Rodney Smith opereert al sinds jaar en dag onder de naam Roots Manuva. Toen zijn muziekcarrière veertien jaar geleden begon, wist amper iemand van zijn bestaan af. De single Witness (I Hope) uit 2001 zorgde voor verandering. Inmiddels is de man niet meer weg te denken uit de muziekwereld van Groot-Brittannië. Bewapend met zijn zware reggae-stem en het vermogen zijn eigen muziek te produceren, brengt hij zijn vierde album uit, Slime and Reason geheten.
In het land van Manuva’s afkomst is het subgenre grime momenteel bijzonder populair, maar dat is voor Rodney geen reden om op dit succes mee te liften. Zoals menigeen van hem verwacht, slaat hij op Slime and Reason, zoals altijd zijn eigen weg in. Dit doet hij door op vreemde producties, veelal met drukke samples, grappig uit de hoek te komen. C.R.U.F.F., waar een verhaallijn moeilijk te ontdekken is, is een sprekend voorbeeld bij deze beschrijving. Verfrissende zinnen zijn er in overvloed: “Chosen, living my life like it’s golden//I’m rolling, spinning my dice like I’m bowling//Supposing, tip of my toe tips, a grown thing//Inspired, walking a bit more like Moses.”
Waar de rapper ook niet vies van is, is het uitkramen van totale onzin. Aan bijvoorbeeld Do Yah Bodda Mi is geen touw vast te knopen. Diepgaand is het nummer naar alle waarschijnlijkheid niet, maar wel staat de track garant voor een lach op het gezicht van de luisteraar. Roots Manuva lijkt een verzonnen taal te gebruiken, zonder bepaalde inhoud, leunend op de klank van de ‘tekst’.
Een heerlijk rustmoment is aangebracht in de vorm van Let The Spirit. De kalme blazers van de hand van Metronomy, het handengeklap en een tikje à la Timbaland zorgen hier voor een soulvolle ondertoon. Roots Manuva zelf doet het ook een tandje rustiger aan en brengt als boodschap dat je geest je tot beweging aan moet zetten.
Na deze korte adempauze is het weer tijd om vol gas te geven. Krachtige raps en vlotte elektronische producties zorgen ervoor dat Slime and Reason wat doet denken aan een optreden tijdens een groot festival. Dit komt door de energie die in de 36-jarige Roots Manuva zit, wat vlekkeloos wordt overgebracht naar de muziek. Knap, aangezien hij nagenoeg alleen staat. Een van de weinige uitzonderingen op deze regel is 2 Much 2 Soon. De vier blaasinstrumenten die in dit nummer voorkomen zijn de saxofoon, de hoorn, de trompet en de vleugelhoorn, zorgvuldig bespeeld door Theo Gordon en Jonny Boy. Deze heren zorgen voor een tragisch en donker plaatje, wat door de lange uithalen van Roots Manuva wordt gecompleteerd. Maar wie goed op de lyrics let, merkt dat het geen treurig nummer is, hoewel het wel zo aandoet: Roots Manuva rapt over zijn goed uitpakkende muziekcarrière, die vol met bling zit. Qua lyrics lijkt hij voor een keer mee te gaan met de stijl van lyrics waarmee successen in de hedendaagse hiphop geboekt worden.
Buiten de laatstgenoemde situatie is Slime and Reason een degelijk album. Manuva’s zware stem is geschikt voor reggae, een genre dat dan ook in zijn muziek is verwerkt, maar verder weet Roots Manuva de luisteraar van zijn eerdere werk niet te verrassen. De kans op een teleurstellend product is daardoor minder groot, maar dat experimenten over het algemeen uitblijven is ronduit jammer. Een tracktitel als I’m A New Man suggereert wat anders, maar als je het nummer luistert, blijkt dat ook hier geen sprake is van een nieuw concept. Tekstueel niet sterk of vernieuwend dus, gelukkig wel gewoon leuk. De strekking op deze track is dat niemand hem behoort te kennen: “Nobody heard of me//I’m a new man, a brand new man.” Niet Rodney zelf maar Toddla T zorgt dit keer voor de productie, die door de drukke hoge piep nauwelijks afwijkt van het gros van de beats.
Voor een eerste kennismaking met Roots Manuva leent Slime and Reason zich uitstekend, want de stijl van zijn eerdere albums wordt hier goed behouden. Een belangrijk aandeel hierin hebben de voornamelijk door Roots Manuva zelf gemaakte producties. Deze bevatten voornamelijk computersamples, wat ervoor zorgt dat naast hiphop ook electronic een belangrijke invloed heeft in de muziek van de rapper.
Na het laatste nummer zal de repeatknop niet direct ingedrukt worden. Niet vanwege Manuva’s stem - die luistert fijn weg door de reggae-invloeden - maar door het gebrek aan inventiviteit ten opzichte van eerder werk. Want Roots Manuva heeft ervoor gekozen om alles bij het oude te laten, niet afwijkend van het concept waar eerder succes mee is geboekt. Het lijkt dus om een tactische zet te gaan. Werken doet deze aanpak amper, want de luisteraar zal na Slime and Reason op vernieuwing blijven wachten.
www.hiphopleeft.nl