Dit was een jaar of drie terug één van mijn meest geliefde albums.
Nu snap ik pas waarom.
Waar ik toen nog totaal niet door had hoé goed er gespeeld werd, maar ik blijkbaar wel een verdomd goed oor had om die hoogstandjes goed te kunnen plaatsen, kan ik nu, met die drie jaar ervaring, wel goed inschatten waar dit album écht staat.
Dat 't album lekker agressief en snel klikt werd hier eerder terecht benoemd, maar 't album is ook nog eens technisch behoorlijk hoogstaand, met fantastische riffs, hier en daar wat heerlijke wankery en een absoluut gestoord goede drummer. - Let bijvoorbeeld eens goed op bij 't nummer Dead Man's Diary. Die dubbelbass rond de vier minuten zijn zo ontzettend snel. En dan ook daar nog eens variatie in aanbrengen. Heerlijk.
De lyrics zijn ook goed. Geen onnozele kwaadheid tegenover een "iemand" (You), maar gewoon verhalend en vaak lekker abstract.
Verder zijn er twee afwijkende nummers, beide te scharen onder de klassieke muziek, alhoewel zeer kort: "In Articulo Mortis" en "Ego Intuo et Servo Te" - Ze zijn even wennen, maar nooit storend.
Rest alleen nog de vocals. Hier en daar zijn er wat variaties (Break the Cycle) maar over het algemeen is 't vrijwel over de gehele plaat 't zelfde. - Is dat storend? Welnee. Stéphane Paré kan lekker ruig grunten, en (voor sommige toch niet onbelangrijk) blijft altijd verstaanbaar.