Dit is meer dan black metal. 'Celestial Lineage', de nieuwe plaat van Wolves in the Throne Room (en tevens de plaat die als introductie diende voor mij om de band te leren kennen) heeft me vanaf de eerste luisterbeurt stevig aangegrepen, en heeft me tot dusver niet losgelaten. Een erg dringende indruk laat het werkje na, niet in het minst door de geheimzinnige sfeer die wordt gecreëerd, en het diepe, ijselijke geschreeuw van de frontman.
Zoals ik ergens in een comment van snarf349 las dat deze vent kan knorren, zo voel ik het ook wel aan. Al is knorren misschien niet het juiste woord, het komt toch dicht in de buurt. Ik hoor een heleboel boosheid en frustratie uit de vocals stromen, hetgeen ook aansluit bij het soms loeiende gitaarwerk en de manische drums. Opener 'Thuja Magus Imperium' trapt verrassend af met een soort van kerkkoor (de Latijnse titel doet dat al vermoeden), maar barst dan toch uit in een geweldige maalstroom van black metal epiek. Bijzonder sterk nummer, dat de klemmende sfeer de hele tijd weet vast te houden. Je kruipt echt naar het puntje van je stoel als je het met koptelefoon luistert, en gaat helemaal loos als je het nummer door de boxen van je stereo laat galmen.
‘Permanent Changes in Consciousness’ is een tussenstukje, en hierin zijn de ambient-invloeden die in het werk van deze Amerikanen verweven zijn, duidelijk hoorbaar. Rustig wordt het begin van ‘Thuja Magus Imperium’ weer benaderd, en bovenal is het eigenlijk niet meer dan een aardig tussenstukje. ‘Subterranean Imitation’ zet in, en je bent meteen vertrokken voor een zevental minuten meeslepende black metal, met alle elementen die ik in de eerste twee alinea’s al besprak.
‘Rainbow Illness’ is dan weer een tussenstukje (weer ambient) waar ik verder niet zo heel veel mee kan. Dan is het vooral wachten tot ‘Woodland Cathedral’ begint, dus. Wanneer die song inzet, besef je toch wel wederom dat dit het wachten waard is geweest, en hoor je weer zang die je in een kerkkoor weleens hoort, ondersteund door een mysterieus, illuster sfeertje. Dit nummer is de perfecte inleiding voor dé topper van dit album, namelijk ‘Astral Blood’. Één brok energie, en dat voel je ook meteen. Een perfecte gitaarlijn, die drumroffel die het nummer helemaal op gang brengt en de maniakale vocalen geven de luisteraar zo’n boost dat ie het gevoel krijgt dat hij muren kan verbrijzelen met de blote hand. Vooral niet proberen!
Neen, geniet liever van dit prachtige nummer, zoals ik dat doe, van de intensiteit en inleving, van de vakbekwaamheid ook. Ik luister dit album vrij vaak als ik ga joggen, en als dit nummer passeert, dan krijg ik altijd een energiestoot van jewelste. Het is altijd erg jammer wanneer het nummer dan gedaan is, want daarna loopt het weer even stroef als anders en word ik plots weer moe.
Niet dat het laatste nummer slecht is of zo, maar het heeft wel erg veel tijd nodig om zich op gang te slepen, zonder echt een beklijvende sfeer of indruk na te laten. Verder is het nummer wat trager en saaier dan zijn manische, geniale voorganger, en dat maakt dat er toch nog een kleine smet komt op de prestatie die Wolves in the Throne Room hier heeft neergezet; een erg sterke black metalplaat, maar toch niet de beste die ik dit jaar al gehoord heb.
4 sterren