Weer een behoorlijk hoog middle of the road gehalte op deze deel 11 uit 1976.
De goede nummers zijn van Nazareth (wederom een cover wat de opvolger moest worden van de nummer-1 hit Love Hurts, maar bleef in de tipparade steken), The Ritchie Family (blijft een leuk disconummer, deze part 2 is een soort medley) en van Leo Sayer, die echter langzaam afzakt naar een middle of the road niveau, al is dat hier nog net niet.
Het nummer van James & Bobby Purify is ook aardig, een zoet soulnummer met strijkers, waarbij je denkt: o, ja die kan ik ook nog.
Het nummer van Rob de Nijs is een goede cover van Claude-Michel Schonberg.
Barry White doet gewoon weer zijn ding (zwetende softsatijnsoul) en zijn Love Unlimited Orchestra ook.
Laat je Gaan van Telkamp en Alberti is een cover van Che Sara bekend van Jose Feliciano en geschikt voor crematies.
Frida Boccara (wie kent haar nog?) een echte Franse chanson natuurlijk.
Trinity (vergeten groepje) met een onopgemerkt disco/pop-nummertje.
De sonore, donkerbruin zingende Kamahl moet je van houden. Deze van veel liefdadigheidsacties bekende Australische zanger bevindt zich meestal op het midden van de weg, maar heeft ontegenzeglijk een prachtige stem.
Dieptepunten hier zijn Big Mouth en Little Eve en Corry Konings.
Once Upon A Time In The West (ja, inderdaad die) is van het project Strings by Candlelight van het Orkest Harry van Hoof en Piet Souer op gitaar.
Nou vooruit, 2*