zijn twee minuten lengte zelfs nog korter. Het zorgvuldig emotionele kort bespeelde Fado huzarenstuk zorgt voor de nodige afwisseling. Het opgewonden The Faculties of a Broken Heart (What Should We Do If Baby Turns Blue standje is uiteraard de remix van Baby Turns Blue welke al eerder op een uitgebreide albumeditie verschijnt. Met het expressieve gitaarwerk van Ballad of the Man eren ze overduidelijk Lou Reed en de Rough Mix van Theme For Thought is klassiek georkestreerd en minder destructief dan de …If I Die, I Die versie, al loert tegen het einde het gevaar wel toe. De …If I Die, I Die (40th Anniversary Edition) is zeker een aanwinst, en geeft net wat meer inzicht in het theatraal donkere Virgin Prunes. De volledige mep voor de memorabele plaat, 4,5 sterren voor de toevoeging van het tweede schijfje.

» details   » naar bericht  » reageer  

PJ Harvey - B-Sides, Demos & Rarities (2022) 4,0

4 november 2022, 01:22 uur

Nu PJ Harvey de afgelopen drie jaar zowat al haar soloplaten aangevuld met demo’s opnieuw op de markt brengt, verwacht je bijna dat ze hiermee haar wekcatalogus afsluit en als 53 jarige icoon in alle rust de stilte opzoekt. Ook dat zou prima zijn geweest, ze heeft ons zoveel moois geschonken. The Hope Six Demolition Project is alweer zes jaar oud, en zou een mooi waardig slotakkoord zijn geweest. Toch blijkt het dat ze de afgelopen periode zeker niet heeft stilgezeten. Sterker nog, volgend jaar zal er daadwerkelijk weer een nieuwe plaat van haar verschijnen. In het verleden heeft ze op Stories from the City, Stories from the Sea al met Thom Yorke van Radiohead samengewerkt. Dat ze een groot liefhebber van de filmsoundtracks van zijn maatje Jonny Greenwood is, en zwaar onder de indruk is van hun The Smile project (wie niet trouwens!) heeft ze al eerder publiekelijk gedeeld. Het zou heimelijk wenselijk zijn als ze een soortgelijke richting inslaat.

Eerst brengt ze nog de maar liefst 59 songs tellende verzamelaar B-Sides, Demos & Rarities uit. Het is een mooie aanvulling op haar eerdere demo platen en het is begrijpelijk dat het derde schijfje met de in Peaky Blinders gebruikte slowrock versie van de Nick Cave cover van Red Right Hand eindigt. Beide artiesten spelen een prominente rol op de gitzwarte boevensoundtrack van deze meesterlijke verfilming, en trekken hiermee een heel nieuw fris jong publiek. Maar goed, het is maar een klein indrukwekkend facet van deze mooi vormgegeven aanvulling op het veelzijdige PJ Harvey werk.

Het is bijzonder dat de eerste 5 in Dorset opgenomen demotracks Dry, Man-Size, Missed, Highway ’61 Revisited en Me-Jane al voor haar eersteling Dry zijn opgenomen en later hun weg naar haar tweede plaat Rid of Me vinden. Rid Of Me is trouwens de enige plaat waarvan er de afgelopen jaren geen demo versie verscheen. Blijkbaar omdat veel materiaal ook op de in 1993 verschenen 4-Track Demos verzamelaar terug te vinden is. De titeltrack Dry staat dus niet op het gelijknamige debuut, maar stamt schijnbaar wel uit diezelfde periode. De demo versie is kaler, later is blijkbaar het drumwerk van mede bandlid en producer Rob Ellis nog aan het geheel toegevoegd. Zo mist Man-Size ook die kenmerkende droge percussie, al blijft de spanning en het explosieve gitaarwerk zeker behouden. Die Man-Size gitaaruithalen zijn zelfs nog rauwer en staan stukken harder in de demo opgesteld, echt een toevoeging om zo terug te horen. Het dromerige Missed gaat overduidelijk van een stevig opbouwende akoestische basis uit. Highway 61 Revisited klinkt misschien nog wel meer af, dan de gedempte Rid Of Me versie. Me-Jane zou zich later nog tot een stoere potige grunge song ontwikkelen en wordt hier nog gekenmerkt door laag overvliegende straaljager gitaaruithalen.

Wat een geweldige aftrap van B-Sides, Demos & Rarities is dit toch, alleen daarom al de moeite waard om aan te schaffen. Als we vroeger voor singletjes en later cdsingles de platenzaken opzochten, waren we ook altijd erg benieuwd naar de B-kantjes. De Daddy accordeon dramatiek is het B-kantje van Man-Size, en ligt meer in het verlengde van het bevriende Björk werk. Als een jaren vijftig hoempapa begrafenis treurorkest komen de blazers in grote olifantenstappen voorbij. Het klein intieme Lying in the Sun en het dravend galopperende Somebody’s Down, Somebody’s Name slidegitaar werkstuk komen van de Down By The Water single, maar spartelen tijdens de To Bring You My Love sessies als vreemde vissen in het vaarwater rond, al hoor je hierin overduidelijk die gitzwarte duistere periode in terug.

