Nog meer van dat schoons
Albert Mangelsdorff klinkt als een aardige buurman die op zondagmiddagen gemoedelijk op zijn geliefd instrument oefent - in zijn eigen wereld en ongestoord, in een fictief universum heb ik dat geluk gehad om hem als buurman gehad te hebben: sterker nog, op zondagavonden betaalde ik hem graag met gelijke munt terug. Wat een geweldige solist was hij wel niet, je krijgt als niet-muzikant spontaan zin om mee te spelen (ofwel roep je doodgeërgerd dat je dit ook kan): eventjes snel naar de winkel lopen om een instrument aan te schaffen
und los geht's! Die gedrevenheid is verdomd aanstekelijk. Hier komt door de variatie tussen langere en erg korte stukken de veelzijdigheid van zijn spel erg naar boven: kort en krachtig, lang uitgesponnen en spannend - het komt allemaal zo'n beetje aan bod in zoverre een solo-trombonist dat kan overbrengen natuurlijk. En toch, het spel van Mangelsdorff is meer dan lukraak wat noten spelen en zien wat er uit de bus komt - het is allemaal vrij experimenteel, alternatief, wat-dan-ook: alleen wordt alles gebracht met gevoel voor melodie, humor en allerlei onverwachte wendingen - juist daar schuilt de kracht van zijn messingsterk spel.