Hij weet zijn nummers wel uit te kiezen, die Willie Nelson. Nog geen volledig jaar na het verschijnen van zijn album
Stardust, gevuld met covers, volgt nu weer een volledig album met alleen maar covers. Ditmaal echter geen selectie van ‘losse’ nummers gezongen door diverse artiesten, maar nummers geschreven door één van de meest on(der)gewaardeerde singer-songwriters ooit: Kris Kristofferson. Met zo’n prachtige collectie liedjes kan het haast niet misgaan, en gelukkig maar, dat gaat het ook niet.
Het zal vast niet als een verassing komen dat ik de originelen verkies boven deze opnames, maar toch houdt Willie zich prima staande met deze uitvoeringen.
Me and Bobby McGee wil ik in zekere zin zelfs grappig noemen. Het is pure country, maar het klinkt ook nog wel lekker funky in deze versie, al mist deze versie een krachtige stem; een stem die Willie –met alle respect– niet heeft. Wat mij dan vooral weer opvalt bij
Help me make it trough the night is de geweldige instrumentatie, ik wil niet zover gaan dat het soul is, maar het klinkt zelfs een beetje soulvol, en dat bevalt me best wel. Eén van de mooiste uitvoeringen is nota bene een gospel,
Why me. Volgens mij is dit binnen het gospel-genre sowieso een soort van klassieker geworden, maar dat terzijde. Bij
You show me yours is het vooral het puike pianospel dat zorgt voor extra meerwaarde. De mooiste bewerking is echter het zeven-minuut-durende
Sunday mornin’ comin’ down; het nummer met de meest minimalistische instrumentatie op het album, maar verreweg het meest imponeert en straalt vanwege al zijn eenvoud. Voor mij zijn het de genoemde nummers die toch wel het meest memorabele zijn, maar laat het duidelijk zijn dat
ieder nummer in het country-genre een waar hoogtepunt is (dus los van dit album en Willie Nelson als uitvoerende artiest).
Normaal drie sterren omdat ik van alle nummers mooiere versies heb gehoord, maar ik maak er drie-en-een-half van. Kristofferson’s schrijfkunsten zijn subliem, alleen daarom al 'n halve ster extra!