Ik heb het idee dat Helios steeds beter wordt, iets wat hier duidelijk terug te horen is.
Hier voor het eerst ook duidelijk ruimte voor vocalen, wat ik zeer goed bij zijn muziek vind passen.
Het lijkt wat meer volwassen te worden heb ik het idee.
Licht, lucht en ledigheid; en het is ook niet meer. En het doet me niet zoveel. Helios gooit de poort open naar een zacht en weids dromenland, waar de kussen van pluche zijn, en wolken van suiker. Daar kun je je geliefde een slap handje geven, aan het strand waar de zon altijd met veel vertoon onder gaat.
Als ik een plaat hoor, dan stel ik me allemaal dingen voor, en sommige dingen zijn mooi, en andere dingen zijn oervervelend. Vorige week struikelde ik al heel hard over de zielloze schoonheid Raising Sand (robert plant/alison kraus), en nu weer. Het is allemaal heel schoon, ontroerend, en ik denk dat menig lichtgeroerde man/vrouw hiermee zich terugtrekt in zijn eigen wereldje, waar alles mooi is, en de zon schijnt. En daar zweven zachte stemmen rond, en daar fluistert iedereen heel lieve woordjes. En Helios maakt het je heel makkelijk, hij gaat recht op zijn doel af, recht naar het hart. En bij mij schiet hij z’n doel schielijk voorbij, en hij gaat naar waar de candle-light geesten samenscholen en de wilde peper groeit. En daar hebben de ouderen van verzorgingstehuis De Vergetelheid hun jaarlijkse uitje.
Composities die even breekbaar als meeslepend zijn. Verrassend zijn Keith Kenniffs vocals die hier wonderwel bij passen.
Droompop, etherische ambient, muzikale wolkenpartij met hier en daar een spatje verkoelende motregen - en weer zo'n mooie albumcover om het geheel te verpakken...