Geen vleesch, geen visch deze plaat. De meeste nummers kabbelen maar voort, zonder punt, zonder een memorabel moment. Nergens maar dan ook echt nergens komt Josh Rouse in de buurt van zijn, in mijn ogen, meesterwerk 'Nashville'.
In 'Businessman' zingt hij dat hij 24 uur per dag onderweg is. In feite geeft hij hier aan dat de muzikant die iets over wil houden aan zijn werk in tijden van Spotify en The Pirate Bay als een businessman moet denken, handelen en muziek maken. De wrange ironie is dat dit natuurlijk altijd zo geweest is, zoals vele muzikanten tot hun schade en schande hebben ontdekt door de jaren heen.
Rouse lijkt gebaat bij iets mee muzikant en iets minder zakenman, want het klinkt allemaal wel heel klinisch en koud. Weliswaar begint het album hoopvol met het up tempo 'Salton Sea', maar daarna zakt het in. Met name het elektronische, synthetische deel van de muziek staat me redelijk tegen. Helemaal aan het einde mag dan eindelijk een stuk emotie doorbreken. Een heuse gitaarsolo en een piano die even los mag en dan is het over. Het is dan ook meteen het leukste nummer van het album.
Nee, ik zal dit niet heel vaak meer spelen. Misschien tijdens een etentje op de niet hinderlijke achtergrond of 's avonds heel laat. Ik zet 'Nashville' nog maar eens op.
Het hele verhaal staat
hier op WoNoBlog.