Halverwege "Attica!" had ik behoefte aan een mosgroene Opel Vectra, een nukkige in Libelle bladerende vriendin en een woning in pastoriestijl.
Niet dat ik enige affiniteit voel voor die zaken - maar misschien weten ze een brave burgerwoede in me los te weken. Het soort brave burgerwoede dat zich laat kenmerken door ingehouden venijnige lachjes en desperate flauwe humor. Het soort brave burgerwoede waarop "Attica!" lijkt te drijven.
"Attica!" klinkt opgefokt - al betrof het een scheldtirade richting Vlaamse middelmatigheid:
"We zijn een voorbeeld van de nieuwe natie/goed voorzien en hip van snit/en oh zo handig in de facturatie/veel in het zwart en niks en in het wit" - (Tanken in Luxemburg)
Stijn Meuris heeft opnieuw de dialoog aangeknopt met de priester/arbeider in zichzelf, wat "Attica!" bij momenten een pamflettistisch cachet verleend:
"Een staatsgreep/maar dan een zonder amok/een junta/met mij mijzelf aan de kop/paleiswaarts" (Conquistadores)
Het brede, gulle geluid dat "Grand" deed uitgroeien tot één van de fijnere schijven binnen ons Nederlands taalgebied werd ingeruild voor een nerveus, verhit klankenpallet.
Vergelijkingen werden gemaakt met TC Matic - maar de nervositeit van TC Matic klonk toch stukken dwingender dan deze "Attica!".
"Wie danst er nog?" stuitert bijvoorbeeld alle richtingen op - maar weet nergens een spanningsboog te creëren. Naar het eind van dat nummer worden alle sonische registers opengetrokken - zonder dat iets noemenswaardig weet toe te voegen aan "Wie danst er nog?". Het klinkt gezocht hectisch.
"Attica!" heeft iets verstikkends, wat des te meer opvalt wanneer je "Engeland" beluistert. De voet gaat van het gaspedaal, koortjes maken hun opwachting en Monza klinkt plotseling aangenaam achteloos.
"Engeland" lijkt me over niets bijzonders te handelen, roept herinneringen op aan "Rode Leds" van Noordkaap (terug te vinden op "Massis").
Je vraagt je af waarom Meuris zich telke male hijst in het pakje van het politiekje. Want hij lijkt me ingeboed te hebben aan lyricale scherpte - waar hij ten tijde van Noordkaap rake zaken rondom verkavelingsvlaanderen wist te formuleren ("Hilde en het huis", "Wat is Hip?", "Laat ons bidden", "Alles wordt asfalt", "De buren hebben honger") is dat op "Attica!" verwaterd tot een soort holle sloganeske rijmelarij:
"Ja, je glimlach smolt de storm
je was de schoonheid en de norm."
(Naar het bal)
"in de sushibar ver na middernacht
met de dames in al hun oosterse pracht"
(Lobby)
"ze kan zo lief zijn
ze kan een dief zijn
ze kan verdrietig zijn
ze kan zo nietig zijn"
(Als Ze Swingt)
Wèg lijken die korte, ultra-realistische filmische observaties van Stijn Meuris.
The Tragically Hip produceerden vorig jaar met "World Container" hun Grote Geluid Plaat - en ook daar verdwenen Gordon Downies lyricale abstracties, werden ze ingeruild voor €0,05-zinnetjes als: "You and méééé - at the lonely end of the reek". Ik vrees dat dit de Grote Geluid Plaat is van Monza.
Of misschien moet ik me simpelweg die mosgroene Opel Vectra aanschaffen