Die vruchtbare tijd krijgt een vervolg met het restmateriaal welke de C’mon Billy single vergezeld. Het zwaar aangezette Darling Be Here is bijna een kerkelijke harmonium song, leunende op de donker bezwerende vocalen van PJ Harvey. Maniac flirt met The Sugarcubes achtige pianovervreemding, inheemse percussie en stemvervorming, en ligt aardig in het verlengde van Down By The Water. De stevig gitaar rockende One Time Too Many past inderdaad ook minder goed op To Bring You My Love, maar is wel een blauwdruk van haar latere werk. Het sensuele rauwe Harder zou je eerder op Rid of Me verwachten, toch stamt deze Send His Love to Me B-kant weldegelijk uit de creatieve To Bring You My Love periode.

De retro Naked Cousin glamrocker staat op de The Crow: City Of Angels soundtrack en is minder aardedonker dan de desbetreffende film. Het fraaie Rainer Ptacek eerbetoon Losing Ground staat mijlenver verwijdert van zijn eigen countryversie. PJ Harvey maakt er een spannende rumoerige sensuele track van, waarmee ze vooral dichter bij zichzelf blijft. De adembenemende prachtige sprookjesachtige scheidingssong Who Will Love Me Now gaat erg diep en vormt een mooi aandeel in de psychologische horrordrama The Passion Of Darkly Noon van Philip Ridley. Het eerste schijfje sluit af met het hakwerk van het nooit eerder uitgebrachte Patti Smith achtige Why D’ya Go to Cleveland. Ik ben een goed verzadigde tevreden man, alleen deze eerste zestien tracks zijn de moeite waard om B-Sides, Demos & Rarities te kopen.

Het Instrumental #1 probeerseltje stelt bar weinig voor, en heeft minimale meerwaarde. Dan is het bevreemdende druggy samen met James Lynch gezongen The Northwood stukken interessanter. Samen met het gedempte met emotionele snik gedragen rondspokende The Bay, het toegankelijk fraaie door drums ingeleide Sweeter Than Anything en het tikkeltje overbodige duister jammende Instrumental #3 de B-kanten van A Perfect Day Elise uit de Is This Desire? periode. The Faster I Breathe the Further I Go is lomp, gedurfd, lekker experimenteel en absoluut een mooie aanwinst.

Het gedeeltelijk van Middle of the Road geleende Chirpy Chirpy Cheep Cheep doet in Nina In Ecstasy wat schools jeugdig aan en dit tweetal vormt samen met de donkere Nine Inch Nails achtige pianotrack Rebecca en Instrumental #2 de opvulling van de The Wind single. The Wicked Tongue is een typische jaren negentig indierock track, waarbij PJ Harvey overduidelijk naar het Throwing Muses werk geluisterd heeft. Het maakt allemaal niks uit, ik hou nou eenmaal van die rauwe gitaarsound. Good Fortune van Stories from the City, Stories from the Sea is met het heerlijke engeltjesdromerige Memphis, de broeierige bijna fluisterende slidegitaarsong 30 inclusief tribal drum einde en het hoogwaardige geweldige typische PJ Harvey track 66 Promises ook ruimschoots vertegenwoordigd.

Ook nu passeren de overige singles nog de revue. A Place Called Home wordt aangevuld door het funkdrukkende sfeervolle As Close as This, de licht nerveuse opruiende My Own Private Revolution gitaartrack en het lekkere lome Kick It to the Ground . The Letter en You Come Through zijn de singles van Uh Huh Her. Het duidelijk doorontwikkelde The Falling van The Letter zou met die hemelse postpunk synthpop uithalen zeker op deze plaat niet misstaan en met het ruimtelijk misvormde dwalende The Phone Song en het in het verlengde van de To Bring You My Love sessies liggende Bows & Arrows is ook niks mis mee. Vooruit, bonustrack Angel teert wel heel erg op eerder gedaan werk, maar is wel weer eigenzinnig genoeg is samen met de opgefokte gitaardramatiek van Stone een goede reden om vroeger de rustige exotische You Come Through single aan te schaffen.

Zelf heb ik het minste met haar latere albums, al weet ik dat velen deze mening niet delen, dus hier ben ik het minste enthousiast over. Niet getreurd, op het derde schijfje is er meer dan genoeg ruimte voor die tijd vrijgemaakt. Het ruwe 92 heeft heerlijke hoge kopstem uithalen, funkt eigenwijs en is een verademing om te horen, al nijgt ze hier al naar die theatrale kant waar ik meer moeite mee heb. Het tevens van Shame afkomstige Dance nodigt inderdaad uit om te bewegen, maar klinkt nog wat onaf. Wat ook terecht klinken zijn de demo’s van het schelle Oosterse Cat On The wall, het houten You Come Through klankenbord, het verleidende The Birthday Party achtige Uh Huh Her en het kwaadaardige femme fatale Evol van de Uh Huh Her sessies die vreemd genoeg niet op de korte vorig jaar verschenen Uh Huh Her – Demos staan. Niks mis mee, lekker slordig rammelend met hier en daar wat onverwachte vreemde instrumentatie toevoegingen. Maar goed Uh Huh Her is hier met alle singles en demo’s dus ruim voldoende vertegenwoordigt.

