Kort, maar heerlijk plaatje van de voor mij verder volslagen onbekende Canadees Dwayne Ford. Enig internet-onderzoek leert mij dat de man in de jaren zeventig deel uitmaakte van enkele Canadese bands die het nooit internationaal gemaakt hebben en dat hij zich later vooral heeft gespecialiseerd in filmmuziek. Maar dit debuutalbum van hem bevat voornamelijk op Toto-leest geschoeide poprock en AOR.
Ik laat de naam Toto niet voor niets vallen, want de helft van die band - veelgevraagde sessiemuzikanten - speelt hierop mee. En niet zo'n beetje: de bijdragen van gitarist Steve Lukather, bassist Mike Porcaro en drummer Jeff Porcaro zijn uit duizenden te herkennen. Klinkt dus vooral als Toto, ware het niet dat Ford er met acht sterke composities en zijn eigen, ietwat nasale stemgeluid er toch een eigen stempel op weet te drukken.
De nummers zijn afgewogen poprock, varierend van stevig rockend tot semi-ballads, plus een mooi verhalend nummer als The American blues. Voor mijn gevoel klopt hier alles aan. Dat de tijdsduur net het half uur overschrijdt, neem ik dan maar voor lief. Beter acht toppers dan een album met twaalf nummers waarvan de laatste vier het niveau naar beneden halen.
De hoes hierboven is de originele Canadese versie. Later dat jaar werd het album wereldwijd uitgebracht op het grote Epic-label, met een andere, iets minder freakerige hoes. Die laatste hoesafbeelding siert ook de Japanse CD-uitgave van een paar jaar geleden. Voor liefhebbers van Toto en AOR-achtige muziek is dit eigenlijk een must.