Die laatste twee nummers zijn wel goed hoor. Als ik niet beter wist, zou ik zeggen dat DM Stith naar een compositie als Yume Wa Hibi Genki Ni Shin de Yuku heeft geluisterd. Ik heb Tomokawa ook zelden muzikaal zo ambitieus gehoord als op dit werk. Tuurlijk, hij schreeuwt weer rustig zijn frustraties eruit in het nummer, maar het nummer zelf is haast avant-gardistisch en postmodern. Dat komt vooral door de combinatie instrumenten, daar ik een niet bijzonder gestemde gitaar hoor, een lage contrabas, een pianist die zich isoleert in zijn eigen disjuncte spel en later ad decorum een violist. Die combinatie blijkt goed te werken en klinkt ontzettend dissonant met een krachtige, woeste ritmiek en expressiviteit met de ene noot die al slepend naar de volgende trekt.
De rest is eigenlijk een herhaling van zetten voor de Tomokawa-kenners. Expressieve contemporaine folk die eigenlijk altijd als een protest tegen weet ik veel wat klinkt. Blijft fijn, edoch.