Aangezet door het
Metal album van de week topic ben ik op zoek gegaan naar een album wat wel meer aandacht verdient. En wat een verrassing! Ik heb gekozen voor deze plaat van Aghora.
Laten we maar beginnen bij het begin. In 1995 werd de band opgericht in Miami, Florida door Santiago Dobles(gitarist). U zegt jaren negentig, metal en Florida? Inderdaad, begin jaren negentig was er een zeer actieve scene daar die ook wel
Florida death metal wordt genoemd. Die stroming kenmerkte zich grotendeels door technische death metal die raakvlakken had met jazz en progressive rock. De bekendste naam is natuurlijk Death en andere namen zijn onder andere Morbid Angel, Atheist en Cynic. Wat ons weer brengt bij Aghora. Op de debuutplaat uit 2000 spelen namelijk onder andere Sean Malone(bassis, Cynic) en Sean Reinert(drummer, Cynic en Death ten tijde van Human). Het kon dan ook niet anders of Aghora is sterk door bovengenoemde bands beinvloed. Toch past het geluid van Aghora niet helemaal in het rijtje. Er wordt gebruik gemaakt van vrouwelijke zang ipv grunts of geschreeuw en het geheel wordt overgoten met een oosters sausje.
Tussen het debuut en deze plaat zijn er flink wat wisselingen in de lijst van bandleden geweest. Eigenlijk is alleen bandleider Dobles nog over en Reinert drumt nog op een aantal nummers. Wat meteen opvalt is dat dit album wat harder en meer metal klinkt. De gitaren zijn veel duidelijker aanwezig en de bass en drums zijn wat naar achteren geschoven. Diana Serra, de nieuwe zangeres heeft een iets aangenamere stem dan haar voorganger. Het geheel is wat toegankelijker dan het debuut.
De grote man achter de band is dus Santiago Dobles. Naast het gitaarwerk is hij verantwoordelijk voor de spirituele insteek en schrijft hij een aantal teksten. Hij is erg bezig met oosterste religies als het hindoeïsme en boeddhisme en doet aan meditatie en vechtsporten. De naam Aghora komt dan ook uit het hindoeïsme. Het is een vorm van een god en de Aghori zijn een religieuze sekte. Dit album is heeft overigens vooral Tibetaanse invloeden. Dat kan allemaal misschien erg zweverig klinken maar ik vind het wel interessant en het resulteert in ieder geval in leuke muziek.
Het instrumentale Lotus geeft meteen aan dat dit niet een doorsnee metalplaat is. Een rustig intro met oosterse klanken, helder percussiewerk en een flamencogitaar ingespeeld door een gastmuzikant. Het zet meteen de spirituele sfeer van het album.
Dan beginnen de gitaren in Atmas Heave, een nummer waar van alles in zit. Veel tempowisselingen, prachtig gitaarwerk en af en toe komt de bas ook lekker naar voren. De zang is misschien nog wel het beste op deze track. Waar ik normaal gesproken niet zo van vrouwelijke zang hou(in de metal dan) krijgt zij het wel voor elkaar om me mee te slepen naar een andere wereld.
Moksha gaat over het bereiken van totale vrijdom van de samsara(cyclus van leven en dood/reincarnatie). Een status die in het hindoeisme zou leiden tot ultieme vrede, kennis en bewustzijn. Het woord samsara komt ook terug in de tekst van het volgende nummer Open Close the Book. Volgens mij willen ze met de tekst duidelijk maken dat iedereen zijn eigen weg moet gaan:
Wheels of bullshit turn just
Like the karmic wheel of samsara
Don't hold on to visions and to patterns
It's all in your mind
Wheels of bullshit turn just
Like the karmic wheel of samsara
Let it write its own course
Just a passage in an empty book
Een nummer waar de gitaarkunsten van Dobles heel mooi uitgevoerd zijn is Dime. Deze 7 minuten durende instrumental heeft hij opgedragen aan de welbekende meestergitarist Dimebag Darrel(1966-2004 R.I.P.). De volgende track 1316 is ook het vermelden waard vanwege de prachtige bass, vooral op het einde.
Favoriete tracks zou ik niet kunnen aanwijzen, en ook al kon ik dat zou het onderdoen voor de plaat. Het is een lange zit, maar deze plaat moet je gewoon in zijn geheel beluisteren. De kracht zit hem in de sfeer én emotie (SdG
).