Dit is een uitermate boeiende plaat. Zoals aERo al spitsvondig opmerkte, klinkt Giles Corey als het naargeestige broertje van Radical Face. En ik vind de teksten van Radical Face soms al behoorlijk naargeestig. Op zijn debuutalbum presenteert hij ons een melange van bestofte folk, door GYBE! beïnvloede epiek en een zondvloed van emoties. Een niet erg gebruikelijke combinatie, maar ze werkt wonderwel, want ik voel tijdens het kleine uur dat deze plaat lang is, meerdere malen het haar op m’n armen overeind komen; ik schuif meer dan eens naar het puntje van m’n stoel, met de tong halvelings tussen de lippen, innig geconcentreerd om deze aparte muziek zo goed en kwaad als ’t kan te vatten. Althans, een poging daartoe.
De cover van deze plaat vind ik prachtig; grauwe, donkere kleuren, wazige details, waardoor de verbeelding al snel in overdrive gaat. Een waas van rookwolken drijft op de voorgrond, geproduceerd door staalfabrieken, waar de werknemers gebukt gaan onder de tirannie van een hardvochtige fabrieksbaas. Hij draagt altijd een gedeukte hoed en gekreukte vest, en gaat niet naar het theater; dat vindt hij waste of time. De Kerk is in dit asgrauwe stadje nog een instituut met stevige fundamenten, rotsvaste gelovigen en, naast de immense begraafplaats, een brandstapel voor de ketters. De arbeiders wonen in identieke huisjes, overleven soms dagen op water en brood, en vinden dat ze desondanks niet te klagen hebben. Elk gezin heeft minstens 4 kinderen.
Om maar een idee te geven van hetgeen je kunt bedenken, alleen maar door de cover te bestuderen. Uiteraard kan je ook andere kanten opgaan, maar mijn geest vertelt me bij elke cover zijn eigen verhaal, en vandaag zag ik de kans om het eens neer te pennen in bovenstaande paragraaf. Giles Corey preekt op deze plaat voor zijn eigen kerk; hij vreest de dood, maar soms vreest hij het leven nog meer. Dat uit zich in negen songs, de één nog bloedmooier dan de andere. Sterkhouders zijn voor mij ‘Blackest Bile’, een gitzwarte song over de insluiping van de dood, zo meeslepend als maar kan zijn; en ‘No One Is Ever Going to Want Me’, een song zo nijdig dat je na afloop checkt of je niet in je enkels bent gebeten.
Dat dit een apart album is, uit zich in verschillende vormen; ‘Empty Churches’ begint met een sample van Raymond Cass, een wetenschapper bekend van zijn onderzoek op het vlak van paranormale begaafdheid. Hij heeft het over buitenaards leven, en de eerste vermeende tekenen daarvan. Een begeesterend nummer. ‘’I’m Going to Do It!’’ gaat over het uitwissen van de eigen persoon, en ‘Spectral Bride’ is ook een bijzonder intens nummer, met een thematiek die je wit doet wegtrekken. De instrumentatie is fantastisch, en de piano komt precies op het juiste moment invallen.
‘Giles Corey’ is een project van de Amerikaan Dan Barrett, die deel uitmaakt van de obscure band Have a Nice Life. Zijn huidige project is genoemd naar een Amerikaanse boer, die leefde in het koloniale Amerika, en die werd gedood in 1692, tijdens de befaamde Salem witch trials. Markant: hij gaf naar het schijnt geen kik tijdens zijn doodstrijd, wat erg bijzonder was, want de methodes om iemand ter dood te brengen, waren in die tijd bijzonder pijnlijk. De laatste woorden van Giles Corey: “More weight!”.
“Acoustic music from the industrial revolution”, lees ik ergens als onderschrift bij deze plaat. Daar kan ik me in zekere zin wel in vinden; dat metalen geluid klinkt hier wel in door. Toch mogen we niet vergeten dat er ook andere tijdsgewrichten opgezocht worden. De opener gaat volgens mij over de Giles Corey waar ik het in de vorige alinea over had, en lijkt me een soort bekentenis, ruim 300 jaar na datum. “There’s a devil on my back; there’s a devil on my legs; there’s a devil on my chest; there’s a devil on my neck” zingt Corey getormenteerd en quasi krankzinnig. Een poging tot uitdrijving.
De details zitten allemaal als gegoten; zo breekt ‘No One Is Ever Going to Want Me’ fantastisch open met blazers, en het huiveringwekkende zinnetje “I want to feel like I feel when I’m asleep’ wordt als een mantra uitgespuwd. Dit is een bijzonder intense plaat, met verschillende gezichten, en niet iedereen zal dit goed vinden, neem ik aan. Maar wat Dan Barrett hier doet, is zijn beslijkte ziel blootleggen. Hopend op verlichting. Hopend op hoop.
4 sterren