Sinds Macabre hadden alle albums van Dir en grey één ding gemeen: ze waren harder of op zijn minst donkerder dan hun voorganger, Arche maakt een einde aan dit patroon. Voordat Arche uitkwam zei gitarist Kaoru (het muzikale brein van Dir en grey) dat het een minder zwaar album zou worden, en dat was geen leugen, maar fans die een
easy listening plaat verwachtten kregen de deksel op hun neus. Arche ligt behoorlijk zwaar op de maag, dat komt deels doordat lang niet alle nummers een popstructuur hebben, ook de vele stemmingswisselingen dragen daar aan bij. Op Dum Spiro Spero vlogen zowel zanger Kyo en gitaristen Kaoru en Die alle kanten op, van clean naar death metal. Op Arche zijn de overgangen wat subtieler, en het zijn er minder, maar het scala van sferen is veel breder. Daarnaast drukt de band op Arche een gevoel uit dat verder maar zelden te vinden is in zijn discografie, en daardoor des te harder aankomt: een soort gelatenheid.
Ik zie dat ik hierboven heb geschreven dat Dir en grey op Arche de stijl van Dum Spiro Spero koppelt aan die van Missa en Gauze. Ik zou het nu niet meer zo verwoorden, maar toch zit er wel wat in. Net als op Dum Spiro Spero maakt de band hier nog steeds gebruik van gitaren met zeven snaren. Wat de gelijkenis met Gauze betreft: dat ligt aan een riff in
Un Deux, die sterk doet denken aan een riff in
Yurameki. Ik ben benieuwd of luisteraars die het 'oude' Dir en grey niet kennen de gelijkenis ook horen, laat het vooral weten!
Net als Dum Spiro Spero is Arche een album dat het vooral van zijn geheel moet hebben. Op singles
Rinkaku en
Sustain the Untruth na is het lastig om nummers aan te wijzen die er echt uitspringen. De bandleden die er op Arche uitspringen aanwijzen is makkelijker: Kyo en Die. Zowel de grunts en screams als de cleane zang van Kyo klinken fantastisch, misschien nog wel beter dan op Uroboros. Zoals Wizard terecht opmerkt klinkt Arche minder metal dan Dum Spiro Spero, en dat is precies wat Die de kans geeft om op deze plaat te schijnen. Die is eigenlijk nooit een metalgitarist geweest, eerder een popgitarist. Op Arche krijgt hij ruim baan om cleane akkoorden te spelen, en hij weet echt iets moois neer te zetten. De dromerige laatste minuut van
Phenomenon is prachtig.
In zo'n tekstmuur als deze mogen kritische noten niet ontbreken:
The Inferno klinkt als een afdankertje van Dum Spiro Spero en hadden ze beter niet op deze plaat kunnen zetten, en al helemaal niet ten koste van het het tot bonustrack gedegradeerde
Tefu Tefu. Het grootste probleem van Arche is vooral dat de nummers op zich niet zo pakkend zijn en maar met moeite blijven hangen. Ik heb Arche zat keren beluisterd, heb concertopnames beluisterd waarop Dir en grey de plaat integraal speelt en heb ook een concert bijgewoond waarin Arche centraal stond. Toch lukt het mij nog steeds niet altijd om nummers uit elkaar te houden zonder op de tracklist te spieken. Wellicht is dit gebrek aan pakkende nummers de reden dat het internationaal een beetje stil is geworden rond Dir en grey. Hopelijk kan het volgende album, dat nu in de maak is, daar verandering in brengen.
Tot slot nog een luistertip:
deze cover maakt duidelijk wat een schoonheid er in het op het eerste gehoor nogal hysterische
Uroko schuilt.