Mr_White schreef:
Een van de beste concept albums aller tijden. Sticky Fingaz heeft hier echt iets ongelooflijks neergezet. De opening van het album is perfect (ligt ook het dichtste bij zijn Onyx roots) maar het hoogtepunt is toch well State Vs. Kirk Jones. Beter dan die track vind je het niet.
Eens.
De eerste drie tracks zijn de ideale openers voor een Sticky Fingaz album, en passen ook nog eens in het verhaal. De sfeer wordt gelijk neergezet: de hoofdpersoon is een loose cannon. Heerlijk hoe Come On opent met die sample en hoe dan die beat erin knalt. "Oh you ain't know? Sticky Fingaz went solo, ... Deze nummers doen inderdaad het meest denken aan de Onyx stijl, maar Sticky laat met elke line zien wat voor een doeltreffende lyricist hij is.
Het tweede kwart van het album is het hart van het verhaal, met een ijzersterke serie tracks:
Op Money Talks transformeert Sticky Fingaz zichzelf in de almachtige dollar. Een concept track vanuit een verrassend perspectief a la Organized Konfusion, uitstekend uitgewerkt en geschreven.
Why is de tragikomische actiescène waarin de belangrijkste plotwending zich ontvouwt. De dialoog is werkelijk geniaal hier, een aaneenschakeling van onbetaalbare lines.
Oh My God is een track waarop hij met twee stemhoogtes (a la Slick Rick, Biggie, Redman en DMX) een conversatie tussen twee karakters neerzet, in dit geval met de Almachtige Alpha & Omega zelf. DMX heeft eenzelfde soort conversatie met God natuurlijk al vaker gedaan op zijn albums, met een wat meer spirituele insteek. Bij Sticky zie je duidelijk dat hij minder met religie heeft, maar het levert mijns inziens een betere track op, zijn vragen worden op geniale wijze beantwoord.
Dan de centrale song en het hoogtepunt van het album: State vs. Kirk Jones. Ik vraag me af of Sticky Fingaz alle lines geschreven heeft op dit nummer, of dat de gast MC's ook meegeschreven hebben. De interactie tussen rechter Rah Digga, aanklager Canibus, raadsman Redman en alle getuigen is een schitterend samenspel tussen het charisma van de uitstekend gecaste karakters en sterk geschreven teksten.
Het derde kwart van het album begint
in de gevangenis. Op Baby Brother horen we het telefoongesprek tussen Kirk Jones en zijn broertje (ook gespeeld door Sticky, met hogere stem). Broertje wil niet luisteren naar grote broer, die goed bedoelde adviezen geeft maar zelf natuurlijk ook geen goed voorbeeld is. Jammer van het R&B refrein, niet ieders smaak helaas, maar niet zodanig storend dat het een skipper is.
Ook hier een aantal hele leuke concept tracks, op Cheatin, Ghetto en What If I Was White komt de humoristische kant van Sticky het meest naar boven. Toch sluipt de vaart een beetje uit het verhaal: Sticky Fingaz pakt telkens een onderwerp dat steeds minder met de chronologische gebeurtenissen te maken heeft. Bonuspunten voor de Redman-achtige skit
waarin een blanke yuppie wiet probeert te kopen bij Kirk Jones (inmiddels weer op vrije voeten), die eerst onwillig de zaak af probeert te houden (nee man, rot op, misschien ben je wel een smeris) maar vervolgens besluit de koper te beroven.
Het vierde kwart van het album is verreweg het zwakst. Het verhaal gaat nergens meer heen, de nummers voegen niets meer toe.
Kirk Jones verliest zijn haren maar niet zijn hustle, en in de outro van track 19 gaat hij met guns blazing zijn einde tegemoet.
Een iets meer overkoepelende visie en een iets meer uitgekiende sequencing had de spanningsboog in de verhaallijn kunnen verbeteren, in vergelijking met Prince Paul's A Prince Among Thieves verliest Black Trash het hier ruimschoots, hoewel dat album zich ook een beetje naar het einde sleept op de laatste paar skits en tracks. Dat was dan ook echt het werk van een producer, een specialist in skits en albums met een verhaallijn.
Sticky Fingaz is echter een ras-MC, en een behoorlijk ondergewaardeerde ook. Het verhalende kader hier dwingt hem tot doelgericht schrijven, en dat levert een reeks van mooi uitgewerkte concepten, metaforen en storytelling tracks op.