De muziek op Gliese ligt een stuk buiten mijn muzikale comfortzone. Het valt me wel op dat er de laatste circa twee jaar steeds vaker instrumentale albums op mijn digitale inbox vallen, niet zelden volledig rond een piano opgetrokken. Hierbij wordt er rustig op de piano gespeeld. Vaak uiterst schoon, maar ik moet meteen toegeven, er blijft niets van bij me hangen. Het glijdt van me af alsof ik de teflonlaag van mijn anti-aanbakpan ben.
Job Roggeveen, bekend van zijn werk onder de naam Happy Camper, trok zich enige jaren terug in een Frans klooster en treft daar een oude piano aan, waarop hij nieuw werk begint te componeren. Dit vertaalt zich uiteindelijk in deze plaat, waarin hij samenwerkt met violist Ben Mathot.
Het is een plaat waarop de piano zelf te horen is. Ja, natuurlijk, zult u zeggen, maar ik bedoel het instrument zelf. Als Roggeveen inderdaad voor de opnames de oude piano in het klooster heeft gebruikt, zijn de aanslagen zelf te horen als onderdeel van het totale product. Iets dat in Solo Piano van Ella van der Wouden, ook besproken vandaag, geheel onhoorbaar is. Dit maakt Gliese anders. Hoe romantisch en neo klassiek het album verder ook klinkt.
De wisselwerking tussen de twee instrumenten is prima. Ook Gliese is een album om de wereld even helemaal mee te vergeten. Dat is ook wat waard in deze Covid-19 tijden.
Het bovenstaande is een bewerking van een Engelstalige post op
WoNoBloG.