menu

The Modern Jazz Quartet - Plays George Gershwin's Porgy and Bess (1965)

mijn stem
3,75 (4)
4 stemmen

Verenigde Staten
Jazz
Label: Atlantic

  1. Summertime (5:58)
  2. Bess, You Is My Woman Now (5:38)
  3. My Man's Gone Now (7:20)
  4. I Loves You, Porgy (3:26)
  5. It Ain't Necessarily So (6:21)
  6. Oh Bess, Oh Where's My Bess (4:15)
  7. There's a Boat That's Leavin' Soon for New York (4:20)
totale tijdsduur: 37:18
zoeken in:
Soledad
Met: Milt Jackson (vibes), John Lewis (piano), Percy Heath (bas), Connie Kay (drums)

The Modern Jazz Quartet is echt iets dat ik van huis uit mee heb gekregen. Ik weet niet of ik ze anders überhaupt echt ooit ontdekt had. Het is het type muziek dat van je vraagt dat je de hele plaat moet luisteren. Bij een snelle beluistering van een fragment of Youtube had ik waarschijnlijk al snel ongeïnteresseerd doorgezapt. Nu ben ik een waar verzamelaar geworden. En ik besef zelf maar al te goed: veel liefhebbers hier op Mume zijn er niet, en veel zullen het er ook niet worden.

Het MJQ was toch wel de grootste voorloper in het 'Third Stream' segment van de jazz. Dat betekent dat ze klassieke muziek mengen met jazz en een flinke scheut blues. Het is met name de invloed van pianist John Lewis die werkelijk alles klassiek georiënteerd laat klinken. Het Modern Jazz Quartet vervalt echter nooit in suffe 'VVD' achtige muzak, net zo min als in abstract geneuzel. Beste omschrijving zou zijn chamberbop met een klassieke ondergrond en wat bluesy randjes hier en daar.

Wild is de muziek nooit in ieder geval, integendeel. Het MJQ is muziek waarop ik zelf volledig tot rust kom. Ik kan er de krant bij lezen maar net zo goed aandachtig naar luisteren. De klasse van deze groep zit em in de details namelijk. Alles klinkt eenvoudig maar eigenlijk zijn er maar weinig bands die zo op elkaar zijn ingespeeld. Alles schuift constant tussen compositie en impro in. Connie Kay is een drummer die slechts subtiel begeleid en nooit naar de voorgrond treedt. En eigenlijk geldt dat net zo goed voor bassist Percy Heath. Pianist John Lewis speelt nooit een noot teveel eigenlijk.

En ik denk dat daar precies hetgeen in zit wat hen niet zo populair maakt hier op Mume. Want dit knettert niet bepaald je speakers uit. Dit zijn gewoon vier meer dan uitstekende muzikanten die gewoon ontzettend goed kunnen spelen. Wat het niet is: abstracte gevoelloze moeilijkdoenerij. Door de dikke blueslaag blijft de muziek dicht bij je gevoel. Daarnaast valt de technische klasse van de muzikanten op. Maar het belangrijkste: er is geen enkele groep die zo klinkt. Ook deze muziek is weer een unicum binnen de jazz. Dit waren pioniers op hun eigen manier. Niet door alle grenzen op rekken in de richting van absolute vrijheid, maar door de grenzen met Europese klassieke muziek te laten vervagen. Niet voor niet wilden Ornette Coleman, Eric Dolphy, Gunther Schuller en Sonny Rollins allemaal dolgraag samenwerken met deze band.

Dan even over deze plaat. Ik heb een bijzonder grote zwak voor Porgy & Bess. Het is van Miles mijn favoriete album en ook de uitvoering van Ella en Louis kan bij mij op 5 sterren rekenen. Zelfs het origineel vind ik mooi, ondanks het feit dat ik een bloedhekel aan opera heb. En deze uitvoering is wederom zo ontzettend mooi en lekker. Juist omdat deze musical zijn roots in de opera en klassieke muziek heeft, is het uitermate geschikt materiaal voor het MJQ. En vooral op deze plaat valt het geweldige samenspel op, en het waarschijnlijke gemak waarmee er gemusiceerd wordt.

Ik ben ongetwijfeld een roepende in een woestijn, er zullen weinig mensen zijn die hier vrolijk van worden. En waarschijnlijk niemand die er 5 sterren aan zal geven maar man ik blijf een groot fan. Het is zoveel anders dan het meeste dat er in mijn kast staat maar ik blijf verzamelen. Wat een klassegroep, wat een klasseplaat!

Dardan
Door zo'n fantastische berichten als die hierboven wijk je maar al te graag af van je normale luisterlijst. Geen zorgen dus Soledad, jouw roep in de woestijn werd gehoord en in dank aangenomen

‘The Modern Jazz Quartet’ - had ik tijdens mijn jazzbegindagen die naam niet zien vallen bij Out to Lunch!? En jawel, dat bleek te kloppen want daar kwam de onvermijdelijke “kwestie” vibrafoon ter sprake. Dat godsgruwelijk prachtig klinkend instrument; verfoeit door de meesten, al gebiedt eerlijkheid me te zeggen dat ik het ooit graag een beetje zou willen kunnen spelen (al is het maar om je lieve medemens mee te ergeren). Het eerste wat me destijds opviel bij die bandnaam is hoe ontzettend 'cool' die wel niet klinkt; het soort klassevolle, pretentieloze en elegante gaaf zijn dat iets wegheeft van een verfrissende ijsthee op een zwoele zomeravond onder een parasol terwijl dat aangenaam briesje je blijft begroeten. Het lot wou dat ze dan nog eens zouden uitblinken in een vorm cool jazz in combinatie met ‘third stream’ - soms zit de wereld haast te vanzelfsprekend in elkaar.

