"If a cheated man’s a loser, and a cheater never wins / If beggars can’t be choosers ’til they are weak and wealthy men.”
't Is jammer dat na zijn twee eerste albums Kris Kristofferson geen meesterwerk meer heeft gemaakt. Niettemin is er op ieder album wel één of meerdere nummers te vinden die een pareltje in zijn soort vormen. In dit geval is het het titelnummer Who’s to Bless and Who’s to Blame vanwege zijn prachtige tekst en melodie. Eerlijkheidshalve moet ik wel toegeven dat de versie van zijn toenmalige vrouw Rita Coolidge, die twee jaar later verscheen, nog veel mooier is. Zij maakt er haast een bluesachtige, soul-volle versie van waardoor het nummer nóg mooier uit de verf komt, al ligt het ook deels aan de warmte van haar stem. Toch is Kris zijn versie ook ontzettend mooi, en blijft deze voor mij één van zijn besten.
Het schijnt dat hij rond deze tijd wat naar de achtergrond viel als zanger, hij had immers in tijden geen propere hit gescoord, en daardoor tref je hier een tweetal zeer pakkende liedjes aan. Beiden van het soort om in de Amerikaanse country hitlijst te belanden, iets wat nooit gebeurde overigens. Ik heb het over The Year 2000 Minus 25 en ook Don’t Cuss the Fiddle. Beiden hebben een sterke melodie en een simpel refrein die na één beluistering al goed weet te beklijven. Naast deze twee is er nog één ander uptempo nummer te vinden, Rocket to Stardom, maar ik vind het een saai en misplaatst nummer. De circusachtige instrumentatie past niet mooi tussen de rest, en dat zorgt voor een afbreuk van de sfeer.
De overige nummers, allemaal ballads dus, zijn op zich nog niet zo slecht en zijn prima geschreven. Met name het chanson-esque Stranger is beslist één van mooiste nummers op dit album, en ook het sfeervolle en ruim acht-minuut-durende Silver (The Hunger) mag er zijn (ook vooral het stukje van het neuriënde achtergrondkoor aan het begin en eind zorgt bij mij voor kippenvel). Het is jammer dat hij op momenten knettervals zingt, dat maakt het allemaal toch best wel een stuk minder genietbaar. Ik vind overigens wel dat het achtergrondkoortje zorgt voor meerwaarde, wat mij betreft waren ze nóg meer op de voorgrond komen te staan. Voor de rest een degelijk album, maar helaas zeker niet meer dan dat.