Het derde album van deze Touarag band, door sommigen gezien als een kloon van Tinariwen. Maar dat is geheel misplaatst al hebben ze overeenkomsten en soms ook dezelfde leden. Desalniettemin heeft Terakaft toch wel een eigen geluid. Tinariwen is ruiger, harder, Terakaft vind ik soms wat subtieler. Op deze plaat staan weer heel wat pareltjes. Het eerste nummer begint redelijk ruig, maar daarna volgen er ook wat rustige nummers. Soms lijkt het ritme dat van een kameel door de Sahara. De zang vind ik persoonlijk beter dan bij Tinariwen en ook de bas speelt een prominentere rol. Teksten zijn in de eigen taal, maar moeten bijzonder politiek geladen zijn. Hier spelen verzetslui, strijders voor land voor de Touareg mensen. Natuurlijk voert hier ook de hypnotiserende desert blues een belangrijke rol, het vraag en antwoord achtige gezang, ritmisch handklappen en op zijn tijd een bedwelmende gitaar solo.
De enige kritek die je kunt hebben is dat de nummers voor dit soort muziek wel erg kort zijn. Voor mij hadden sommige nummers veel langer mogen duren, je hebt het gevoel dat je net langzaam in trance geraakt en dan start het andere nummer weer. Aan de andere kant zorgt dat wel voor wat afwisseling. Al met al een mooi desert blues album van deze vrijheids strijders die hun strijd met muziek voeren. En een band die echt uit de schaduw kan treden van Tinariwen en Tamikrest om twee andere grote bands uit dezelfde regio te noemen.