Fenris Kindir is een tegenvaller geworden. De mythische wolf aan welke het album is opgedragen, heeft zijn vervaarlijke kaken onverbiddelijk op ongewenste plekken in de mastertapes van Arckanum weten te zetten. De aparte mix is even wennen, maar dat gaat nog. Sterker nog: ik vind dat wel gaaf gedaan. Het heeft weeral de vibe van de vroege jaren 90 met toch de nodige aandacht voor productionele en muzikale details. Daarnaast schuurt het album links en rechts er best lekker op los.
De vele intermezzo's halen te pas en te onpas de vaart uit het geheel en dat is zo erg dat het gewoon vervelend wordt. Die Shamaatae lijkt totaal geen gevoel te hebben voor spanningsopbouw. Net als de adrenaline begint te gieren komt er weer zo'n duivels grafriedeltje en een hese Bor de Wolf met het oplepelen van zogenaamde onheilsprofetieën. Dat is aardig in het intro, maar niet steeds tussendoor.
Scheer je weg Shamaatae! Terug naar je wolvenhol en kom er maar weer uit als je wel weer denkt een album lang te kunnen boeien.