Met Woody Shaw (cornet en flugelhorn), Charles Sullivan (trompet), Rene McLean (fluit, sopraan sax), James Spaulding (alt sax), Carter Jefferson (tenor sax), Curtis Fuller en Steve Turre (beiden trombone), Onaje Allan Gumbs (piano), Buster Williams (bas), Victor Lewis (drums), Azzedin Weston en Nobu Urushiyama (beiden percussie).
Superpersoonlijk album van Woody Shaw. Kant 1 van het album verhaalt over de geboorte van zijn zoon Woody III en het waarschijnlijk mede daardoor herstelde contact met zijn vader Woody I. Het leven lachte hem toe. Hij was een gelukkige gezinsman en door de overstap van Muse naar Columbia, waar hij van 1977 tot 1981 onder contract stond, gingen de budgetten om albums op te nemen flink omhoog. Op Rosewood en vooral deze Woody III hoor je naast het quintet nog een aantal extra blazers en 2 extra percussionisten. Alle muzikanten lijken doordrongen van het feit dat het hier 3 composities betrof die veel voor Woody betekenden, want het eindresultaat klinkt adembenemend mooi, met een ideale mix van sterke composities en avontuurlijke solo's. Laat je niet misleiden door de wat suffige hoes, wat ik me kan voorstellen als je het achtergrondverhaal niet kent (ik vind 'm geweldig trouwens, want wie gaat er nou met zijn pasgeboren kind en vader op een platenhoes staan), want dit is gewoon een van de jazz hoogtepunten van de jaren '70.