Het nieuwe album van Seal heet 7. Is dat omdat dit zijn zevende album is? Het antwoord op die vraag is ja en nee. Nee, als je ook de twee coveralbums Soul meetelt en ja als je die dus niet meetelt. Hijzelf blijkt het laatste doen. Een zanger die vooral in zijn beginperiode prachtige muziek heeft gemaakt. Muziek die vaak stond met goede producties, maar toch ook vooral wel dat heel herkenbare en warme stemgeluid van Seal. Een stemgeluid dat ons via opener Daylight Saving meteen in een warm bad doet belanden. Wat is zijn stem toch goed, vooral op mooie songs als deze. Jammer is dan ook weer te noemen dat die mooie stem geleend wordt voor een verder niet al te boeiend nummer als Every Time I’m With You. Het kan veel beter met deze Brit.
Dat kan ik ook meteen zeggen over het dancy Life on the DAnce Floor. Seal probeert via de vocalen nog energie aan het nummer te geven, maar dat gebeurd maar half. Halfslachtig als Padded Cell ook wel is. Is dit nu een schaamteloze kopieeractie om het succes van Killer en/of Crazy te doen evenaren? In ieder geval is het een mislukte poging.
Gelukkig is Do You Ever dan nog wel redelijk aanstekelijk en het zoetsappige The Big Love Has Died is ook best mooi, maar overal bekruipt mij toch wel het gevoel dat de prachtige stem van Seal voor veel betere songs gebruikt moet worden. Een niemendalletje als het poppy Redzone Killer bewijst dat andermaal. En zelfs binnen het album slaan ze aan het kopiëren met Manoscow, die precies hetzelfde idee als voorgaande nummer heeft.
We worden tegen het einde van het album nog even in slaap gesust met Half a Heart. Maar met Let Yourself horen we dan een Seal-song ten voete uit. Al heeft hij ook dit al eens veel beter gedaan. Om het geheel romantisch af te sluiten via Love.
De middelmaat regeert toch wel op dit nieuwe album van Seal. Zijn stem verdient op productioneel vlak veel sterkere songs. Een gemiste kans is het zeker.
(bron:
Opus de Soul)