Nu nog een 3,5 * maar ik sluit niet uit dat KIN naar 4 kan stijgen. Eigenlijk voor het eerst sinds 'Eye To The Telescope' hoor ik een KT Tunstall die op zoek is naar het perfecte popliedje en zich niet laat afleiden door het randgebeuren of artistieke ambities.
Dat klinkt heel overtuigend hierboven, maar bij het zien van de hoes en de klanken van het eerste nummer ging ik van schrik naar angst. Wat is ze aan het doen? Op dat moment was ik het volledig eens met
popdroidmusic en dacht ik dat het opnieuw een matig album zou worden. Een waar ik niet meer dan een half keer naar hoef te luisteren, zoals de vorige twee. Gelukkig brak de zon al snel door. Vanaf het tweede nummer vindt KT Tunstall haar stem op dit album en weet telkens de weg naar de betere popsong te vinden, zo niet iedere afslag naar perfectie te vinden. Glad? Wellicht, maar daarvoor klinkt het te organisch. Daarvoor is de akoestische gitaar, de basis van dit album, te dominant. Op een gegeven moment benadert ze de perfectie van Fountains of Wayne, zoals nu te horen op 'Look Park'. Dat is een compliment volgens mijn standaard.
Het is nu nog afwachten hoe het album zich ontwikkeld. Nee, een 'Universe & Me' noch een 'The Other Side Of The World', twee van de beste ballads ooit gemaakt, staan op KIN. Wel vele andere pareltjes die zich behoorlijk aan me hebben opgedrongen. Ik ben heel benieuwd waar dit avontuur gaat eindigen.
Het hele verhaal staat
hier op WoNo Magazine.