“Geven geen fok yo, hebben strijdlust//Hebben geen werk dus begrijp dat ik bijklus.” “Dit is hardcore porno, ik ben een viespeuk//Ik vind het lekker als mijn tollie in je lies beukt.” “Ik had het leuk en had niet alles in de gaten//Maar ik haatte het als mijn ma’tje door mijn vader werd geslagen.” Wat hebben deze drie zinnen gemeen? Ze zijn afkomstig van Rocks en staan op diens debuutalbum B.N.’er.
Deze citaten maken duidelijk dat de THC-voorman heeft gekozen voor een divers album, dat schommelt tussen clubbangers en seksverhalen enerzijds, en persoonlijke gedachtes en persoonlijk leed anderzijds. Een ietwat kleine portie ouderwetse hiphop zit ertussenin. Al deze zijdes van Rocks zijn niet zoals op THC’s debuutalbum Artikel 140 opgedeeld in twee kanten (De Ene Kant en De Andere Kant), nee, alles staat kriskras door elkaar. Een dappere aanpak, die helaas vooral nadelig uitpakt; de verschillende stijlen volgen elkaar weliswaar in moordend tempo op, wat de luisterervaring er alleen maar moeilijker op maakt.
De redenen hiervoor zijn evident. Allereerst is Rocks geen grootse rapper, eigenlijk ook nooit geweest. Bij THC heeft hij het er met zijn oer-Amsterdamse stemgeluid altijd aardig van afgebracht, maar hij trok de kar altijd samen met anderen, vooral RBdjan en Appa. Wanneer de man uit Tuindorp rappend alles zelf moet doen, verdwijnt hij langzamerhand steeds meer op de achtergrond en vallen zijn flows te veel in herhaling.
Deze raptechnische gebreken worden helaas niet gecompenseerd met inhoud, want ondanks verwoede pogingen komen Rocks’ persoonlijke vertellingen nimmer van de grond. Het ligt niet aan zijn stem, die bevat zelfs een zekere mate van oprechtheid, zoals te horen is op De Tijd Leert. Het probleem is de inhoud, die de luisteraar vooral in verwarring achterlaat. “Ik weet nog wat mijn neef zei: een kenmerk van spijt//Is dat het altijd te laat komt, en nooit op tijd, een feit..,” rapt hij bijvoorbeeld op laatstgenoemde track De Tijd Leert. Dat Rocks de luisteraar hier iets wil leren is onmisbaar, maar wat dat precies is, blijft onduidelijk. Waarschijnlijk bedoelt hij dat spijt pas komt nadat hetgeen waar de spijt over gaat al geschied is (dan is het tenslotte al te laat), maar wat bedoelt hij dan met ‘op tijd komen’? Want als spijt op tijd komt, en dus voordat hetgeen gebeurd is waarop de spijt betrekking heeft, dan is er toch niets om spijt van te hebben?
Het is wellicht een wat vergezocht kritiekpunt, maar boven alles typeert het de quasi-wijsheden waarin Rocks vervalt als hij de luisteraar echt wat wil bijbrengen. Rocks komt beter tot zijn recht als hij onbekommerd verhaalt over grimmige straathoeken, zoals op het behoorlijk onderschatte De Ene kant (de eerste disc van Artikel 140). Deze zijde van de artiest Rocks komt sporadisch bovendrijven op B.N.’er, zoals in het amusante Vuur in Me Hart (met Kempi) – bij dit nummer moet overigens niet teveel aandacht worden besteed aan de beat, die letterlijk afkomstig is van een samenwerking tussen 2pac en Snoop Dogg. Ook slotnummer De Wereld Is van Jou, het hoogtepunt van de plaat, bevat naast een fijne productie (met een heerlijke Scarface-sample) gedreven raps. Hoewel Shyrock zijn mannetje staat in het refrein en Rocks zich van zijn beste kant laat zien, is het RBdjan die de show steelt. Aan zijn twee coupletten lijkt werkelijk alles te kloppen; de rustmomenten, de timing van ieder woord en de manier waarop alles elkaar opvolgt: aan alles is gedacht. En dan maakt zelfs de weinig beargumenteerde sneer naar de Amsterdamse burgemeester Cohen indruk.
Het is een van de spaarzame hoogtepunten op B.N.’er, want verder stelt het negentien nummers tellende album flink teleur. Zodra Rocks een boodschap probeert over te brengen vervalt hij in clichés of ondoordachte one-liners en ook op de momenten dat zijn meer zwoele of feestende kant naar voren komt, haalt de muziek een vaak bedenkelijk niveau. Zo is Niet naar Huis (met Rotjoch) een vrij pijnlijke kopie van Geen Klasse, Geen Stijl (een kwaal waar dienstdoende producer Reverse al eerder last van had) en de warme pianotonen op het tot in de details voorspelbare liefdesnummer De Hele Nacht door kunnen ook geen potten breken.
Deze voorbeelden zijn representatief voor de vele paden die Rocks inslaat. Het is leuk om te zien dat vandaag de dag iemand nog zoveel ambitie heeft om zijn eigen bedrijf op te bouwen en zijn muzikale vleugels uit te slaan, maar helaas staat dat niet garant voor kwaliteit. Hopelijk ziet Rocks dat ook in en gaat hij op zijn volgende album verder met waar hij verreweg het best tot zijn recht komt: rauwe straathiphop. Liever nog spoort hij RBdjan aan dat te doen, dan komt er hopelijk zo’n sterke plaat dat de mannen van THC daadwerkelijk aanspraak mogen maken op de titel B.N.’er.
Bron:
Hiphopleeft