De term ‘burnout’ kende ik in 1982 nog niet, wel alternatieven als ‘overspannen’ of ‘overwerkt’. Ze lijken allemaal van toepassing op het laatste album dat Blondie in hun tweede decennium uitbracht. Het was 1982 en
Hunter was hun zesde album. Ik kan me totaal niets herinneren over de uitgave van deze plaat, terwijl ik ook toen veel radio luisterde. Wel weet ik nog dat dat het solodebuut van Deborah Harry, het jaar ervoor, nauwelijks succesvol was en dat ik de hoes van Hunter niet bij de band vond passen. Dat kapsel van Harry, alsof het haar tweede soloplaat was en de band bij hoge gratie mee mocht doen...
Van de nieuwe Blondie werd slechts
Island of Lost Souls met zijn reggae-invloeden een hit. Het piekte in mei en juni 1982 bij Veronica’s Top 40 twee weken op #20 en in juni 1982 bij de Nationale Hitparade van de NOS één week op #21. Totaal gemist. Ik herinnerde me dit liedje niet eens. Alhoewel ik allang niet meer de hitparadegevoelige pre-puber was, waren er
diezelfde weken hits die me wél positief opvielen;
Skandal in Sperrbezirk,
I Love Rock ‘n’ Roll,
Down Under,
The Look of Love,
Promised You a Miracle vond deze tiener best fijn… De elpee haalde in juni #19 in de albumlijst.
Mijn kennishiaat qua
Hunter heb ik de voorbije twee weken ingehaald, lang leve streaming! Daarbij verbaasde ik me twee maal.
De eerste verbazing was de sound. Net als Harry’s solodebuut klinkt veel standaardpop, waarin zomerse sferen prevaleren. Waar is de gitaarwave van voorheen gebleven? Met zijn gladdere sound lijkt dit Blondie meer op Harry-solo dan op zichzelf. Overgeproduceerde klanken die desondanks niet meer het hitlijstsucces van voorheen behaalden. Ik lees op Wikipedia dat
For Your Eyes Only hun afgewezen liedje voor de gelijknamige Bondfilm was, het is nog het aardigste nummer op de A-kant en bovendien veel aangenamer dan het gelijknamige draakje van Sheena Easton.
Op de B-kant wordt de zouteloze pop nog even voortgezet, maar als de liedjes van gitarist Chris Stein op zijn, val ik in de tweede verbazing. Want verrek, ze konden het nog wel: er volgen drie liedjes van toetsenist Jimmy Destri waarop een band klinkt in plaats van een studioproject, drie maal fris:
Danceway,
Find the Right Words en
English Boys, plus een sterke cover van
The Hunter Gets Captured by the Game, een mij onbekend liedje van soulzanger Smokey Robinson.
Herhaaldelijk draaien doet soms liedjes groeien. Ik heb het geprobeerd.
Dragonfly wordt beter, maar is met z’n zes minuten te lang. Verder klinken vooral magere ideeën, waarbij
The Beast met z'n vierkante rock en cliché-gitaarsolo juist de ergernis doet groeien.
Op de hoes van de 2001-cd-heruitgave is producer Mike Chapman
openhartig over de verdampte inspiratie. Tegelijkertijd heeft hij ook boter op z’n hoofd, want is hij niet medeverantwoordelijk voor deze popsound?
Slechts een half jaar na de release, november 1982, maakte de band bekend ermee te stoppen. Dit door een combinatie van factoren die je bij tal van artiesten eveneens tegenkomt: uitputting, een ongezond gebruik van recreatieve genotsmiddelen en slecht management. Je hoort er iets van terug in de teksten, waarin Stein openhartig is over de tol van roem.
Toen de band eind jaren ’90 terugkeerde was ik nieuwsgierig: de band bleek nog altijd een plekje in mijn hart te hebben. Als ik
Hunter vanaf het achtste nummer beluister, weet ik onmiddelijk waarom en daarmee houd ik een prima EP over.