Van de White Chalk singles wordt er telkens maar een nummer toegevoegd. De folky seventies bluesrock Wait van When Under Ether, het bijna onherkenbaar exotische ritmische psychedelische gezongen Heaven van The Piano, en het traag stekende Liverpool Tide van The Devil. Het verrassend goed ontvangen Let England Shake komt uiteraard ook aan bod. The Big Guns Called Me Back Again van The Words is volgepropt met de nodige gastmuzikanten. De zeer goed bij stem zijnde PJ Harvey klinkt kinderlijker, emotioneler, melodieuzer, veiliger en liever dan ooit tevoren. Het is eventjes wennen, net alsof ze haar zangkwaliteiten nu pas echt ontdekt heeft. En toch heeft die vrouwelijke sensualiteit van het eerdere werk zoveel meer kracht en zeggingskracht.

Het schelle The Nightingale van The Glorious Land zit wel tegen het schreeuwerige aan. Bij Shaker Aamer grijpt PJ Harvey weer enigszins terug naar haar roots, maar het mist die ouderwetse vocale diepte. Guilty wordt met de old school ska blazers invloeden wel op single uitgebracht, maar komt uiteindelijk niet op The Community of Hope terecht. Het holle Homo Sappy Blues en het hatelijke niemendalletje I’ll Be Waiting worden in dezelfde periode opgenomen, maar missen dus ook die ouderwetse wrange gemeenheid en die typerende PJ Harvey humor. The Age of the Dollar is in de verte te tot Dolar, Dolar van The Hope Six Demolition Project te herleiden.

The Camp is de stevige folkcountry single die PJ Harvey samen met de Egyptische hardrock zanger Ramy Essam maakt. De samenwerking met componist Harry Escott levert het breed gearrangeerde pianotrack An Acre Of Land op, welke als themasong voor de plattelandse dramafilm Dark Rivers wordt gebruikt. Een geweldige sfeervolle duistere samenwerking, welke zeker een vervolg verdiende. Ook het heerlijk stampende The Crowded Cell is uitbundig muzikaal filmmateriaal, in dit geval voor de heftige Brits-Ierse dramaserie The Virtues van Shane Meadows. De Vlaamse operaregisseur Ivo van Hove is vooral bekend door zijn vriendschappelijke relatie met David Bowie, de Lazarus musical is een van de laatste projecten waaraan David Bowie meewerkt. Ivo van Hove bewerkt de filmklassieker All About Eve tot een theaterstuk, waarvoor PJ Harvey in 2019 het klassieke The Sandman en The Moth pianostukken aanlevert. Heerlijke bonustraktaties en waarschijnlijk tevens voorstudiewerk voor haar volgend jaar te verschijnen nieuwe plaat. Een waardig eindstuk om de uitgebreide demo tijdperk mee af te sluiten.

PJ Harvey - B-Sides, Demos & Rarities | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Skullcrusher - Quiet the Room (2022) 4,0

3 november 2022, 23:40 uur

Ik heb wat met de herfst, heerlijk dat onstuimige weer met veel wind en nachtelijke regenbuien. Ook de album releases rond deze periode zijn vaak behoorlijk interessant en boeiend. En toch blijf ik mij afvragen wanneer muzikanten aan deze typerende herfstplaten werken. Die oorsprong ligt dan in die gepasseerde lente of achterliggende zomer. Neem bijvoorbeeld Quiet the Room, het debuut van Helen Ballentine die haar zacht verleidelijke bijna Keltische lo-fi folk nummers onder de misleidende Skullcrusher naam op de markt brengt. Geen zware metal dus maar echte adembenemende mooie knusse thuisopnames. En toch bewandeld de betoverende new age singer-songwriter een duister elektronisch ambient dronedroomlandschap. Een tegenstrijdigheid die haar kwetsbaarheid dan weer versterkt, dan weer vermorzeld. Het is natural sadeness zolderkamermuziek met lekkende dakpannen waterigheid, kapotte verwarming kilheid, en de guurheid van gebroken ramen en gebroken harten romantiek.

Ze bouwt haar songs in precisie op, om vervolgens hierbij met een ronkende bladblazer de gruis ruisende herfst te elimineren. Als de pandemie ten einde loopt is het tijd om die zelf beschermende muren af te breken. Helen Ballentine doet dit niet in alle stilte, de luisteraar is getuige van dit afbraakproces, waarbij ze net als wat Low vorig jaar met HEY WHAT klaarspeelde op eigen wijze bij de slowcore van Quiet the Room toepast. De destructie schoonheid confronteren met de vernietigende kracht van de bekoring. Engeltjeszang verbrijzeld door een hemels klankbord welke op de fragiliteit van het bestaan te pletter valt. Skullcrusher verzacht de keiharde Los Angeles wereld, waar dromen vaak geen realiteitsvervolg krijgen en ambities door grijpgrage aasgieren ingekapseld worden. Ontsnappen naar de jeugdonschuld, in het geval van Helen Ballentine de rust en de uitgestrekte vrijheden van het vredelievende Mount Vernon stadje, liggende aan de uitstulpingen van het grote New York.

