Ik had dit album tot vanochtend nog nooit gehoord. Maar ik heb de voorganger (Winds of change) laatst in huis gehaald en die vind ik verrassend sterk. Dus dan wil ik het album erna en ervoor ook altijd even checken. Gewoon om te kijken welke weg een band bewandeld. Anyway, dit Nuclear furniture past heel logisch in het geluid dat de band (onder diverse namen) ontwikkeld. Freedom at point zero en Winds of change bevatten heerlijke melodic rock dan wel AOR met af en toe licht progressieve trekjes. Zoals die destijds (eind jaren 70 begin jaren 80) volop werd gemaakt in met name Amerika. Nuclear furniture gaat een stapje verder en heeft een wat dominantere plek voor de synths. Maar nog (lang) niet zo prominent als op het album wat hierna komt; Knee deep in the hoopla met daarop de hits We built this city en Sara. Daar gaan ze zelfs voor mij (veel) te ver qua sound en productie en halen ze alle vorm van 'leven' uit de nummers. Maar goed, op dit Nuclear furniture is dat dus nog niet het geval. En daardoor valt dit album nog precies aan de goede kant van de score voor mij. De gitaren mogen nog precies genoeg ronken. De synths dan wel keyboards zijn zeker aanwezig maar nog niet irritant overdadig. Al met al is dit album een logische volgende stap als je de albums op volgorde draait. Maar ja, het leverde de band geen hits op en dus moest het te ver doorgedreven worden. Met als gevolg dat na dit album de hits kwamen maar de albums op zich niks meer voorstelden. Pas met Love among the canibals revancheerde de band zich weer enigszins en keerden ze terug naar een (iets) meer gitaargerichte aanpak.