Werd ik zopas met verstomming geslagen door het krachtige en lyrische spel van Stańko op
Astigmatic waardoor een album van hem luisteren een must werd.
'First Song' - geweldig droge titel voor een openingsnummer, daartegenover staan de solo's van de beide Thomasz die gekenmerkt worden door een intensiteit die free jazz van de bovenste plank typeert - met name de combinatie tussen het opzoeken van grenzen en het toch nog melodieus houden is ronduit prachtig.
Ik denk dat ik zelden twee blazers zo door elkaar heen heb horen spelen als op 'Num' - wat een chemie! Op 'Tale' en 'Duet' neemt Stańko het blaaswerk voor eigen rekening waardoor we ook het rustigere en tragere aspect van zijn spel mogen bewonderen. 'Balladyna' zou zo bij een abstract theaterstuk kunnen gespeeld worden, apart maar bijzonder aangenaam - een vorm van kille melancholie, alsof het gevoelskenmerk haast op een stoïcijnse wijze ontbreekt. Geen idee waarom 'Last Song' niet het laatste nummer is, maar die lijn van het eerste nummer wordt daar geweldig voortgezet aan een gemoedelijker tempo - hier en daar nog een laatste uitbarsting als voorlaatste wapenfeit. 'Nenaliina' valt voornamelijk op door het erg aardige, rustige, diepe samenspel waarbij Vesala op de voorgrond treedt, het laatste puzzelstuk dat voorheen nog ontbrak.
En zo valt er over elk nummer iets positiefs op te merken. Een geweldig kwartet waarbij Holland en Vesala ook zeker vermeld mogen worden en zich van hun sterke kant laten horen. Maar het zijn voornamelijk Stańko en Szukalski die de sterren van de hemel spelen -