Echo’s weerkaatsen bij They Quiet the Room tegen de muren om in het luchtledige tot stilstand te komen. Vragen bereiken niet de antwoorden maar blijven ergens in de dichte mist hangen. De raadselachtige Helen Ballentine als een uit vergeten tijden geestverschijning, het geweten van de onwetendheid. Omringt door warme spookgitaarklanken, spaarzame woorden, opduikende schemerorgels en kort gewiekte fladderende strijkerspartijen. Building a Swing is volgens traditionele folk basisprincipes opgebouwd en legt een begaanbaar pad door het geplukte overwoekerend noise onkruid bloot. Whatever Fits Together, beleef de afgesloten zomernadagen als de laatste van deze eeuw. Omarm en laat los, afsluiten en blindelings verder gaan. Kijk terug over je schouder om vervolgens het hoofd te stoten. Toekomst en verleden zijn door het heden aan elkander verbonden.

Misvormde Oosterse kinderstemmen kondigen bij het instrumentale Whistle of the Dead al het maagdelijke sneeuwwitte Lullaby in February slaapliedje aan, eindigend in woeste claustrofobische verstikking. Het misleidend vrolijke Pass Through Me gaat nog een stapje verder, het griezelige eeuwige rust verlangen wordt daar door de koele doodse begeerte beantwoordt. Could It Be the Way I Look at Everything? Deze zwaar deprimerende kijk op het leven vormt wel degelijk een belangrijk Quiet the Room facet. De storm breekt de grijze regenwolken af, het instrumentale scharnier folky Outside, Playing geeft lucht en redding. Window Somewhere, titelstuk Quiet the Room en You Are My House vormen de beslissende doorgang naar het bijna tastbare vooruitzicht. Je bent nog maar een enkele stap van de buitenwereld verwijdert. Een laatste deur die je nog moet ontzegelen. Je draagt de verlossende sleutel met je mee, maar wil je die veilige zekerheid wel verlaten? Emancipatie van de ziel of toch het conservatisme van de gedachtegang. Quiet the Room laat het allemaal open.

Skullcrusher - Quiet the Room | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Dayglow - People In Motion (2022) 3,0

2 november 2022, 01:52 uur

Het muzikantenleven is een onuitputbaar creatief leerproces met alle speelruimte om jezelf op instrumenten uit te leven. Grappig dus dat een artiest als Sloan Struble zichzelf juist beter leert kennen als hij met het eenmansproject Dayglow aan de gang gaat. Dayglow is een optimistische naam, waarbij ikzelf aan fel verwarmend ochtendzonlicht moet denken. Dan straalt zijn eigen naam Sloan Struble zoveel meer mysterie uit, maar dat is zijn keuze. Laten we het zo stellen, de uit Texas afkomstige multi-instrumentalist smult zichtbaar van alles wat op zijn pad komt. Waarom in deze tijd een zwaarmoedige plaat maken als je ook weer van zoveel moois mag en kan genieten. Zijn derde plaat People In Motion bevecht de starheid van het bestaan. Na de stilstand is het moment aangebroken om weer in beweging te komen. Laten we weer gaan stappen, het verstand op nul, en dansen tot het ochtendgloren een einde aan de nacht maakt.

People In Motion is zijn zelfredzaamheidsdagboek waarbij het verslavende effect van muziekbeleving een grote rol speelt. Methodisch positief reflecterend elke dag met een glimlach opstarten. Niks Second Nature, dansen is juist een eerste levensbehoefte, we hebben die vrijheid nodig om te overleven. Sloan Struble heeft gewoon gelijk, hoe belangrijk is het om alles los te kunnen laten, dan komt de rest vanzelf wel. Radio staat symbool voor die verbondenheid van het gezamenlijk naar dezelfde programma’s luisteren. Vroeger waren er maar een paar zenders, en hadden we niks meer nodig. De files waren draagbaar doordat de ramen van de auto’s wijd geopend waren. We neurieden allemaal hetzelfde deuntje mee, luisterden allemaal naar dezelfde diskjockeys en hadden op de maandagochtend hetzelfde verhaal bij het koffiezetapparaat te vermelden. Saai? Vast wel, maar die tijd verbroederde ook gigantisch. Niet voor niets grijpt Dayglow terug naar het popgeluid uit de jaren tachtig. Veel pop, een beetje swingbeat en een hoog new wave gehalte. Alleen Turn Around wijkt met zijn gruizige gitaarakkoorden van dit principe af.

Wat blijft er over als je dit alles ontneemt? Then It All Goes Away is de leegte, maar vooral de alwetende onwetende How Do You Know? twijfel als niet alles vanzelfsprekend meer is. Dayglow als de afterglow, het vuur is gedoofd, herinneringen gloeien nog een beetje na om vervolgens als asresten vertrapt te worden. De tekstuele verbittering spoelen we met nietszeggende zorgeloosheid weg, daaronder zit de weggedrukte passie, het ontplooibare energielevel, het vlammetje dat maar niet meer dat ontbrandingspunt bereikt. Soms moet je tot het uiterste Deep End gaan om verder te komen. Tegen de stromingen in zwemmen, kopje ondergaan, en herboren terugslaan. Zo zit het leven in elkaar, tegenspoed leidt tot verrijking. De Stops Making Sense titel is een vette knipoog naar de onlogica van het logisch denken van Talking Heads voorman David Byrne. De complexiteit eenvoudig en begrijpend maken. Waarom moeilijk doen? Omdat gemakkelijk handelen zo voorspelbaar is.

