Minder interessant dan de debuut-EP en eerste langspeelplaat, maar wel iets consistenter. Verder wordt er veel van die plaat gerecycled op The Wishing Chair. De plaat staat vol met coole country/folkrock-songs in de hoek van de vroege R.E.M, James en The Pogues, en een vleugje Fleetwood Mac.
The Colonial Wing is niet briljant, maar schudt de boel wel wakker, mede door een synthese tussen funky en scheurend gitaarwerk van Robert Buck (of is het John Lombardo?). De statement-rock van Scorpio Rising (weer zo'n wijsneuzerige tekst) is een stuk minder geslaagd. Op My Mother The War werkt het beter, omdat de warmte ondanks de gierende gitaren bewaard blijft.
De productie van Joe Boyd mag er zijn (die ik vooral ken van Nick Drake, Fairport Convention en andere Britse folkrock-artiesten van eind jaren 60); bijna de hele plaat het warme nostalgische folkgeluid van de laatste zonnige dagen in het herfstseizoen. In hetzelfde kwam Fables of the Reconstruction van R.E.M. uit, ook geproduceerd door Boyd.
Uitschieters zijn Can't Ignore the Train, Just as the Tide Was a Flowing, Grey Victory, Among the Americans en Tension Makes a Tangle.
Grappig; The Colonial Wing klinkt behoorlijk als de riff die Johnny Marr op Gravitate To Me van The The.