Toch moet de belangrijke toelichting gemaakt worden dat dit kwartet meer is dan een standaard trio met de simpele toevoeging van vibrafoon; hoe deze heren tezamen klinken is daadwerkelijk uniek – het zijn absoluut ongeëvenaarde meesters in het scheppen van een bepaalde sfeer waardoor de muziek haast op beangstigende wijze tot de verbeelding spreekt. Hier komt deze troef doordat ze Gershwins Porgy and Bess spelen nog beter naar voor.

Na dit album sloeg de spreekwoordelijke vlam in de pan, want dit klonk zo fabelachtig waardoor ik aan een crimineel tempo bijna alles wat ik kon vinden begon te luisteren: het feit dat er nog andere muziek bestaat werd tijdelijk relatief irrelevant en die verliefdheid blijft onverstoorbaar voortduren, zo af en toe flakkert ze opnieuw aan alsof het die eerste keer intens oogcontact betrof. De gave die deze heren hadden was dat ze vrij standaard nummers erg goed konden brengen en dat ze fantastische nummers naar huiveringwekkende hoogtes tilden. En dit allemaal alsof het de normaalste zaak van de wereld is: heel lichtzinnig en vanzelfsprekend, vol spelplezier, maar eigenlijk tot in het uiterste detail vlekkeloos uitgevoerd alsof er geen vuiltje aan de lucht is.

Summertime is een nummer waar je als jazzliefhebber naar uitkijkt als een soort ‘moment of truth’ en hier wordt – om het zacht uit te drukken – mooi aan de verwachting voldaan. Jackson die de basismelodie met die zachte, duistere slagen inluidt waardoor die kenmerkende melancholische sfeer door dat kille vibrafoongeluid nog ondraaglijker en eigenlijk haast onnodig uitgerekt wordt – de troosteloosheid op de spits gedreven (prachtig trouwens hoe eens hij zijn solo inzet Lewis die beginmelodie in de achtergrond overneemt). Al is het voor mij Lewis die met zijn fijngevoelige en vlijmscherpe tikjes vanaf de derde minuut een solo aan de dag legt waar de volumeknop zelfs op maximale sterkte niet voldoet – het is een van die momenten in een muziekstuk die genadeloos door je heen gaan en je tot in het diepst van je wezen weet te raken. Miles Davis beschreef ooit eens de speelstijl van de jonge Bill Evans als “bruisend water of kristal”, uitgerekend die beeldspraak lijkt me ook voor deze solo de perfecte beschrijving. Een soort fragiliteit waarbij je niet te hard probeert in op te gaan, maar wanneer is dat ooit gelukt?

Als ik dan ooit een eerste melodie (jazzstandard) op vibrafoon zou mogen uitkiezen om te leren spelen, dan wordt dat I, Loves You Porgy. De uitvoering door het Bill Evans Trio vanop The Village Vanguard is een van mijn favoriete nummers aller tijden en deze moet daar niet veel voor onder doen. Van het opera-origineel is dit vooralsnog mijn favoriete deel. De wanhopig romantische sfeer is ook hier te snijden; die “I loves you, Porgy; don’t let him take me. Don’t let him handle me, and drive me mad. If you can keep me, I wanna stay here with you forever and I’ll be glad” komt zo huiveringwekkend goed tot haar recht; het lijkt haast alsof die vibrafoon die woorden hopeloos op een fluisterende toon uitademt – wanneer Heath aan het eind nog eens met zijn strijkbegeleiding het nummer afsluit… Als je na het horen van dit stuk nog altijd de vibrafoon (die quasi het hele nummer draagt) niets vindt, dan komt het vrees ik nooit goed.

Of wat te zeggen over die mooie opbouw en plottwist in ‘My Man’s Gone Now’? Ach, gewoon luisteren is de boodschap.

Zo valt er ook over elk nummer wat lovend te schrijven natuurlijk, maar beperk ik me hier bewust tot een paar van mijn favoriete momenten. Voor mij is dit met ruime afstand het beste werk dat deze heren geleverd hebben, al lijkt het grote jazzpubliek het daar grondig oneens mee te zijn (de Penguin Guide to Jazz heeft dit album niet eens opgenomen in hun overzicht). Maar zo is de jazzwereld in die onmetelijke zee nog een mooi verborgen parel rijker. Wat mij betreft is dit een van de absolute hoogtepunten uit de jazzmuziek en daardoor onmisbaar in mijn jazz-top 10.

Gast
geplaatst: vandaag om 02:53 uur

geplaatst: vandaag om 02:53 uur

Let op: In verband met copyright is het op MusicMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.