Waar het Engelse debuut voornamelijk bestond uit de liveset van de band, was deze plaat meer een project waar speciaal over nagedacht zou zijn. Ik weet niet door wie, want zo spannend is dit niet. Voor Manfred Mann regende het in deze tijd hits als 'Come Tomorrow', 'The One in the Middle', en Dylan-covers als 'If You Gotta Go, Go Now'. Al dat spul is uitgebracht op EPs of als losse singel, maar waarom niet op de albums? De jaren 60 waren een andere tijd, dat realiseer ik me, en ik snap er niet veel van hoe de labels, managers, en muzikanten daar dachten. De Amerikaanse albums kennen die hits namelijk wel en bevatten zelfs tracks die in Engeland niet zijn uitgebracht, naar het lijkt.
Goed, goed, maar wat hebben we dan wel? Echt slecht is het nergens. Ten opzichte van het vorige album is er een verschuiving bezig naar wat meer pop, en de jazz en r'nb invloeden verschuiven iets naar de achtergrond. Een blij ei van een nummer als 'Hi Lili, Hi Lo' is een zwakker nummer van de band, maar op dit album schudt het je even wakker tussen de slaperige uitvoeringen van bluesklassiekers als 'Stormy Monday Blues'. Ook de opener 'Since I Don't Have You' is door andere bands gewoon beter gebracht. Zelfgeschreven composities als 'Bare Hugg' of 'L.S.D.' zijn niet vervelend, maar halen het weer niet bij 'Mr. Anello' of '5-4-3-2-1'. De 39 minuten voelen lang en eentonig aan, en met zo'n opzwepend genre als waar Manfred Mann zich in bevonden is dat nergens voor nodig.