Wonderlijk moderne retro
Amper een jaar na hun fantastische debuut
Mother's daughter and other songs heeft tweemansband Tunng alweer een nieuwe plaat uitgebracht. En opnieuw weten Sam Genders en Mike Lindsay zo'n magische sfeer vast te leggen. Hun muziekstijl wordt meestal aangeduid als folktronica en die term is de duidelijkste karakterisering van hun muziek: folky zang en liedstructuren gecombineerd met wonderlijke electronica.
Tunng klinkt mystiek, sprookjesachtig, spacy, maar die moderne sferen worden gecombineerd met heel klassieke zang. Niet voor niets noem ik Simon & Garfunkel en The Notwist als referenties. Het is alsof je heel klassieke pop/folk mengt met electronica. Vooral de zang van Tunng heeft die bijzondere klank die samenzang in de Simon & Garfunkel-sfeer kan hebben. Twee stemmen die samen optellen tot meer dan twee. De zang klinkt als een mini-koor, bijna devoot en sacraal. Daardoor heen mengen de mannen van Tunng de meest wonderlijke bliepjes, drummetjes en samples van stemmen.
De verwondering die er vorig jaar nog was, valt nu een beetje weg. De nieuwigheid is er wel af. Maar dat neemt niet weg dat Tunng weer een zeer sterke plaat heeft gemaakt. Helaas is Tunng niet in staat te ontroeren, zoals bijvoorbeeld The Notwist wel kan, ondanks hun veelgebruikte electronica. Tunng blijft meer op afstand, maar behoudt daardoor wel dat mystieke en ongrijpbare. En tussen al die moeilijk grijpbare liedjes staan wederom beeldschone pareltjes, zoals
Jenny again. Hoe vreemd en wonderlijk zo'n liedje ook mag klinken, door die rariteiten heen klinkt een verrekt goed liedje.
Het blijft onbegrijpelijk hoe de heren van Tunng dit weer voor elkaar krijgen. Alle moderne geluidjes verzekeren je ervan dat dit muziek van hier en nu is, maar tegelijkertijd is het zo retro als het maar zijn kan. Dit kan zo uit de jaren zestig komen, alleen hadden muzikanten toen al die electronica nog niet tot hun beschikking. Zo ontstaat een interessante botsting van twee geluiden, twee gevoelens die hun muziek de juiste spanning bezorgt. Voor die spanning heeft Tunng weinig hulpgrepen nodig. Geen bombast, geen snerende gitaren, de mix van ingrediënten doet hier automatisch zijn vervreemdende werk.