Dat dit album er überhaupt is gekomen mag met recht een wonder heten. Walter Trout worstelt al enige tijd met zijn gezondheid en naar ik heb begrepen hebben ze de beste man voor de dood weggehaald. Een sterk verzwakte en vermagerde Trout heeft toch nog ergens de energie gevonden om ”The Blues Came Callin’” op te nemen. Hij moet hebben gedacht dat dit wel eens zijn laatste wapenfeit zou kunnen zijn en hij speelt letterlijk en figuurlijk of zijn leven er vanaf hangt. ”The Blues Came Callin’” staat bol van het meeslepende en indringende gitaarspel zoals we dat van Trout gewend zijn. Van zijn slechte gezondheid is trouwens nauwelijks iets merkbaar, want zijn gitaarspel is vlammend, maar ook warm en gloedvol. Dat laatste met name in een aantal prachtige slowblues liedjes. Je zou kunnen zeggen dat zijn stem wellicht iets minder krachtig is, maar dat is nauwelijks hoorbaar. Verwijzingen naar zijn ziekte zijn er o.a. op ”Wastin’ Away”, ”The Bottom of the River” en ”Hard Time”. De J.B. Lenoir klassieker ”The Whale Have Swallowed Me” krijgt een mooie bewerking, en het is er weer eentje die totaal anders is dan andere versies die ik ken. Het afsluitende ”Nobody Moves Me Like You Do” is een ode van Walter aan zijn vrouw Marie voor al haar steun tijdens zijn ziekte. Het is een prachtige slowblues met geweldig mooi gitaarspel, een echte tranentrekker. Mocht ”The Blues Came Callin’” inderdaad het laatste album van Trout zijn, dan is het een ouderwets goed bluesrockalbum geworden, waar Trout met recht trots op mag zijn. Wellicht een waardig afscheid, maar hopelijk de opmaat voor nog meer.