De liedjes schrijven zichzelf en als ze eenmaal klaar zijn worden ze al snel een gemeenschappelijk goed. Het vormt de lichtgewicht postpunk basis van Someone Else, zo werkt het nou eenmaal. De een haalt er kracht uit, de ander verdriet, hoop of geluk. Een songwriter schenkt en vraagt er enkel luisterbeurten voor terug, in de wetenschap dat het financieel ook nog wat oplevert. Like She Does is de muzikale uitverkoop, uithongeren en jezelf goedkoop aanbieden. Muzikale uitbuiting en muzikale prostitutie, een kritisch protestliedje dat zich tegen de grote platenbazen richt, verpakt ik suikerrijke zoetigheid. Is het een zoektocht naar het licht? Schijnbaar wel. Het is typische Amerikaans om met een feel good American dream nummer te eindigen. Talking to Light past volledig in dit concept. Het is allemaal zo vanzelfsprekend, zo gewoontjes en normaal. Eigenlijk is People In Motion dat ook, te gewoontjes en te normaal, zonder uitschieters naar boven of naar onder. Eigenlijk moeten we dus niks meer verlangen, gewoon een lekkere plaat met herkenbare eighties invloeden. Je moet het alleen wel begrijpen en voor open staan.

Dayglow - People In Motion | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Dry Cleaning - Stumpwork (2022) 4,0

1 november 2022, 01:50 uur

Kinderen hebben het vermogen om de gehele omgeving in zich op te nemen, zonder hierbij de essentiële zaken van de bijzaken te filteren. Gewoon beschrijvend benoemen wat er om je heen gebeurt. Hoe ouder je wordt, hoe sneller die onbevangen onzinnigheid verdwijnt. Dat je daarmee tevens een stukje fantasierijk observeren opoffert is een natuurlijk proces. Volwassenen verliezen die binding met die innerlijke reinheid tenzij je Florence Shaw heet en zangeres van de Zuid-Londense postpunk Dry Cleaning bent.

Waarom wil men maar begrijpen en verklaren wat er in iemand omgaat. Tegenwoordig durft men niet meer in zichzelf te praten omdat de maatschappij je dan als raar en wereldvreemd wegzet. Florence Shaw keert haar innerlijk binnenstebuiten en geeft die alsmaar opstapelende woordenschat een vluchtende uitweg naar buiten. Voor haarzelf zo vanzelfsprekend als maar zijn kan. Het leven is op het luchtig ademende Stumpwork, de opvolger van de zompige New Long Leg gitaarplaat nog steeds een volgekrabbeld notitieboek. De liedjes zijn niet meer dan een grafisch licht geschetst raamwerk, zonder al teveel logica en zonder enige vorm van structuur.

Dry Cleaning ontwijkt zoveel mogelijk die verbale onderhuidse spanningen en verkent het poëtische straatpunkdichter speelveld. De droog mijmerende Florence Shaw slentert slaapdromerig door de winkelwijken van de Britse hoofdstad, belandt vervolgens in de schimmige achterbuurten, laat de nacht langzaam het verblindende daglicht uitschakelen, en wacht geduldig op een nieuwe dag. Stumpwork heeft iets therapeutisch verzachtends, een berustend in trance rakende mindfulness proces zonder een tastbaar gemeend einddoel. Stumpwork is film noir duister, freejazz verbaal brutaal, neurotisch emotieloos verhalend en net zo eigenzinnig als het lastig te plaatsen debuut. Moeten we eigenlijk wel in hokjes denken? Of accepteren we nu dan eindelijk die artistieke kunstenaarsvrijheid.

Die dwarse tegendraadse freejazz invloeden zitten hem ook in de aarzelende infiltrerende blazerspartijen. Ook Dry Cleaning overstijgt die recht toe recht aan arbeidersfelheid en stelt zich bloot aan die grenzeloos magische new wave ideologie. Postpunk slacker Florence Shaw verwoordt het vlakke wereldse verbijstering welke steeds verder wegzinkt in de waanzin en het onbegrip van het menselijke handelen. We raken op alles de grip kwijt; vriendschappelijke relaties, het oververhitte klimaat en de daaruit voorkomende deprimerende natuurverschijnselen. We zijn zelfs niet meer in staat om voor onze huisdieren te zorgen. We bekijken in gevangenschap gehouden insecten, die machteloos in een glazen pot opgesloten zitten. Of identificeren wij onszelf juist aan deze slachtoffers, in onze eigen bubbel voortlevend, het sociale pandemie isolement.

Het is de ondankbare taak voor John Parish om die wanorde te ordenen, en vreemd genoeg lukt het hem ook nog om structuur in het geheel te brengen. Dat beklemmende gevoel komt nog het sterkste bij het grimmige Kwenchy Kups boven drijven. Florence Shaw is het uitsprekende waanzinnige demente geweten van de aarde. Onsamenhangend uit elkaar vallend in gekte en verval. Het zomerse opwarmingseffect maakt van Anna Calls from the Arctic een koortsige zonnesteektrack. Seventies spacefunk stuitert door het psychedelische Hot Penny Day heen. Titeltrack Stumpwork is dromerig, vals ontstemde gitarensnaren maken van No Decent Shoes for Rain een gigantische puinhoop, de verdwaalde Don’t Press Me blokfluit wordt als een verloren zoon binnengehaald.

