The Artwoods maakten deel uit van de Britse rhythm and blues revival scene en brachten 7 singles uit, die alle onsuccesvol waren (behalveI Take What I Want, dat een 28e plaats bereikte in de Engelse hitparade in 1966), plus een epeetje, en alle 18 nummers zijn op dit album gecompileerd.
(Ook namen zij de elpee Art Gallery op, maar die komt hier niet aan bod).
De naam "The Artwoods" is een verwijzing naar de naam van Art Wood die de groep oprichtte, en de vocalen voor zijn rekening nam. Hij zong ooit met Alexis Korner's Blues Incorporated, en maakte in 1969 voor korte tijd deel uit van Quiet Melon, samen met zijn broer Ronnie Wood, Rod Stewart, Ronnie Lane, Kenney Jones, Ian McLagan en Kim Gardner.
Helaas vind ik Art Wood een zeer matige zanger, en bovendien zijn de gekozen liedjes van de singles in kwestie niet zo sterk. Het leukste vind ik nog Brother Can You Spare Me a Dime dat ze onder de naam St.Valentine's Day Massacre uitbrachten. In instrumentaal opzicht is er wel wat te genieten, want vooral jon Lord, orgel (later natuurlijk Deep Purple) en Keef Hartley, drums (later John Mayall) vallen in gunstige zin op, bijvoorbeeld op de twee instrumentals op de epee Jazz in Jeans,
A Taste of Honey (bekend van Herb Alpert) en Our Man Flint.
Daar commercieel succes uitbleef oefende Art Wood de rest van zijn leven het beroep uit van grafisch ontwerper; hij overleed (als ik het goed onthouden heb) in 2006.
Dit album is dus alleen beluisterenswaardig voor sixtiesfanaten, maar zelfs ik draai het zelden.