Kid Sublime (27) draait al geruime tijd mee in de hiphopscene en heeft, vooral in het buitenland, een flinke staat van dienst. Voor Rappin’ Blak is dan ook een aantal imponerende gasten opgetrommeld, waaronder Defari, Camp L en Frank-N-Dank.
Waarom dergelijke Amerikaanse acts met de Amsterdammer in zee gaan, wordt vanaf de opening van Rappin’ Blak duidelijk: Sublime vermijdt bekende wegen zonder geforceerd te zoeken naar een alternatieve route. Dat houdt niet in dat hij onbekende instrumenten en ritmes gebruikt, sterker nog, bij vlagen klinkt het vertrouwd – het knappe, en daarin schuilt het vakmanschap van Sublime, is dat het nergens voorspelbaar wordt. Vreemde geluidjes geven de rechtdoorzee hiphopdrums extra glans, zoals bij We Don’t Play, een vlotte samenwerking tussen Sublime en Illa J.
De beats zijn dus nogal anders dan voorheen: Kid Sublime houdt het meer dan ooit bij rauwe hiphop, en die basis kleedt hij vaak aan met wat originele samples en vreemde bliepjes. Een ander verschil met eerder werk is dat Kid Sublime zelf met enige regelmaat achter de microfoon kruipt, zoals in het bovengenoemde nummer met Illa J. Sublime rapt ontspannen, lichtelijk nonchalant zelfs, maar mist de souplesse die zijn Amerikaanse collega’s wel hebben – niettemin staat hij zijn mannetje telkens verdienstelijk, zoals duidelijk wordt op Own World; een rustige track die door zijn trage drums telkens op gang lijkt te komen, maar steevast aan hetzelfde, haast tergende tempo vastkleeft en juist daardoor een nummer wordt waarbij je geboeid blijft luisteren.
Kid Sublime lijkt er sowieso alles aan te doen om de aandacht van de luisteraar niet verloren te laten gaan – en in die opzet slaagt hij voortreffelijk. Om te beginnen duurt Rappin’ Blak minder dan een half uur, wat het ouderwets aanvoelende geluid van de rapnummers goed doet. Daarnaast gebruikt hij allerlei middelen om te verrassen. Zo is bonustrack Get Dis Money een electronummer dat geen enkele parallel vertoont met de rest van het album, horen we op de S.O.A. Skit enkel wat seksgeluiden en roept Outro herinneringen op aan Twin Peaks’ The Man From Another Place. Tussendoor gooit Kid Sublime er om het rapnummer een instrumentale track tegenaan, wat een aangename wisselwerking tot gevolg heeft: het legt de nadruk van Rappin’ Blak op de beats – gelukkig, want dat is waarin Kid Sublime vooral uitblinkt – en zorgt er toch voor dat het totaal niet te eenzijdig wordt.
Aan het eind van Rappin’ Blak kunnen we constateren dat we met een heerlijk album te maken hebben. Sublime is een producer die een ouderwets geluid in zijn beats weet te vangen zonder gedateerd aan te voelen, door het veelvuldig gebruik van vreemde samples en rare geluiden tussen de rauwe drums. Ten tweede zijn er de bekende Amerikaanse gasten, die stuk voor stuk glans geven aan de heerlijke beats door warme en strak gerapte teksten – waarvan het er weinig toe doet dat ze inhoudelijk weinig omhanden hebben. Sublime zelf is een minder sterke rapper, zijn extreem ontspannen flow heeft enkele onmiskenbare gebreken, maar heeft tegelijk ook een onmisbare charme. Een beetje zoals Madlib dat ook heeft wanneer hij gaat rappen: je hoort dat het geen geboren MC is, maar toch roept het nooit irritatie op. Misschien omdat je als luisteraar weet dat in hem een topproducer schuilgaat.
Bron:
Hiphopleeft