Met de herhalende duistere Liberty Log bas riffs van Lewis Maynard gaan we de laatste fase in. Alle ingehouden spanningen komen in het uitluidende Tom Dowse gitaarspel vrij. De stabiliteit van ritmisch wonderkind Nick Buxton borduurt de weerhaken passend aan elkander. Met de laatste stuiptrekkingen slaat Tom Dowse zich door Icebergs heen. Dry Cleaning is ruimschoots geslaagd om die lastige tweede plaat met een ruime voldoende af te leveren. Stumpwork mist echter wel die urgentie van het New Long Leg debuut. Het begint steeds meer op echt werk te lijken, en wil dat nou juist die verraderlijke valkuil zijn. Door de relaxte houding is het net een tikkeltje saaier en nietszeggender geworden. Geen chemische alchemistentovenarij meer, maar wel een acceptabele reproductie.

Dry Cleaning - Stumpwork | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Guided by Voices - Scalping the Guru (2022) 3,5

1 november 2022, 01:48 uur

Een nieuwe Guided by Voices, we kijken er ondertussen al niet meer van op. Is het een gimmick? Een Robert Pollard geintje om zijn fans weer een overdosis aan songs te schenken? Het grappigste van dit alles is echter dat er telkens kwalitatief niks aan op te merken valt. Sterker nog de creatieve leider verkeert in bloedvorm, dus stiekem kijk ik nog steeds hoopvol naar de releases uit. Scalping the Guru bevat echter geen recent werk, maar grijpt terug naar het succesvolle Bee Thousand tijdperk uit 1994, misschien wel de bekendste en hoogst gewaardeerde plaat van Guided by Voices. Ook toen was er al sprake van een zeer productieve periode. Het harmonieuze rammelende indiepop restmateriaal vindt bescheiden de weg naar de alles verzamelende fanboys. Deze collector items krijgen tegenwoordig een mythisch waarde etiket opgeplakt, en zeker voor een EP als Static Airplane Jive moet je flink in de buidel tasten. Het is natuurlijk prachtig dat deze nu samen met tracks van Get Out of My Stations, Fast Japanese Spin Cycle en Clown Prince of the Menthol Trailer EP’s als Scalping the Guru gebundeld wordt.

De nadruk ligt dus echter op de legendarische Static Airplane Jive EP, die hier volledig op terug te vinden is. Van de Clown Prince of the Menthol Trailer EP missen we echter het dreigende donkere Broadcastor House. Bij Get Out of My Stations ontbreken het beangstigende Queen of Second Guessing en het lekkere traag opbouwende Blue Moon Fruit. Bij het bekaaid aanwezige Fast Japanese Spin Cycle precies datzelfde verhaal, geen 3rd World Birdwatching pianotrack, geen uptempo akoestische Snowman, geen stevig pompende Marchers in Orange, geen Dusted grunge en geen duidelijk in demofase verkerende Kisses to the Crying Cooks. Jammer want hierdoor komt de verzamelaar wat incompleet over. Genoeg leuk materiaal dus wat er gemakkelijk op past. Maar goed, ik ben uiterst tevreden met wat Scalping the Guru te bieden heeft. 20 tracks in 33 minuten, het blijft lachen met Guided by Voices.

Het Clown Prince of the Menthol Trailer aandeel is dus behoorlijk groot. Matter Eater Lad gaat terug naar de jeugdige DC Comics liefde van Robert Pollard, waar de allesverslindende superheld de hoofdrol vertolkt. Die typische Guided by Voices gekte ontbreekt hier uiteraard niet. Heerlijk gevuld met kapot slaande percussie en tekstuele humoristische absurdisme. Met het verhalende Johnny Appleseed eren ze de legendarische Amerikaanse volksicoon. Het rauwe Hunter Complex is nog onnavolgbaarder, Pink Gun is een kort punkrocknummer, het lompe Grandfather Westinghouse kenmerkt zich door de breed uitlijnende gezongen fraaie melodielijnen en de voorbij tikkende percussie. De titeltrack Scalping the Guru werd door de band al eerder als werktitel voor de Alien Lanes plaat gebruikt, en is in principe niet veel meer dan een inspiratie opwekkende jam.

Op de psychedelische sixties getinte Get Out of My Stations lo-fi EP ligt de nadruk op de geschrapte en nooit verschenen Back to Saturn X plaat en de Propeller left-overs, en is met het Paisley Underground achtige Scalding Creek, het in dezelfde lijn liggende Melted Pat, het duistere met de bas op de voorgrond geplaatste Dusty Bushworms en het dromerige Spring Tiger ruim vertegenwoordigd. Het zwaar rockende Mobile stamt uit dezelfde periode en teert op een onheilspellend psychocountry deuntje. Het is spijtig dat ze niks aan de krakkemikkige geluidskwaliteiten hebben gedaan, een dun filtertje eroverheen zou zeker in het voordeel werken. Blijkbaar kiest de band ervoor om een zo puur mogelijke benadering van dat werkproces perfect weer te geven. Och het blijft Guided By Voices, en dat siert ze. Van Fast Japanese Spin Cycle halen helaas alleen het indrukwekkende maatschappijkritische My Impression Now, de spacende duistere gitaartrack Volcano Divers en het ultrakorte Indian Fables de uiteindelijke setlist.

