The Blues Magoos (een misleidende naam, want ze hadden meer te maken met psychedelische muziek dan blues) kwamen uit Greenwich Village, New York. Hun eerste single voor het label Mercury, We Ain't Got Nothing Yet haalde eind 1966 de top-5 van de Amerikaanse hitparade. Op dat moment waren ze één van de hipste bands in heel de VS. Ze werden zelfs aanzien als pioniers van de nieuwe richting die rock/popmuziek zou uitgaan. Maar in het voorjaar van 1967, toen er weer een nieuwe lading bands opkwamen, waaronder The Doors, werden ze aanzien als meelopers, en dat terwijl zij zich al 'psychedelisch' noemden voordat de meeste West-Coast bands dat deden. Op het podium droegen ze speciale psychedelische kostuums en gebruikten ze lichtgevende lava-lampen en speelden ze lange nummers met feedback, echo's en andere geluidseffecten.
Vandaag worden de Blues Magoos jammerlijk onderschat. Ze passen moeilijk in een hokje (garage? psychedelische rock? folk-rock?), ze hebben spijtig genoeg ook geen cult-status zoals andere bands (bijvoorbeeld the Electric Prunes), ze worden vaak ten onrechte aanzien als one-hit-wonders. Hun sound was nochtans modern and anders dan de rest, maar ze waren geen underground-band want daarvoor waren ze teveel te zien op TV en in magazines. Maar voor een paar maanden waren ze de coolste band in de VS.
De sleeve notes van deze LP:
"Here is the debut of the newest and most exciting group in the last five years. the Blues Magoos represent the biggest single departure of conventional music form today. Thousands of you who have seen them perform and who have made this album possible, know very well that the Blues Magoos are the foundation of the new music revolution. For those who have not as yet experienced the 'psychedelic' sounds, we invite you to listen and become a part of the re-creation."
Erg pretentieus maar het geeft een goed beeld van waar de band voor stond.
Psychedelic Lollipop was de debuutplaat van the Blues Magoos. Het bereikte net niet de top-20 in de VS. De plaat opent met de grote hit We Ain't Got Nothing Yet, een fantastisch nummer, gebouwd rond Ronnie Gilbert's basslijn. Het volgende nummer, Love Seems Doomed is een troosteloze maar prachtige liefdesballad, compleet met theremin-geluiden. Fans merkten al snel de verborgen boodschap in de initialen op (maanden voor 'Lucy in the Sky with Diamonds'). D. Loudermilk's Tobacco Road is het nummer dat The Blues Magoos het beste weergeeft, het was vaak de afsluiter op hun optredens en duurde dan ook meestal drie maal zo lang als de studio-opname. Mike Esposito steelt hier de show, met zijn gitaareffecten (hij hield er van om te experimenteren met zijn gitaar en echoplex). Syd Barrett zou veel van die dingen gebruiken voor the Pink Floyd. Queen of My Nights is het volgende nummer, dat gedragen wordt door Ralph Scala's zang. De song werd geschreven door David Blue, een folkzanger uit Greenwich Village. Peppy Thielhelm neemt de zang voor zijn rekening in hun versie van James Brown's I'll Go Crazy, een uistekende cover. Het zesde nummer is Gotta Get Away, dat door de zang van Ronnie en de waanzinnige "Hey-hey, hey-hey" switch-offs een grote punk-attitude meekrijgt. 60s garage op z'n best! Sometimes I Think About is dan weer een oude traditionele blues-song (ook bekend als 'Willie Jean'), waarin Mike's echoplex het nummer een space-achtig gevoel geeft. Peppy neemt de zang voor zijn rekening en zingt als 16-jarige punk uit de Bronx over "dem good ol' days down on the ol' cotton farm". One by One, een persoonlijke favoriet, toont dan weer dat de band meer dan in staat was om zeer catchy popnummers te schrijven. Het zou later nog uitgebracht worden op single en een kleine hit worden. Worried Life Blues is dan weer een erg goed blues-nummer in de stijl van The Animals, met Peppy weer als zanger. She's Coming Home met zijn climax en typische Blues Magoos-sound, is de afsluiter van dit geweldig album. Een plaat die ik zeer graag en zeer regelmatig draai.