Na het meer dansbare KICK ii, gooit KicK iii alle registers open, Arca gaat hier voluit qua experiment én intensiteit van sound. Daar waar KICK ii de focus had op ''reggaeton'' is KicK iii gebouwd op ronduit slopende en hamerende industrial-beats en messcherpe dreunende elektronische glitch en melodieën, die nog steeds melancholie bevatten en de gedetailleerde subtiliteit van IDM. Ook de zangstijl neemt hier een andere gedaante aan: Arca is hier op jacht, de attitude en rauwe seksualiteit druipt ervan af met een vurige ritmische performance die soms bijna richting rappen gaat of stemmen die buitenaards vervormd worden. Het is een plaat die de luisteraar een stuk minder ademruimte biedt vergeleken met KICK ii en op een meeslepende mindfuck stuurt. Toch brengt Arca je ook op KicK iii na de intense trip weer geleidelijk aan terug met het deinende Intimate Flesh en het ronduit bloedmooie dromerige Joya, waar Arca vocaal zeer veel indruk maakt en de connectie met Björk sterk naar voren komt.
Arca snapt het inbrengen van pieken en dalen in album-ervaringen. Het is een artiest waar ik vaak moeilijk aparte tracks kan aanwijzen, omdat de albums altijd zo'n sterk geheel zijn. Ik heb dan ook het gevoel dat Arca niet echt ''songs'' maakt, maar schakels in een geheel, alles heft elkaar op. Dit kan wel eens mijn favoriete deel uit de Kick-serie worden. Van begin tot eind een heerlijke experimentele industriële electronic-plaat.