De kant en klare Static Airplane Jive songs overstijgen een aantal songs toch wel het overige niveau en doen deze zeker niet onder voor het Bee Thousand werk. Vocaal is de EP overduidelijk door The Beatles beïnvloedt. Damn Good Mr. Jam is oorspronkelijk nog voor de Back to Saturn X plaat bedoeld, en heeft een aangename rauwe toetsing. De uptempo oldschool punkrock van Glow Boy Butlers zou je nog het beste als een liefdesliedje kunnen omschrijven. Gelatin, Ice Cream, Plum speelt in op de wanhopige onmacht van een onbereikbare liefde, en het geniale sterke Big School wordt als introducerende single vooruitgeschoven. Het is jammer dat Hey Aardvark en de emo schreeuw van Rubber Man zo kort zijn, hier valt nog behoorlijk wat winst uit te halen. Al met al een prima aanvulling, en voor de ware liefhebbers een leuk hebbedingetje.

Guided by Voices - Scalping the Guru | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Frankie Cosmos - Inner World Peace (2022) 3,5

1 november 2022, 01:47 uur

Het leven is een grote droom, een saaie lange speelfilm waarin je zelf de hoofdrol vertolkt. Greta Kline heeft een naïef mijmerend kinderstemmetje en werkt zich traag zuchtend voorbeeldig door haar lieve indierock nummers heen. Als verwende dochter van het acteurskoppel Kevin Kline en Phoebe Cates is ze gewend om in onbevangen luxe in de naamloze straten van New York op te groeien, en weerlegt ze deze veilige opvoeding in veilige niets aan de hand slacker popdeuntjes. Onder haar Frankie Cosmos alter ego brengt ze vanaf 2014 albums uit, Inner World Peace is ondertussen alweer haar vijfde studioplaat.

Niet ontsnappen aan die sleur, maar deze juist accepteren en daar een amicale deelgenoot van maken. Verander de wereld, bewaak die innerlijke vrede en begin bij jezelf. De twintiger heeft meer dan genoeg aan dit gegeven, waardoor ze zorgeloos in het leven staat. Wereldproblematiek? Is niet haar probleem, en dat wil ze graag zo houden. Egoïsme? Een opgedrongen vorm van zelfredzaamheid of gewoon zelfs wereldvreemd gedrag? Greta Kline doet geen moeite om haar hoofd boven water te houden, en klopt bij haar ouders aan die haar vervolgens weer in huis nemen. Prolonging Babyhood, heel eventjes de kindertijd verlengen.

Misschien vindt ze het wel heerlijk dat de maatschappij voor een onbepaalde periode op slot gaat, hierdoor kan ze in alle gemak gegijzeld geïsoleerd van de buitenwereld aan haar klein gehouden lo-fi liedjes werken. Of is dit maar schijn? Street View schets een verlaten Google Maps beeld van de onzekere huidige situatie, het toppunt van de gedeelde eenzaamheid. A Work Call, de liedjes kloppen aan haar deur, klaar om binnen gelaten te worden. En als de in snooze stand verkerende aarde dan weer uit haar sluimerende winterslaap ontwaakt is Greta Kline 100 songs rijker. De uiteindelijk gekozen vijftien albumtracks zijn dus maar fragmentarische momenten, en geven maar een fractie van de persoon Greta Kline bloot.



Genoeg materiaal dus om met producers Katie Von Schleicher en Nate Mendelsohn in de studio verder te puzzelen en te sleutelen. Het belang van hun inbreng laat wel degelijk de nodige sporen achter. Met behulp van psychedelische retro kleurendia’s raakt het gezelschap in een soort van euforische creatieve trance en krijgen de nummers steeds meer vorm en zeggenschap. Het grimmige down to earth Magnetic Personality wijkt sterk van de vertrouwde Frankie Cosmos universum formule af en is een regelrechte punkrockstamper, en de typerende Sub Pop lichtgewicht grungetrack Fragments is tevens een aangename verademing. Dit is ook pas het moment dat drummer Luke Pyenson, bassist Alex Bailey en toetsenist Lauren Martin daadwerkelijk een rol in het geheel spelen. Sterker nog, Inner World Peace roept dat bezielende verlangen op om weer samen te werken.

Toch is er nog een ander soort begeerte wat hier sterk bovenuit steekt. De heimelijke hunkering naar liefde vormt het thematische fundament van Inner World Peace. Onder die stellige onbevangenheid zit in het realistisch dagdromerige Abigail wel degelijk een stukje bewustzijn van haar sterfelijkheid en volwassenwording. Ben je tevreden met de huidige gang van zaken? Het verleden is een gepasseerd station waarna je niet meer wil terugkeren. Ergens zit daar nog een stukje onderliggende ontevredenheid in verborgen, welke nog een passend plekje moet krijgen.

Inner World Peace bezit een bepaalde gewaarborgde luiheid die eigenlijk best wel lekker is. Waarom haasten als we zeeën van tijd hebben om ons te onthaasten. Waarom vandaag de zaakjes op orde hebben als er morgen weer een nieuwe dag is. Heerlijk de boel voor je uitschuiven en zelfs uitstellen, genieten van de complex loze eenvoud van het moment. Het schrijverstalent zit hem dus in die schetsende compactheid van dagelijkse situaties. De Empty Head vrijheid, de berustende keuze om te genieten van de leegte van het niets. Veel meer heeft Frankie Cosmos niet nodig.

Frankie Cosmos - Inner World Peace | Rock | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer  

Au Suisse - Au Suisse (2022) 3,5

1 november 2022, 01:45 uur

Au Suise, een nieuwe naam in het elektropopcircuit, al dragen de twee oude rotten in het vak wel een zwaargevulde rugzak aan ervaringen en zelfs grote succesverhalen met zich mee. Morgan Geist en Kelley Polar ontmoeten elkaar in de prille jaren negentig op het in muziekkunsten gespecialiseerde Oberlin College te Ohio waar ze tijdens de nachtelijke uren de mogelijkheid krijgen om via het daar gevestigde radiostation hun muziek aan de man te brengen. Morgan Geist experimenteert met techno, terwijl Kelley Polar op jeugdige leeftijd al internationaal met altviool wedstrijden zichzelf op de kaart zet.

Morgan Geist scoort onder zijn alter ego Storm Queen in het Verenigd Koninkrijk met Look Right Through een megahit. Kelley Polair staat aan de basis van de Erotic remix van Madonna voor haar memorabele MDNA Tour en reist tevens als veelgevraagd klassiek conservatorium artiest de wereld rond. Ondanks dat ze beiden een ander muzikaal pad bewandelen blijft de trouwvriendschappelijke band hecht. Ze treffen elkaar in 2002 opnieuw als Morgan Geist de hulp van Kelley Polar inschakelt om zich als gastmuzikant bij zijn Metro Area houseproject aan te sluiten. Twintig jaar na het Metro Area uitstapje voegt het tweetal een nieuw gezamenlijk hoofdstuk aan hun muzikale boekvertelling toe, en gaan nu serieus als duo aan de slag, met Au Suise als geslaagd eindresultaat.

Kelley Polars avontuur met de iconische tienerheld Madonna overschaduwt de diepe funkbaslijnen van de jaren negentig dreamhouse Thing erotica. Het is prachtig hoe ze dit evoluerende overgangsgebied verkennen en deelgenoot van het geheel maken. Dat Kelley Polar ook nog eens een mooi hoog androgeen softpop stemgeluid heeft, werkt hier absoluut in het voordeel. Het past perfect in die retro new romantics soundscapes van Au Suise waarmee de Amerikanen naar het Europese retro jaren tachtig danstijdperk teruggrijpen dat gedomineerd wordt door futuristische kille synthpop met overstijgende elektrobeats en zorgvuldige geplande militante drumbreaks.

Vesna is feitelijk gebaseerd op het tragische verhaal van een Servische stewardess die begin jaren zeventig als enige overlevende een terroristische aanslag op een vliegtuig overleeft. De laatste bijna fatale levensmomenten van deze uitverkoren vliegen in een lichtflits voorbij. De mythische gevallen engel, die door haar krachtige overlevingsdrang op berustende wijze de aarde bereikt en met beide benen zelfverzekerd op de grond terecht komt. Die kalme observerende outsidersrol is tevens aan Au Suise toegedeeld, het buitenbeentje vastgenageld in fragmentarische slow motion beelden. Au Suisse is ook nog niet klaar met het verleden, en dus nog niet klaar voor de toekomst.

In de vooruitgeschoven Control single komt aarzelende twijfel, stabiliteitsbalans, overwinnende halleluja euforie in een uitbundige climaxsong samen. Het mag duidelijk zijn dat het geroutineerde gezelschapskoppel weinig moeite heeft om groots uit te pakken. Control is duister dansbaar, opbeurend fris gedateerd en bevat hiermee direct alle basiselementen van Au Suise. De speelse eenvoud die de complexiteit van de grimmige postpunkjaren wegpoetst, en een hagelwitte tandpastaglans tevoorschijn tovert.

Waarom verlangen we toch zo naar die blikken zielloze soul? De wereld is een plastic kleverige glitterbal, bekleed met scherp spiegelende stukjes verlangen. Tragisch elektronisch pulserende vintage new wave met hemelse hoge falsetstem uithalen. Au Suise duikt voorzichtig de schemerige darkroom nachtclubs binnen, en ademt een licht mystieke seksualiteit uit. Geheimzinnig gewaagd met sado machistische drumcomputeruithalen. Ongeneesbare Metropolen eenzaamheidsromantiek met de grote lichtstad als een mechanische volle maan middelpunt die deze dramatiek aan de duisternis van de nacht schenkt.

Au Suisse - Au Suisse | Pop | Written in Music - writteninmusic.com

» details   » naar bericht  » reageer